MORFOLOGIE EN FYSIOLOGIE
Indeling van levende wezens
- Levende wezens opgebouwd uit cellen.
- 2 groepen
o Prokaryoten = bacteriën
o Eukaryoten = fungi (gisten en schimmels), protozoa, wormen, planten en dieren.
Morfologie en taxonomie van bacteriën
- Grootte = 1µm
- Samenstelling
o Cytoplasma met vrij DNA, zonder organellen
Nucleoïd: chromosoom en plasmiden
70S ribosoom (30S + 50S): sedimentatiesnelheid (grootte, massa en vorm)
Reserve granulen: glycogeen
Stofwisseling-intermediairen
Geen celorganellen
DNA supercoiling
Polyribosomen op mRNA en zo betrokken bij EW-synthese
o Cytoplasma membraan
Fosfolipide dubbellaag zonder sterolen = minder rigide
Complexer bij eukaryoten (celorganellen)
Functies:
Transport
o Opname voedingstoffen uit omgeving
Passief: geen E vereist
Diffusie (O2, CO2 en H2O = osmose) en
gefaciliteerde diffusie (glucose,
membranaire carrier)
Actief : vereist E
Transportermoleculen
Permeasen (tegen conc-gradiënt)
Metabolisme
o Plaats voor oxidatief metabolisme (afbraak), bevat
cytochromen (enzym bij productie E)
o Binnenzijde membraan: biosynthese macromoleculen
(structureel en secretie)
Mitose = primitief mitoseapparaat
o Celwand: stevigheid
Stevigheid, vorm en bescherming
Op basis celwand-opbouw:
Gram-negatief (rood)
o Peptidoglycaan: dunner en minder dwarsverbindingen
o Buitenmembraan LPS (bescherming schadelijke invloed) en
porines (outer membrane proteïnen, hydrofiel)
1
, o Periplasmatische ruimte (tussen cytoplasmamembraan en
buiten membraan): peptidoglycaan en enzymen
(voedselverwerking en afbraak AB)
o LPS
3 delig: lipide A, core en repeating unit.
Lipide A: verankeringsmolecule, stimulator
immuunsysteem (endotoxines)
Dissacharide met korte keten vetzuren en
fosfaatgroepen.
Core: meestal identiek in éénzelfde soort bacterie.
Korte keten suiker.
O-antigeen: wekt antistoffen op, bescherming
(hydrofiele laag: sluit hydrofobe bestanddelen uit =
galzouten), samenstelling verschillen binnen 1 specie
Lange keten suikers.
Gram-positief (blauw)
o Meerdere lagen peptidoglycaan: stevigheid en bescherming.
o (lipo)teïchoïnezuren: stevigheid en aanhechtingsplaats voor
extracellulaire moleculen (adhesines, virulentiefactor)
Lipo = verankerd in celmembraan
Teïcho = verankerd in celwand
Zuurvast
o Dikke en complexe celwand
Dikke peptidoglycaanlaag
Laag met polysachariden (arabinose/galactose)
Wasachtige laag: mycolzuurlaag
Glycolipiden
Kleuring met speciale methode (zoutzure alcohol,
andere bacteriën ontkleuren): beter penetrerende
kleurstoffen + zuurvast
Trage groei
o Mycobacterium tuberculosis
Spirochaeten
o Celwandopbouw gelijk Gram -, maar moeilijk kleurbaar met
Gram-kleuring (dun)
o Geen LPS in buitenste membraan
o Endoflagellen (intern)
o Borrelia burgdorferi
Zonder celwand
o Mycoplasmata
o Cytoplasmamembraan met sterolen
Spirochaeten = verankerd aan één uiteinde, longitudinaal
rondom bacterie winden.
2
, Peptidoglycaan
Structuur
o Polysacharide ruggengraat: polymeer disachariden (NAG en
NAM)
o Tetrapeptide cross-linking
o 3D structuur
o Basisstructuur gelijk voor alle bacteriën, samenstelling en
aantal dwarsverbindingen kan verschillen.
Biosynthese
o Aanmaak subunits in cytoplasma (pentapeptide)
o Transport subunits doorheen membraan
o Polymerisatie
o Transpeptidase (bacterieel enzym: bouw peptidoglycaan:
bindt D-Ala-D-Ala en brengt naar lysine) en cross-linking door
PBP (penicilline bindende proteïnen).
Constante aanmaak en afbraak door autolysines
o Externe (uitwendige) structuren
Kapsel of slijmlaag
Polysacharide of polypeptide (K-antigeen = onderscheid tussen
bacteriën van zelfde soort)
Virulentiefactor owv anti-fagocytair effect
Flagellen opgebouwd uit proteïnen (H-antigeen)
Chemotaxis: bewegen naar voedingstoffen, weg van mogelijk
schadelijke stoffen.
Verankerd in cytoplasmamembraan via een haak en een basaal
lichaam
Fimbriae (pili) opgebouwd uit proteïne-subunits (pilin)
Dunner dan flagellen (Gram +/-), niet
beweeglijk
Adherentie, anti-fagocytair, conjugatie
(sex pili : voor Gram -)
Gram-kleuring
= fixatie – kleuring – ontkleuring – tegenkleuring
- Aanwezigheid van dikke peptidoglycaanlaag in Gram-positieve bacteriën
- Klinische relevantie en taxonomische relevantie
3
, Gram positief Gram negatief
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur VDSA. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €15,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.