Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Recht leerjaar 1 €7,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Recht leerjaar 1

 15 vues  0 achat
  • Cours
  • Établissement
  • Book

In deze samenvatting staat alles wat je moet weten voor je tentamen recht in het eerste jaar van je Social Work opleiding. Ik vind het zelf fijn om niet al te beknopt samen te vatten, ik hoop dat jij er daardoor ook wat aan hebt en er een mooi cijfer mee haalt! Met het gebruik van deze samenvatting...

[Montrer plus]

Aperçu 4 sur 47  pages

  • Non
  • Basisstructuur van het recht deel 1, hoofdstuk 1 § 1.1 t/m 1.6 deel 1, hoofdstuk 2
  • 26 septembre 2021
  • 47
  • 2021/2022
  • Resume
avatar-seller
Samenvatting Recht in de zorg- en welzijnssector
Hoofdstuk 1 basisstructuur
Rechtsgebieden
1. Burgerlijk recht/ civielrecht/ privaatrecht; burger – burger
- Natuurlijk personenrecht; recht van de persoon zelf, recht van de persoon in
relatie met familie of levenspartner.
- Rechtspersonenrecht; vereniging of organisatie die net als een natuurlijk persoon
aan het rechtsverkeer deelneemt.
- Vermogensrecht; alle rechten met betrekking tot vermogen van iemand.
Vermogen; alle rechten en plichten die op geld waardeerbaar zijn. bv.
eigendomsrecht  recht op dingen waar je voor hebt betaald, vaak een stoffelijk
object.
- Goederenrecht; rechten die een zaak betreffen.
- Verbintenissenrecht; op basis van een overeenkomst met elkaar rechten en
plichten ten opzichte van elkaar hebben.
Goederenrecht + verbintenissenrecht = vermogensrecht.

2. Strafrecht; overheid – burger
- Geboden/ verboden; boete, bekeuring of straf als deze overtreden of niet
nageleefd worden.
- Algemene bepalingen; rechtsregels bij strafrecht. Hierin staan straffen die je
opgelegd kunnen worden.
- Procedureregels; beschrijven precies welke maatregelen onder welke
omstandigheden gebruikt worden.
- Rechtssubject; personen bv.

3. Administratief recht/ bestuursrecht; burger – overheid
Bevat de meest recent ontstane rechtsregels.
- Actief optredende overheid; zorgt voor het bevorderen van de sociale verzorging,
goede gezondheidszorg en werkgelegenheid staan centraal.
- Overheidsorganen krijgen door rechtsregels bestuursrecht; overheidsbemoeienis
met het maatschappelijke leven  organisaties en burgers weten daardoor waar
ze recht op hebben en hoe ze recht kunnen halen bv. vergunningen aanvragen.
- Procedure regels aanwezig als organisatie of een burger zicht te kort gedaan
voelt.

4. Staatsrecht; bevat alleen materieel recht. Functie is het aansturen van ons land.
- Staatsorganen; koning, ministers, Staten Generaal (SG), provincies, gemeenten,
rechtelijke macht.
- Grondrechten; worden gehandhaafd door de overheid.
- Stemrecht; kiezen en gekozen kunnen worden. Wijze waarop burgers invloed
kunnen uitoefenen op de samenstelling van de staatsorganen.
De staat is een rechtspersoon; heeft het de bevoegdheid om rechtshandelingen te
verrichten, dan valt de staat wel onder bestuursrecht in relatie tot de burger.
5. Publiekrecht; overheid – burger
- Bestaat uit; strafrecht, administratief/ bestuursrecht en staatsrecht.



1

, - Functies overheid; straffen, bestuurder, staatsorgaan. Overheid zorgt voor het
algemeen belang. Het recht van de burger moet daar soms voor wijken, als de
overheid daar een bijzondere reden voor heeft.
Rechtsregels

