Methodologie: kwantitatief luik (8stp)
Hoofdstuk 1: Inleiding kwantitatieve dataverzameling
-Kwantitatief empirisch onderzoek dmv vragenlijst (survey)
-Voor beantwoorden van sommige vragen kan men beroep doen op data-analyses die al bestaan (=bestaande
gegevensbronnen)
Waar gaat over dit over?
Onderzoeksobject: criminaliteit (en aanverwante zaken)
o Oorzaken van criminaliteit
o Bredere dan criminaliteit: studies die niet noodzakelijk polsen naar de vraag waarom iemand
criminaliteit pleegt of niet
Criminologisch onderzoek
o zoektocht naar omvang en verklaringen van criminaliteit (en aanverwante zaken)
Slachtofferschap: wat is je ervaring?
Onveiligheidsgevoelens: hoe veilig voelen burgers zich? heeft niet noodzakelijk met
criminaliteit te maken. Slachtoffers kunnen zich veiliger/ net onveiliger voelen naar
slachtofferschap
o Multidisciplinair
o veelvoud van verschillende verklaringsmodellen waarom criminaliteit gepleegd wordt
Methoden en technieken
o procedures, handvaten, tools voor onderzoek, van a tot z
o wetenschappelijk onderzoek > toogpraat
Stem van criminoloog klinkt niet noodzakelijk luider, is vaak te genuanceerd om in de
media aan bod te komen, maar criminologen proberen om ideeën over criminaliteit op
een wetenschappelijke manier weer te geven dmv wetenschappelijke methode &
technieken
Uitvoeren: DURVEN! DOEN!
o Methodologie en technieken zijn noodzakelijk om een wetenschappelijk verantwoord antwoord
te kunnen vormen
Criminologisch onderzoek is vaak genest: meningen en houdingen van individuen kan individueel worden
verklaard, maar een ander deel wordt verklaard met sociale verklaringen mee op te nemen in
onderzoek
Onderzoek doen in normatief en ethisch kader: normatief slaat op juridische context
Doelstelling van het handboek
Binnen criminologie komen vaak bedreigende vragen voor: vragen die mensen liever niet beantwoorden
o basisboek ‘methoden en technieken’
o gericht op (tweede) bachelor Criminologische Wetenschappen
o voorkennis statistiek (meetniveaus, hypothesetoetsen, significantie…)
o algemeen methodologische tools
o specifieke, object-eigen kwesties
o (gericht op de Nederlandse situatie)
Twee verschillende kranten publiceren hetzelfde onderzoek,
maar de resultaten zijn verschillend -> zeer kritisch zijn!
Onderzoeksobjecten
Criminologie = objectwetenschap -> interesse in bepaald onderwerp
1
, o criminaliteit en aanverwante zaken (onveiligheid, overlast aan gepakt via GAS-boetes…)
o strafbaar en/of ongewenst gedrag
o object = tijd- en ruimtebepaald
object (criminaliteit en aanverwante zaken) en reacties (houdingen, attitudes…) op dit
object
Object en reacties dienen ook in tijd en ruimte onderzocht te worden
daderschap, slachtofferschap, onveiligheidsgevoelens…
aanpak van daderschap, slachtofferschap…
vertrouwen in politie, justitie…
Objectwetenschap
bv. Moeskopperij
"zij die veldvruchten of andere nuttige voortbrengsels van de bodem die nog niet los
van de grond zijn, roven" (art. 557, 6°Sw.) -> artikel is verwijderd uit wetboek: vroeger
was dit een vorm van criminaliteit, vandaag de dag minder. In sommige steden en
gemeenten kan moeskopperij bestraft worden via een GAS-boete omdat dit in het
gemeenteregelement en politiecodex staat
bv bedelen en landloperij
Dit was vroeger criminaliteit. Vandaag staat dit niet meer in Sw., maar via
gemeenteregelementen en politiecodexen zoals in leuven kan dit wel bestraft worden.
