In dit document vind je een volledige samenvatting van het vak didactisch handelen. Tijdens het maken van de samenvatting zijn de inhouden van de cursus, de inhouden van de PowerPoints en de inhouden van de lessen erin verwerkt.
Wat wil je met bepaalde activiteiten bereiken? Wat moeten de leerlingen kennen
en kunnen na de les.
Wanneer je doelen duidelijk zijn opgesteld, zijn ze richtinggevend tijdens de les
waar ga ik op in en waarop niet? Gerichte feedback geven
Soorten doelen:
- Psychomotorische doelen: betrekking op het uitvoeren van handelingen en automatismen verwerven
- Dynamisch-affectieve doelen: betrekking op de vorming van interesses, waardenkeuzes, houdingen,
vorming van percepties en gevoelens over zichzelf & anderen
- Cognitieve doelen: betrekking op kennis
1.2 DE BEGINSITUATIE
Beginsituatie = het geheel van bepalende factoren die een invloed hebben op de keuze van doelstellingen en
op het lesgebeuren zelf (bv: leerling, leerkracht, school…)
Aspecten beginsituatie leerlingen:
- Niveau: kennis, vaardigheden, attitudes van leerling en klasgroep
- Leerprofiel: leertempo, ondersteuning
- Interesse: voorkeuren, motivatie
1
,1.3 DIDACTISCHE PRINCIPES
Didactische principes = noodzakelijke of sterk gewenste kenmerken van het didactisch handelen, richtlijnen om
lessen krachtiger te maken.
Didactische werkvormen = geheel van handelingen en activiteiten van de leerkracht in samenspel met de
leerlingen gericht op het bereiken van een leerdoel.
Je werkvorm is dus nooit een doel, maar een middel.
Welke werkvorm je kiest gaat afhangen van alle andere componenten dat is
belangrijk om de aandacht en betrokkenheid van leerlingen te behouden.
Soorten werkvormen:
- Aanbiedende werkvormen: presenteren van de leerinhoud a.d.h.v. een
uiteenzetting. Leerkrachtgestuurd
- Gespreksvormen: tweerichtingsverkeer leerkracht is een van de participanten in het leerproces
- Opdrachtvormen: taken of opdrachten geven aan de leerlingen leerkracht werkt begeleidend op de
achtergrond
- Complexere werkvormen: bv: excursie, hoekenwerk…
1.5 LEERINHOUD EN LEERSTOF
Leerinhoud = WAT de leerlingen moeten leren om de doelen te bereiken
Bv: tafel van 7, kenmerken van een prooidier, de relatie tussen reliëf en
klimaat, bronnen kritisch raadplegen, een tekst expressief voorlezen…
Leerstof = MIDDEL om de leerinhoud te bereiken vervangbaar
Bv: een konijn, kaarten van Centraal-Afrika, artikels uit de Story, de tekst ‘een
pechdag’…
1.6 LEERMIDDELEN
Leermiddelen = materiële hulpmiddelen die de leerkracht of de leerlingen
gebruiken om de onderwijs- en leeractiviteiten efficiënter te laten verlopen.
Helpen om de doelen efficiënt en effectief te bereiken, niet om de les leuk te
maken de drager van je leerstof en leerinhoud
2
, 1.7 EVALUATIE
Evaluatie = het resultaat van het leerproces wordt bekeken en gewaardeerd
op basis van vooropgestelde doelen.
Onze evaluatievorm moeten we afstemmen op onze doelen (cognitief,
psychomotorisch, dynamisch affectief)
‘Breed evalueren’= alle doelen in het oog houden, onmiddellijk feedback
geven, leerlingen een actieve rol geven bij het evalueren
Functies verbonden aan evalueren:
- Formatieve functie: staat in dienst van het leerproces
Leerling krijgt feedback op zijn eigen leerproces en zoekt samen met de leerkracht hoe die verder
kan evolueren
Leerkracht wordt geïnformeerde over de onderwijspraktijk en kan aanpassingen doen
- Summatieve functie: evalueren van het leren, eindoordeel vellen (bv: diploma)
1.8 PROFESSIONELE IDENTITEIT
Professionele identiteit = hoe je jezelf als leerkracht ziet en hoe je als leerkracht wil zijn persoonlijke
invulling
Aspecten professioneel zelfverstaan:
- Zelfbeeld
- Zelfwaardegevoel: tevredenheid over het werk
- Beroepsmotivatie
- Taakopvolging: wat een leerkracht vindt dat hij moet doen om het gevoel
te hebben goed werk te leveren
- Toekomstperspectief: verwachtingen beroepssituatie in de toekomst
Heeft een grote invloed op jouw didactisch en pedagogisch denken en handelen
1.9 MAATSCHAPPIJ- EN MENSBEELD
Maatschappij- en mensbeeld = maatschappelijke evoluties en visie op de mens en
de maatschappij bepalen het pedagogisch en didactisch handelen.
Denkbeelden, gehelen van opvattingen worden vaak geconstrueerd door
ideologische groeperingen
Ze zijn plaats- en tijdafhankelijk: in de huidige maatschappelijke context is
diversiteit de norm.
2. RELATIES TUSSEN DE COMPONENTEN VAN HET DIDACTISCH MODEL
2.1 RELATIE DOELSTELLINGEN EN BEGINSITUATIE
Beginsituatie is bepalend voor de keuze van de doelstellingen doelen beperken of uitbreiden om in te spelen
op de beginsituatie van de leerlingen. Door het bereiken van doelen verandert de beginsituatie.
3
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur maritvandenabbeele. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,19. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.