- Materieel recht; rechtsregels die bv rechten en plichten tussen ouders en
kinderen beschrijven. Spelregels van maatschappelijk gedrag.
- Formeel recht; spelregels van procederen als rechten geschonden worden. De
rechter weet hierdoor welke wegen hij moet bewandelen.
- Dwingend recht; regels waarvan burgers absoluut niet mogen afwijken, vaak het
geval wanneer de regel de positie van een zwakkere beschermd.
- Aanvullend recht; de aard van de regel is slechts aanvullend, als partijen zelf
geen regeling hebben getroffen. Hebben partijen dat wel  gaat dat voor
wettelijke regels.
- Semidwingend recht; als van een regel mag worden afgeweken en daarbij
aangegeven wordt via welke normen dat mag.
Rechtsbronnen
Rechtsregels zijn ergens te vinden, ze hebben een oorsprong. Geschreven rechtsregels zijn
voor algemene situaties in bepaalde maatschappelijke contexten. Rechtsregels gelden pas
nadat de regels bekend zijn gemaakt. Burgers mogen bij de rechter beroep op de regels
doen. De wet en het verdrag zijn rechtsbronnen van geschreven regels.

- De wet; hierin staan regels die zijn gemaakt door de wetgever (provinciaal en
gemeentelijk). De wet is voor burgers de belangrijkste rechtsbron.
- Het verdrag; bevat regels die het resultaat zijn van een overeenkomst tussen
verschillende landen en internationale organisaties. Een land dat partij is van een
verdrag mag geen regels hebben die in strijd zijn met de internationale regels van
het verdrag. Zijn nationale regels van een land in strijd met een direct
verbindende internationale regel  nationale regel moet voor internationale regel
wijken.
Gewoonte en Jurisprudentie
Rechtsbronnen van ongeschreven regels. Als een gewoonte echt ingeburgerd is en door
veel mensen als objectief recht ervaren wordt is het een ongeschreven rechtsregel.
Ongeschreven gewoonten worden vaak vastgesteld in richtlijnen, codes, protocollen en
standaarden  pseudowetgeving.
Jurisprudentie; rechtsregels die door rechters gevormd zijn naar aanleiding van een conflict
dat door partijen aan de rechter is voorgelegd. Recht/uitspraak dat de rechter spreekt na
‘overleg’ met andere rechters. Dit gebeurd als het niet volgens de algemene rechtsregels kan
gaan.
Interpretatiemethode
Als een rechtsregel die een rechter moet toepassen onduidelijk is, moet er een nieuwe
rechtsregel worden gevormd volgens de interpretatiemethode.

- Grammaticale interpretatie; wat staat er nu echt?
- Historische interpretatie; wat was de bedoeling van de opstellers van de wet?
- Teleologische interpretatie; wat is de maatschappelijke context waarin de wet
functioneert?



2

, - Anticiperende interpretatie; de rechter houdt rekening met een rechtsregel die nog
niet is ingevoerd, maar wel komt.
Kan de rechter voor een bepaalde situatie geen rechtsregels vinden? Hij moet wel
rechtspreken  rechter maakt zelf recht, dit heet rechtsvorming. Kan op twee manieren:

- Naar analogie redeneren; wettelijke rechtsregel wordt uitgebreid naar een situatie
die er in eerste instantie niet onder viel.
- A contrario redeneren; rechter past wettelijke rechtsregel alleen toe op het
uitdrukkelijk genoemde en daarmee niet op de nieuwe situatie.
Elke rechterlijke uitspraak is vastgelegd in een vonnis.
Hoofdstuk 2 staatsrecht- en bestuursrecht
2.5 t/m 2.5.4.
Algemeen verbindende voorschriften (avv’s)
Avv’s zijn besluiten die niet specifiek voor een bepaalde situatie gelden en die voor burgers
bindende regels bevat. Komen in alle lagen van de overheid voor; rijk, provincie, gemeenten.
Avv’s kunnen ook alleen in bepaalde provincies of gemeenten gelden.
Avv’s zijn wetgeving in algemene zin als:

