Alle powerpoints van het hele jaar
Module 1, Schaarste, geld en handel powerpoints
Kosten en baten
Kosten: activiteit gos geld of je vindt het niet leuk
Baten: activiteit levert geld op of je vindt het leuk
Budget en de besteding van het budget
Budget: alle middelen die iemand heeft en kan besteden
Rekenkundige budgetlijn
Formule:
Wijziging van een budgetlijn
Wederzijds voordeel
Waarom ruilen?
Je krijgt iets wat je niet had → voordeel
Ruil met wederzijds voordeel: je ruilt alleen als beide partijen voordeel behalen uit deze ruil
Wat heb je nodig voor een ruil?
Je hebt een ruilverhouding nodig
Hoeveel producten ruil je voor een ander product
Transactiekosten en instituties
Transactiekosten: kosten die komen kijken bij het maken van een ruil (niet het product of
dienst zelf)
Voorbeelden:
- Zoeken naar geschikt product
- Prijsonderhandelingen
, - Keuzes maken
- Transport
Bij te hoge transactiekosten → verlagen
Instituties: organisaties die deze kosten verlagen
Ruil, scholing en specialisatie
Bij veel bedrijven de hoogste kostenpost:
- Arbeid
- Verlagen via scholing en specialisatie
Meten met de APT: productie van arbeid (per medewerker, gewerkt uur of gewerkte dag)
Berekening APT
Productie van de arbeid
Kan in aantal stuks of in omzet per werknemer
APT = productie of omzet : aantal werknemers
of
APT = productie of omzet : aantal gewerkte uren
Scholing
Effect van scholing op de APT
Hogere APT → loononderhandeling
Specialisatie
Iemand wordt expert in een klein deel van een geheel
Via arbeidsdeling wordt een geheel gemaakt
Absoluut vs comparatief voordeel
Absoluut voordelen: in aantallen meer
Relatief voordeel: in vergelijking meer (in procenten)
De functies van geld
Verschijningsvormen van geld
- Geld moet deelbaar zijn
- Geld moet handzaam zijn
- Geld moet duurzaam zijn
, - Geld mag niet gemakkelijk na te maken zijn
Fiduciair geld: geld ontleent waarde aan het feit dat je vertrouwen erin hebt
Chartaal geld: munten en biljetten (kun je vastpakken)
Giraal geld: tegoed op je bankrekening (niet vast te pakken)
De waarde van geld
Biljet heeft verschillende waardes
Intrinsieke waarde: de waarde van het materiaal
Nominale waarde/ extrensieke waarde: de waarde die het vertegenwoordigt
Interne waarde: wat je voor het geld kan kopen. Ook wel koopkracht/ inflatie
Indexcijfers
Een vergelijkingsgetal: je vergelijkt met een basiswaarde
Indexcijfer:
Meetwaarde (nieuwe waarde)
—------------------------------------ x 100
Basiswaarde (oude waarde)
Waar komt geld vandaan?
Geld printen en dit in omloop brengen in de economie
Centrale bank/ ECB doet dit
Invloed op maatschappelijke geldhoeveelheid
Verband rente e geldhoeveelheid
Hoe heeft rente invloed op maatschappelijke geldhoeveelheid
Rente daalt → lenen is goedkoper → meer lenen door banken en door bedrijven →
meer geld in omloop in de economie → stijging maatsch. geldhoeveelheid
Hoe heeft de maatschappelijke geldhoeveelheid invloed op inflatie
Stijging maatsch. geldhoeveelheid → meer geld beschikbaar in de economie →
meer vraag naar producten → hogere prijs van producten → toename inflatie
Module 2, Vraag en aanbod powerpoints
Vraag
Hoe reageert de vraag op een prijsverandering?
Verschuiving langs de lijn
Vraag is afhankelijk van de betalingsbereidheid
Waar hangt de vraag naar een product vanaf?
- Verkoopprijs
- Individuele voorkeuren
- Beschikbaar budget
, - Aanwezigheid van substituten
- Bestaan van complementaire producten
- Exogene factoren = factoren waar je geen invloed op hebt
Consumentensurplus
Verschil tussen verkoopprijs en betalingsbereidheid = voordeel
consument
Cs = opp driehoek
= 0,5 x lengte x breedte
Individueel naar collectief
Prijselasticiteit
Prijs heeft invloed op de vraag
Hogere prijs → lagere vraag
Lagere prijs → hogere vraag
Benaming prijselasticiteit van de vraag
Het effect van een verandering van de prijs op de vraag
Elastisch = verandering vraag is procentueel meer dan de verandering van de prijs
Inelastisch = verandering vraag is procentueel minder dan de verandering van de prijs
Volkomen inelastisch = er is geen verandering van de vraag
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur juliettevanloon. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.