OP WEG NAAR MEESTERSCHAP B
Didactisch handelen
Didactiek = weten hoe je leerlingen tot leren en vormgeving brengt (hoe geef je goed les?)
= inzicht in hoe je een goede les voorbereidt en uitvoert
= Grieks voor onderwijzen
Pedagogiek = omgaan met kinderen
= inzicht in de ontwikkeling van kinderen
= kennis verwerven over de leefwereld van het kind
1
,HOOFDSTUK 1: DIDACTISCH MODEL
1.1 COMPONENTEN VAN HET DIDACTISCH HANDELEN
een aantal aspecten van het didactisch handelen komen in elke les terug
↓
Componenten om goede les op te bouwen schematisch in model = didactisch model
Bv: Is er voorkennis? Moet je weten bij zowel een les over de spin als over de krant
Is er materiaal aanwezig? Idem
didactisch model met 6 puzzelstukken
1. Doelstellingen beginsituatie:
2. Leerinhoud en leerstof
3. Didactische principes
4. Leermiddelen even belangrijk
5. Didactische werkvormen en allemaal nodig
6. Evaluatie
Puzzelstukken!
Ze beïnvloeden elkaar, de ene niet volledig dan past
de andere er niet in
Doelstellingen beginsituatie:
Ze zijn verbonden met elkaar, de beginsituatie beïnvloedt hoeveel/welke doelen je
behandelt. Het bereiken van doelen zorgt ervoor dat de beginsituatie verandert.
2
,1. DOELSTELLINGEN
= waardevolle (door de overheid bepaald), gewenste gedragsveranderingen
Doelen zijn richtinggevend tijdens verloop van de les & makkelijker om feedback te geven
Een doel is zeer specifiek, bv. Doorsnede aardappel kunnen tekenen
SOORTEN DOELEN
COGNITIEVE (HOOFD)
→ kennis, inzichten en oplossingsmethodes
Bv. De lln kunnen uitleggen wat een scherpe hoek is
DYNAMISCH-AFFECTIEVE DOELEN(HART)
→ vorming van interesses, waardenkeuzes, houdingen, vorming van percepties & gevoelens
over zichzelf
Bv. De attitude hebben om correct een hoek te tekenen
PSYCHOMOTORISCHE DOELEN(HANDEN)
→ Motorische vaardigheden: uitvoeren van handelingen, verwerven van automatismen
Bv. Met gebruik van een geodriehoek een rechte lijn tekenen, op 1 been springen
2. BEGINSITUATIE
= geheel van bepaalde factoren die een invloed hebben op de keuze van doelstellingen
en op het lesgebeuren zelf
ASPECTEN BEGINSITUATIE
NIVEAU
LEERPROFIEL
→ manier waarop je het liefst leert
INTERESSE
Bv. Lln, lkr, school, situationele en occasionele factoren (op platteland stad)
I-> naar de boer foto’s tonen
3. DIDACTISCHE PRINCIPES
= richtlijnen (trucjes) voor het didactisch handelen om lessen krachtiger te maken
Goede les: zoveel mogelijk didactische principes
MOTIVATIEPRINCIPE
motivatie → beter opletten →beter leren
ACTIVITEITSPRINCIPE
(innerlijke) actief zijn → beter leren
AANSCHOUWELIJKHEIDSPRINCIPE
iets dat je kan voorstellen, zien/ruiken/voelen → beter leren
GELEIDELIJKHEIDSPRINCIPE
stap voor stap uitleggen → beter leren
DIFFERENTIATIEPRINCIPE
aan elk kind geven wat hij op dat moment nodig heeft
bv kind dat minder goed Ned kan, meer ondersteuning bij lezen v/e tekst
HERHALINGSPRINCIPE
Herhalen → beter leren
3
, 4. DIDACTISCHE WERKVORMEN
= afgebakende handelingspatronen van de leerkracht, die bepaalde leerervaringen bij de
leerlingen tot stand brengen, de manier waarop je de klas organiseert om les te geven
➔ middel om je doel te bereiken
Rekening houdend met andere componenten, grootte klasgroep, leeftijd,…
SOORTEN didactische werkvormen
AANBIEDENDE WERKVORMEN: doceren, demonstratie, vertelactiviteit
= leerkracht gestuurd
GESPREKSVORMEN: reflectiegesprek, discussie
= lln is gesprekspartner, lkr is een v/d participanten van het leerproces
OPDRACHTVORMEN: tekst schrijven, oefeningen maken
COMPLEXE WERKVORMEN: hoekenwerk, projectweek,…
Werkvormen → groeperingsvorm waarin gewerkt wordt: groep, alleen,…
→ richtinggevend voor de leeractiviteit van de lln
I-> vertellen lokt luisteren uit, demonstratie; waarnemen
5. INHOUD EN LEERSTOF
Leerinhoud Leerstof
= wat lln moeten leren om doelen te bereiken = middel om de leerinhoud te bereiken
(vervangbaar)
Bv. Tafel van 7 Bv. Reeks oefeningen op tafel van 7
Kenmerken van een prooidier Konijn
Tekst expressief voorlezen De tekst ‘een pechdag’
Even en oneven getallen Oefeningen omcirkel de … getallen
Leerinhoud wordt aangeleerd dmv leerstof
6. LEERMIDDELEN
= middelen die de lkr/ lln gebruiken om de onderwijs- en leeractiviteit efficiënt te laten
verlopen
➔ drager van leerinhoud en leerstof
Bv. Werkboek, bronnenboek, bord
I-> soms staat leerstof op leermiddel bv. Het blad waar de oefening op staan
4