- Het een schriftelijk besluit is
- Van een overheidsorgaan is dat tot regelgeving bevoegd is.
- Het algemene, de burgers bindende regels bevat.
- Het in onbepaald een aantal gevallen van toepassing is en voor herhaalde
toepassing in nieuwe situaties vatbaar is (onpersoonlijk).
Wetgever
De wetgevingsprocedure hangt af van wie de wetgever in dat concrete geval is. Het product
krijgt en eigen naam afhankelijk van wie de wetgever is. Drie verschillende wetgevers
1. Regering en Staten Generaal; formele wetgever. Kan wetgeving in materiële zin
maken die hij denkt nodig te hebben, het product heet wet in formele zin.
2. Regering; koning en ministers. Het product van de wetgeving heet Algemene
maatregel van bestuur (AMvB).
3. Minister of staatssecretaris; ministeriële regeling.
Attributie
Rechtstreekse manier van bevoegdheidsverkrijging. Als de formele wetgever een
bestuursorgaan rechtstreeks bevoegdheid geeft tot het maken van wetgeving in materiële
zin. De bevoegdheid mag niet gedelegeerd worden, wetgever die bevoegdheid gekregen
heeft moet de wetgeving ook zelf maken.
Delegatie; indirecte bevoegdheidsverklaring. Als de formele wetgever zijn bevoegdheid
doorgeeft aan bv. de regering.
Wetgeving in materiële zin (avv); staat in het wetboek of de wet. Is gemaakt door de regering
(koning en ministers) en Staten Generaal. Het product is AMvB.
Is de wetgeving in materiële zin gemaakt door een minister of staatssecretaris  product
heet een ministeriële verordening of regeling

- Straffen mogen alleen in AMvB worden opgenomen als de formele wetgever
daarvoor bevoegdheid geeft.
- Regering krijgt grenzen om AMvB’s te maken, ook voor bepaalde onderwerpen
geldt dat deze alleen door regering en SG geregeld mogen worden.

3

, De Formele wetgever mag altijd strafbepalingen maken, geeft hij deze taak door aan
regering heet dat delegatie. Zie figuur 2.3 blz 33 wetgevingsproces

Totstandkoming AMvB
1. Het besluit moet door de ministerraad besproken en besloten worden.
2. De Raad van State moet advies geven.
3. Publicatie in het staatsblad.
Voorhangprocedure; Eerste en/of Tweede kamer kunnen gedurende dertig dagen vragen om
de AMvB alsnog in de vorm van een wetsvoorstel aan het parlement voor te leggen.
Een minister heeft nooit eigen bevoegdheid, is altijd afhankelijk van datgene wat hem wordt
toebedeeld. Voert de minister een taak uit  product heet ministeriële regeling. Moet in het
staatsblad gepubliceerd worden.
Zie figuur 2.4 blz 34 wetgeving in materiële zin

Wetgeving op decentraal niveau
Door Provinciale staten en gemeenteraad. Gaan deze tot regelgeving over  product heet
verordening. Dat bestaat uit

- Medebewind; centrale overheid geeft opdracht om medewerking aan bepaalde
regelgeving te verlenen.
- Autonomie; Provinciale staten en gemeenteraad hebben betreft hun eigen
huishouding zelfstandig de bevoegdheid om verordeningen te maken. Soms moet
het door een hoger orgaan vooraf worden goedgekeurd  preventief toezicht.
Repressief toezicht; de verordening wordt achteraf door een hoger orgaan vernietigd.
Algemene plaatselijke verordeningen (APV’s); gemeentelijke verordeningen waarin
strafsancties op bepaald gedrag worden gesteld. Ze moeten voorgelegd worden aan
gedeputeerde staten, niet mee eens?  vernietigen.
Commissaris van de koning en burgermeester zijn verplicht om alle besluiten die zij strijdig
achten met hogere regelgeving te melden. Zie figuur 2.5 blz 35 wetgeving in materiële zin
Wetgevingsproducten kunnen in strijd zijn komen met elkaar, welke wet voorrang heeft staat
hieronder beschreven.
1. Internationaal verdrag.
2. Grondwet.
3. Wetgeving in formele zin.
4. Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB).
5. Ministeriële regeling of verordening.
6. Provinciale verordening.
7. Gemeentelijke verordening.
Staatsrecht
Staatsrecht bevat regels voor de staat. Rechtsgemeenschap van overheid en burgers
(onderdanen) op een bepaald grondgebied. Overheid voert gezag uit.
Hoofdonderdelen; staatsorganen en bevoegdheden. Grondrechten; fundamentele rechter
van de burgers.
Kenmerken van de Nederlandse staat
1. Macht; om misbruik te voorkomen is een goede constructie nodig. Machtenscheiding;
organen houden zich met bepaalde macht bezig en moeten elkaar controleren.

4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur lauripoppe. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

73314 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€7,49
  • (0)
  Ajouter