Pitcarin (ruimtebepalend):
Einland met 80-90 mensen -> staat onder de Britse vlag. Moeten Britse wetgeving
hanteren, maar op het eiland wordt er aan insect gedaan, terwijl de inwoners niets van
deze wet afwisten
Bv criminaliteit in European Sourcebook
Samenvattend tabel over inbraak in private woningen: rekening houden met wat de
definitie is van inbraak in de verschillende landen -> moeilijk dus om cijfers te vergelijken
Wetenschaps(opvatting) en empirie
Wetenschap: mehtoden en technieken laten toe om een wetenschappelijk antwoord te kunnen geven
o concurreren lekentheorieën met wetenschappelijke uitspraken?
o verschilt wetenschappelijk inzicht van gezond verstand?
o met name in het ‘criminologische domein’… -> wat/ hoe kunnen criminologen bijdragen aan het
publieke debat
o waar schuilt het verschil?
‘Criminologie kan in het maatschappelijke debat geen monopoliepositie claimen; het is slechts één manier
om te kijken naar en te spreken over criminaliteit en onveiligheid, zij het weliswaar ‘the best-elaborated
and most scientific’ manier’ (Garland & Sparks, 2000). -> stem van criminologen steekt er niet bovenuit
Empirische cyclus: meest wetenschappelijke manier om over criminaliteit te spreken, maar het doorlopen
ervan is geen garantie om wetenschappelijk verantwoord antwoord te vinden
o Popper(iaans): persoon die zocht naar falsificatie ipv verificatie
wetenschappers zullen nooit definitief weten of iets ‘waar’ is, conclusies zijn voorlopig
Conclusies die je vindt zijn ook afhankelijk van tijd/ ruimte
theorie is steeds ‘voorlopig waar’
theorieën moeten ‘toetsbaar’ zijn
actief op zoek naar falsificatie (cf. Wason test) om goede kritische houding te hanteren
o 100% zekerheid is een fictie…
Soorten vragen
Verschillend niet zo hard van KWALI onderzoek
Micro vs. macro
o aggregatieniveau van het onderzoek
Bv onderzoek bij jongeren dmv steekproeftrekking bij scholen. Als je scholen beschouwd
als lostaande individuen, negeer je het feit dat jongeren samen in dezelfde school
2
, (schoolcultuur) en klas (klascultuur) zitten -> dit kan een impact hebben op de manier
hoe jongeren over elkaar denken
o criminologisch onderzoek vaak ‘genest’
o individu – directe omgeving – bredere context
bredere context: dader, strafzaak, PV, inbreuk
Obv van verschillende niveaus van onze data worden er fouten gemaakt met groot niveau
o methodologisch vraagstukken
o ecologische fout: gevolgen trekt op verkeerd aggregatieniveau
Bv onderzoek naar crimi in bepaalde buurten -> zoeken naar variabelen die hierop een
impact hebben. Conclusie daar waar in een buurt meer werklozen wonen, er ook meer
crimi gebeurt -> je mag niet zeggen dat er owv werkloosheid meer criminaliteit is ->
ecologische fout
bv. alcoholconsumptie en %professoren: hoeveel alcohol wordt er gedronken per
gemeente. Opzoek gaan naar variabelen die een verklaring zijn. Conclusie: het zijn de
professoren die veroorzaken dat er meer alcohol gebruikt wordt, met studenten wordt er
weinig/ geen rekening gehouden
Hoe wordt er gekeken naar onze onderzoeksvragen
Beschrijvend Verklarend
o wat?
o hoe, en waarom…?
o Causaliteitsvraagstuk: is het causaal toewijzen van een oorzaak van groot belang? Dit is vaak niet
mogelijk
vb. langere ringvinger meer succes professionele carrière
vb. vlees/geen vlees hart- en vaatziekten: mensen die geen vlees eten, lopen kleinere
kans op hart- en vaatziekten: dit was een schijnverband. Mensen die vegi zijn, hanteren
in het algemeen een gezondere levensstijl: minder vet en suiker waardoor de kans op
deze ziekte daalt
vb. etniciteit en criminaliteit: bepaalde groepen met andere etniciteit komen vaker terug
in criminaliteitsstatistieken. Toch verkeerd om te zeggen dat mensen criminaliteit plegen
vanwege hun etnische afkomst
o experimenteel onderzoek – labosetting
Maar in een labo-setting bepaalde zaken onderzoeken, zegt weinig op het echte leven
Bv impact van videogames en geweld: jongeren die nog nooit games gespeeld hebben
vergelijken met jongeren die dit al wel hebben gedaan: antwoord op deze vraag is weinig
relevant
o causaliteit in criminologisch onderzoek?
