De babytijd (eerste levensjaar)
Baby- of zuigelingperiode : 2de maand tot wanneer kind stevig kan stappen en begint te
spreken ( 12 – 15 maand)
De ontwikkeling is zeer indrukwekkend door het snelle tempo en het bereikte niveau
-> van hulpeloze baby naar krachtige ‘voetganger’
Lichamelijke ontwikkeling
Lichaam groeit bijzonder snel gedurende het eerste jaar (toename lengte en gewicht is
groter dan in enige andere periode in de latere ontwikkeling)
-> geboortegewicht verdubbelt na 5 & 6 maanden en verdrievoudigt na één jaar
-> lengte is gemiddeld 50cm, neemt in het eerste jaar 1/3 toe (72-75cm)
Niet alle delen groeien even snel -> hoofd is ¼ van het lichaam
In de eerste 2 jaar begint de rest van het lichaam aan een inhaalbeurt (kind = 2j : hoofd is 1/5
van de lichaamslengte & begin volwassenheid: 1/8)
Aantal principes die aan de grondslag liggen van onze groei:
Cefalocaudaal principe (van hoofd tot staart)
-> richting van de groei: begint met het hoofd en de bovenste lichaamsdelen om uit te
breiden naar de rest van het lichaam (zowel voor als na de geboorte)
=> visuele vermogens ontwikkelen (bevinden zich in ons hoofd) eerder dan het vermogen
om te lopen (bevinden zich aan het einde van het lichaam).
Proximodistaal principe (dichtbij en ver weg)
-> romp groeit eerder dan armen en benen, pas daarna vingers en tenen.
Ook de ontwikkeling van het vermogen om verschillende delen van het lichaam te
gebruiken, verloopt volgens dit proximodistaal principe.
Principe van hiërarchische integratie
-> complexe vaardigheden bouwen voort op eenvoudigere vaardigheden
Eenvoudige vaardigheden ontwikkelen zich onafhankelijk van elkaar, later worden ze
geïntegreerd in complexere vaardigheden
bv. grijpen -> bewegen van individuele vingers beheersen
Principe van de onafhankelijk van systemen
-> verschillende lichaamssystemen hebben een verschillend groeitempo.
Als het ene systeem groeit, hoeft dit niet per se te betekenen dat er ook groei is in andere
systemen
Andere ontwikkelingen tijdens de babytijd:
De voeding en het aantal wijzigt.
Rond 4de maand: fruitpap & 4 à 5 voedingen per dag
Vanaf 5de maand: groenten en vlees
Vanaf 9de maand: boterham & 4 voedingen per dag volstaan
1
, Melkgebit begint door te breken (in 2de halfjaar)
middelste snijtanden, eerst van de onderkaak -> dan van bovenkaak (6de-8ste maand) -
> buitenste snijtanden (8ste-12de maand) -> eerste kiezen, hoektanden en 2 valse
kiezen (tweede jaar)
=> De leeftijd per individu kan vrij groot verschillen, maar een afwijking in de
volgorde wijst vaak op een storing in de ontwikkeling
De schedelbeenderen groeien gedurende het 1ste jaar aaneen tot een vast geheel
-> de fontanellen sluiten zich pas in de 1ste helft van het 2de jaar
(bij baby’s met weinig hoofdhaar zie je tijdens het zuigen de fontanel mee op en neer
gaan)
Fontanel = opening tussen de delen waaruit de schedel is opgebouwd (de
scheldebeenderen)
Hoofdhaar bij de geboorte -> foetaal
-> kan nog helemaal verdwijnen voor het definitieve haar begint te groeien (kan
andere kleur)
Rond 6de maand: volledige beharing van de schedelhuid
Motorische ontwikkeling
Duidelijke fysieke verandering aan motorische vaardigheden tijdens eerste jaar
Niet alle kinderen kunnen op dezelfde leeftijd dezelfde motorische gedragingen uitvoeren.
