SPORTRECHT
HOOFDSTUK I. WAT IS SPORTRECHT ?
• Inleiding
o Evolutie
▪ Sportgebeuren is nog moeilijk los te koppelen van zijn juridische context
▪ Waar de sportbeleving lange tijd verliep volgens de eigen sportregels en sportprocedures en
zonder inmenging van buiten uit, zorgden evoluties voor de juridisering van het sportlandschap
o Juridisering van de sport
▪ Interne evolutie met de commercialisering en internationalisering van de sport
▪ Toenemende publieke ‘sportwetgeving’ en de groeiende rol van de rechter in sportzaken
• Sportrecht
o De vele definities en verschillende dimensies van sport
▪ Definitie: bestaat uit twee elementen ‘sport’ en ‘recht’
➢ Het woord ‘sport’ vindt zijn oorsprong in de Franse term ‘desporter’, zich ontspannen
➢ Een eenvormige definitie van sport bestaat niet
▪ Geen eenduidige definitie, maar een vorm van fysieke activiteit zal altijd aanwezig zijn
➢ Van Dale: “lichamelijke bezigheid ter ontspanning of als beroep met spel- of
wedstrijdelement waarbij conditie en vaardigheid vereist zijn, respectievelijk bevorderd
worden en waarvoor bepaalde regels gelden”
➢ Vlaams decreet inzake de erkenning en subsidiëring van de georganiseerde sportsector:
“sportactiviteiten individueel of in ploegverband met competitief of recreatief karakter”
➢ Raad van Europa in het Europees Handvest voor de Sport: “alle vormen van lichamelijke
activiteit die, door toevallige of georganiseerde deelname, streven naar de uitdrukking of
verbetering van de lichamelijke fitheid en het mentaal welzijn, die sociale relaties creëren
of resultaten boeken op alle niveaus”
➢ Renson: “sport wordt datgene waarmee mensen bezig zijn wanneer zij beweren aan sport
te doen”
▪ Bij gebrek aan eenduidige definitie wordt vaak met criteria gewerkt
➢ Onderscheid tussen criteria die sport onderscheiden van louter recreatieve activiteiten en
criteria welke gebaseerd zijn op veiligheid, ethische overwegingen en de legitieme
structuur van sportorganisaties
➢ Evolutief karakter van sport: steeds ruimere maar vagere betekenis
▪ Belang van de juridische definiëring van sport
➢ Toepassing wetgeving: bepaalde wetgeving zal slechts van toepassing zijn als het effectief
om sport gaat
➢ Voorbeeld 1: dopingcontrole tijdens een catch-event waardoor een van de spelers door de
Disciplinaire Commissie Medisch Verantwoorde Sportbeoefening een verbod werd
opgelegd tot deelname aan sportmanifestaties gedurende een periode van twee jaar
❖ Beroep werd ingesteld bij de Disciplinaire Raad nadat de catcher van mening was
dat dopingcontroles enkel kunnen plaatsvinden in de sportwereld, maar dat men
geen sport aan het uitoefenen was en dus het verbod ongeldig was want er kon en
mocht geen dopingcontrole hebben plaatsgevonden
❖ Problematiek voor de Raad: er bestond geen definitie voor het begrip ‘sport’ in het
Decreet Medisch Verantwoorde Sportbeoefening => zelf definitie uitgeschreven:
“een activiteit van fysieke of geestelijke aard, die kracht of vaardigheid vordert en
1
, bevordert en die uitgeoefend wordt om in competitie te treden met zichzelf of met
derden teneinde een zo goed mogelijk resultaat te behalen”
❖ Definitie werd toegepast op de zaak en de Raad stelde vast dat catch niet onder het
toepassingsgebied van de definitie viel en dus de activiteit waar de dopingcontrole
plaatsvond niet als sport kon worden beschouwd, maar als een artistiek uitgevoerd
schijngevecht met als gevolg dat de decretale regelgeving niet aan de orde was
De zaak uit 1977 betrof een ‘sporter’ die geweigerd had een dopingcontrole te ondergaan en hiervoor door de
Disciplinaire Commissie een schorsing van twee jaar opgelegd kreeg. Hij tekende beroep aan omdat de
desbetreffende discipline, catch, niet als sport erkend werd waardoor de dopingregelgeving niet van toepassing
zou zijn. Artikel 2, 2° van het toenmalige decreet van 27 maart 1991 inzake medisch verantwoord sporten
definieerde enkel het begrip ‘sportmanifestatie’ zonder ‘sport’ als zodanig te definiëren. De Raad hanteerde
vervolgens een eigen definitie. Sport impliceerde volgens de uitspraak van de Raad een activiteit van fysieke of
geestelijke aard, die kracht of vaardigheid vordert en bevordert en die uitgeoefend wordt om in competitie te
treden met zichzelf of met derden teneinde een zo goed mogelijk resultaat, bijvoorbeeld een persoonlijk record na
te streven of het winnen van een wedstrijd of kampioenschap te bereiken.