o belang van kritisch-realistische benadering
Een criminologische methodologie
Conclusie: goede redenen voor een ‘criminologisch’ methodologie en niet enkel maatschappelijk domein
o populatie: niet bekend, niet gekend en wenst niet onderzocht te worden
> bedreigende vragen: vragen stellen die mensen liever niet beantwoorden, onderzoek
vragen naar dingen die onbekend zijn
3
, o onderschatting van officiële cijfers = dark number komt nooit terecht bij politiestatistieken ->
hiervoor dienen andere technieken gebruikt te worden
o verdeling van ‘criminologisch’ data
Veronderstelling van data: normaal verdeeld, maar criminaliteit kent een scheve
verdeling
o gelaagde, geneste structuur van de data
o normatieve en ethische kader: Als onderzoeker heb je altijd bepaalde veronderstellingen
Hoofdstuk 2: Planning en uitvoering
Artikelen
Daders na gevangenisstraf recidiveren meer dan daders na
werkstraf. Dit wordt in de kamer niet zomaar aangenomen
Mevrouw kreeg verwijt dat de essentie van kwantitatief
onderzoek niet kent
Onderzoekers zijn met groepen aan de slag gegaan: binnen de
2 groepen werd een steekproef getrokken, waarbij de groepen
vergelijkbaar zijn door bepaalde kenmerken
Inleiding
Mbv empirische gegevens die we verzamelen, willen we vraag
beantwoorden. Bij beantwoording van deze vraag, gaan we volgens bepaalde procedures te werk zodat
hierop een adequaat en wetenschappelijk antwoord gegeven kan worden
Een onderzoek wordt opgezet om bepaalde vraag te beantwoorden:
o Niet alleen methodologische afwegingen spelen hier een rol, ook praktische afwegingen:
Geld voor onderzoek: als middelen beperkt zijn, minder ideale mindelen zoeken of kiezen
voor suboptimale opzet
Tijd: snelle deadline bepaalt opzet van onderzoek
Toestemming en toegang: bv indien geen toestemming om met gedetineerden te werken
-> houdt onderzoek op
Opzetten van onderzoek is iteratief proces
Naast kwestie hoe onderzoek zou opgezet moet worden & worden uitgevoerd, is er ook de kwestie of
juiste uitvoerder voor onderzoek verworven kunnen worden of niet
o Onderzoekers hebben netwerk van kennissen die bepaalde stappen in onderzoek mogelijk maken,
hetgeen ook planning en uitvoering beïnvloedt
Mix methode: kwantitatief en kwalitatief onderzoek
De verschillende onderdelen van de onderzoekscyclus die vooraf zo goed mogelijk bedacht moeten worden:
1. Onderzoeksvraag
Kunnen van allerlei aard zijn:
o Bv gericht op bepaalde criminaliteit te onderzoeken in bepaalde streek
o Bv gericht op evaluatie: er wordt gevraagd om bepaalde interventie of bepaalde aanpak of
procedure ervan te evalueren ahv wat geëvalueerd moet worden zal er en andere benadering
gebruikt worden
Centraal in het onderzoek
o stuurt het onderzoek, leidt het onderzoek
onderzoek moet zo worden opgezet dat onderzoeksvraag beantwoord kan worden
in vele situaties kan dit niet volledig, waardoor op zoek gegaan moet worden naar manier
om vraag toch zo goed mogelijk te beantwoorde
o de onderzoeksvraag bepaalt opzet en design van het onderzoek:
bepalen of onderzoek kwantitatief kwalitatief
bepalen of onderzoek beschrijvend verklarend is
bepalen of onderzoek fundamenteel praktijkgericht is
o vragen worden op allerlei manieren gegenereerd:
4