-> motorische ontwikkeling verloopt niet in vaste volgorde
Bv. niet alle kinderen die vroeg kruipen, kunnen vroeg lopen. Er zijn zelfs kinderen die nooit
kruipen
Het gaat van grove naar fijne motoriek : proximo-distaal & hiërarchische integratie
In grote lijnen zijn er 5 fasen:
1. Kijkstadium (0-3 maanden)
2. Grijpstadium (3-6 maanden)
3. Zitstadium (6-9 maanden)
4. Kruipstadium (9-12 maanden)
5. Loopstadium (12-15 maanden)
= cefalo-caudaal
Kijkstadium (0-3 maanden)
Baby verkent zijn wereld vooral door te kijken en te observeren
-> begint met beperkte volgbewegingen en evolueert tot mogelijkheid om hoofd en romp op
te richten om zijn omgeving te bekijken
o 1ste maand: hoofd soms opheffen als het bij de schouders wordt vastgehouden
In buiklig hoofd zijwaarts draaien
o 2de maand: hoofdje korte tijd rechtop houden. Bij steun in de rug wordt het hoofd
geheven.
In buiklig heft het kindje hoofd en borstkas op
in ruglig -> doelloze bewegingen
De ogen volgen al wat langere tijd een voorwerp
o 3de maand: hoofd stevig rechtop houden als men schouders vastheeft.
Kan zich van rug- in zijlig draaien.
Spel met eigen vingers start, wanneer deze elkaar toevallig ontmoeten.
2
, Grijpstadium (3-6 maanden)
Grijpen van voorwerpen -> belangrijk om omringde wereld te verkennen, manipuleren en
later begrijpen.
Met blik en grijpen -> bekijken, betasten en zuigen aan dingen die hij vastpakt
Grijpreflex verdwijnt tussen 2 & 4 maanden -> mogelijkheid om ‘doelgericht’ te grijpen
(eerst enkel naar voorwerpen reiken, nu vastpakken)
5 à 6 maanden: met volle hand een object vastpakken
= handgreep = palmgreep = grijpen met gelijktijdig buigen van de vingers (voordien met
vlakke hand grijpen)
In elk hand kan nu een voorwerp worden gegrepen en vastgehouden.
Rond 6 maanden: voorwerpen van ene naar andere hand overbrengen
-> ingewikkelde vaardigheid voor baby’s (tegelijk met ene hand loslaten en met andere
grijpen)
=> baby beschikt over minimale oog-handcoördinatie (psychomotoriek)
Rond 7de maand: grijpen en hanteren van een voorwerp met 1 hand = palmgreep
-> handgewricht wordt vrij gedraaid
Ver verwijderde voorwerpen gaan aandacht trekken en er wordt naar ‘gegrepen’
bv. een gevallen voorwerp
=> in het grijpen zelf zien we een verfijning van de motoriek optreden, waarin oppositie van
duim en functie van de vingers geleidelijk steeds belangrijker worden.
De grijpbeweging verplaatst zich van handpalm naar vingers en opponerende duim, totdat
baby van 9 à 10 maanden de pincetgreep kan.
= duim en wijsvinger vormen samen een cirkel -> koekjeskruimel of knikker oprapen
Wijsvinger wordt een echte ‘aanwijsvinger’ -> in kleine openingen stoppen (bv. neusgat,
stopcontact)
Zitstadium (6-9 maanden)
Vanaf 6 maanden willen baby’s graag zitten
-> bij handje vastnemen & ze trekken zich tot op zithouding
-> flink rechtzitten in kinderstoel (met steun)
Rond 8 maanden: meeste baby’s kunnen rechtop zitten (vaak met 1 of 2 handen om op te
steunen voor evenwicht)
-> geleidelijk aan langer rechtop zitten zonder steun & spelen in die houding
Rond 10 maanden: meeste baby’s kunnen vanuit willekeurige positie (buiklig, ruglig,
kruiphouding,…) zelfstandig in zithouding gaan zitten.
3
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur charlie1350. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.