In mijn persoonlijke samenvatting vind je al de te kennen theorie terug, inclusief verdere verduidelijking en voorbeelden. Daarnaast zorgt het gebruik van kleur ervoor dat het makkelijker studeerbaar is!
Docent: Katrien Van Driessen
Studie's met zelfde vak:
- Voorbereidingsprogramma meerta...
- Beschrijvende statistiek: gegevens ordenen en samenvatten
- Kansberekening: kans op bepaalde gebeurtenis bepalen
- Verklarende statistiek: bepaalde verwachtingen toetsen
1.2 Fasen onderzoek
- Ontwerpen -> verzamelen -> analyseren -> evalueren
• Focus van dit vak = Analyseren
Kwalitatief of kwantitatief onderzoek
- Kwantitatief (onderwerp van deze cursus)
• Je maakt een samenvatting van verzamelde gegevens (steekproef)
• Je toetst een aantal verwachtingen over de populatie (hypothesen)
• Keuze van de geschikte statistische methode hangt af van
verschillende factoren (meetniveau!)
• Doel is om je conclusie te verbreden naar de populatie (kansen)
=> vraag die altijd terugkomt: Zijn gevonden resultaten toevallig of niet?
- Kwalitatief
• Geen cijfermatige gegevens
• Als aanvulling op kwantitatief onderzoek
2. Overzicht cursus
Significantie = Als het resultaat van wetenschappelijk onderzoek 'statistisch
significant' is, wil dat zeggen dat verantwoorde conclusies te trekken zijn.
Overzicht cursus:
1
, Hfdst. 2 Beschrijvende statistiek – één variabele
Één variabele = kenmerk dat men gaat meten bij objecten (personen/dieren).
- Bv levensduur: hoe lang gaat lamp x mee voor het stuk gaat?
- Uitkomst/ resultaat steeds anders -> “variabel”
1. Meetniveau’s
Meetniveau = wat is de aard van je variabelen (metingen)
- Bepaalt welke statistische methode toepasbaar zijn
Soorten:
1. Nominale meetniveau: laagste, kwalitatieve meetschaal (vb. woonplaats)
• Metingen bestaan uit losse categorieën (kenmerken)
• Niets “ertussenin”, discreet (beperkt # waarden die mogelijk zijn)
• Je kan er niet mee rekenen (cijfers = codes bv ZIP)
• Frequentie/ percentages berekenen kan wel
=> Voor statistiek: liefst ook andere gegevens verzamelen dan nominale.
Speciale nominale gegevens:
- Dichotoom: slechts 2 mogelijkheden (vb. succes/faling)
- Dummy’s: lijst met antwoordmogelijkheden (vb. enquête hobby’s)
• dummy = 1 (aangevinkt) / 0 (niet aangevinkt)
• elke antwoordmogelijkheid wordt 1 of 0 bepaald
2. Ordinale meetniveau: tweede kwalitatieve meetschaal (vb. salarisschaal)
• nominaal + rangorde (logische volgorde)
• je kan er nog steeds niet mee rekenen (cijfers = codering)
• je kan wel midden bepalen van gerangschikte gegevens
Speciale ordinale gegevens:
- Likert-items: mening over een bepaald onderwerp
• keuze van 1 (= helemaal oneens) tot 7 (= helemaal eens)
▪ rekenen kan hier eig niet mee bcs 5 kan voor verschillende
mensen andere waarden hebben!
• in praktijk toch scores optellen, uitmiddelen, …
3. Interval meetniveau: laagste kwantitatieve meetschaal (vb. tijd op klok)
• getalwaarden (je kan ermee rekenen)
• geen natuurlijk nulpunt! (verhoudingen niet zinvol)
▪ bv. 4 uur is niet dubbel zo laat als 2 uur
• ordinaal + gelijke intervallen (‘afstanden’) tussen waarden
• discreet maar meestal continu (‘oneindig’ veel mogelijke waarden)
▪ bv tussen 1 minuut, zitten nog seconde, enz
2
,Speciale intervalgeschaalde gegevens:
- Likertschaal: combinatie (optellen, gemiddelde) van Likert-items
• gecombineerde variabele heeft meer mogelijke waarden
• betekenisvol? niet eender wat combineren!
=> Interval en ratio = metrisch (hebben beide meeteenheid)
Let op: de meetschaal kan veranderen
- bv. Leeftijd = ratiogeschaald
• soms in onderzoek: in leeftijdscategorieën opdelen (-25;25-50;50+)
• nu = ordinaal
▪ bcs kent oorspronkelijke/ echte leeftijd niet meer, waardoor:
▪ je niet kan zeggen dat de leeftijd tussen persoon x dubbel zo
groot is als persoon y.
Overzicht:
Oefening: opgave -> oplossing
- en discreet: bcs je kan geen halve persoon in contactbubbel hebben
Extra oefeningen in boek
Kengetallen= een getal dat een eigenschap van een gegevensverzameling
(dataset) samenvat
3
, 2. Frequentieverdelingen
Voorbeeld frequentietabel van
Spaanse wijnen
- Frequentie = aantal van
bepaalde oordeel
- Percentage = frequentie t.o.v.
het totaal
=> Percentage zegt meer dan de
frequentie, aangezien deze vergelijkt
met totaliteit
- Drm: kolom “Valid percent”
• Frequentie t.o.v. total
zonder missings
Frequentietabel is oké, maar grafiek is nog overzichtelijker!
3. Grafieken van één variabele
= in één oogopslag een overzicht van een variabele
- belangrijk om juiste grafiekkeuze te maken:
• Wat is het doel van de grafiek?
• Wat is het meetniveau van je variabele?
Soorten grafieken:
1. Cirkeldiagram
• Taartpunten geven idee over verhouding tussen categorieën
▪ grootste punt is voor categorie met grootste frequentie
• Geschikt voor laag meetniveau en slechts enkele categorieën
2. Staafdiagram
• Per waarde een staafje, hoogte = (relatieve) frequentie
▪ waarde met hoogste staafje komt meeste voor
• Geschikt voor laag meetniveau of hoog meetniveau met beperkt
aantal waarden (bv. aantal kinderen per gezin)
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur studentmodeltraject. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.