Bij catch is het, nog steeds volgens de uitspraak van de Raad, voor de beoefenaars zelf zonder belang wie wint of
verliest. “Vaak kan men zich niet van de indruk ontdoen dat er op voorhand afspraken zijn gemaakt omtrent het
scenario van het ‘gevecht’ en de uiteindelijke afloop ervan. Het gaat eerder om een artistiek uitgevoerd
schijngevecht dan een echt gevecht met het oogmerk zijn rivaal te verslaan. Het competitie-element, dat essentieel
verbonden is aan het begrip sport, ontbreekt dan ook. Catch moet dan ook eerder beschouwd worden als een vorm
van een theater in plaats van een vorm van sport.” Daaruit volgde dat de manifestatie waaraan men deelnam niet
werd gecatalogeerd als een sportmanifestatie in de zin van het decreet en dat de initiële vordering van de
administratie strekkende tot het opleggen van een disciplinaire sanctie onontvankelijk werd bevonden.
➢ Voorbeeld 2: sporttakkenlijst => geen lijst die zegt wat sport is of zaken die als sport
moeten worden beschouwd
❖ Decreet erkenning en subsidiëring van de georganiseerde sportsector, in het
bijzonder sportfederaties
✓ Decreet voorziet een aantal voorwaarden om als sportfederatie erkend te
kunnen worden
✓ “sportactiviteiten die in individueel of in ploegverband met competitief of
recreatief karakter worden beoefend en waarbij de sportbeoefenaar de
bedoeling heeft om zijn lichamelijke ontwikkeling te stimuleren of zijn conditie
op peil te houden of te verbeteren”
❖ Het decreet voorziet daarbij dat de regering een sporttakkenbeleid voert, waarbij
enkel sporten die opgenomen zijn in de sporttakkenlijst voor subsidiëring in
aanmerking komen: drie criteria waarvan er minstens twee moeten zijn voldaan om
te kunnen worden opgenomen in de lijst en op die manier als sportfederatie in
aanmerking te komen voor subsidies
✓ Fysieke activiteit: een door een sportfederatie gereglementeerde fysieke
activiteit betreffen met een cardiovasculair trainingseffect die een persoon in
gezonde, milieuvriendelijke, ethisch en medisch verantwoorde
omstandigheden verricht
✓ Erkende sport door het IOC (Internationaal Olympisch Comité): olympisch zijn
of vertegenwoordigd worden door een internationale organisatie die
opgenomen is in de ledenlijst van de internationale unie van sportfederaties
2
, ✓ Draagvlak hebben in Vlaanderen: een voldoende groot draagvlak hebben in
Nederlands taalgebied
▪ De vele definities van sport en de daarbij behorende criteria hebben met elkaar gemeen dat zij
aangeven dat sport niet alleen betrekking heeft op fysieke activiteit maar daarnaast op
verschillende vlakken een belangrijke maatschappelijke functie vervult: de Europese Commissie
schreef sport vijf verschillende positieve functies toe
➢ Educatieve functie: bevordering van de persoonlijke ontwikkeling
➢ Gezondheidsfunctie: lichaamsbeweging is essentieel voor een goede gezondheid, wat de
levenskwaliteit tot op een hoge leeftijd positief kan beïnvloeden
➢ Sociale functie: sport is een geschikt instrument in de strijd tegen onverdraagzaamheid en
racisme en kan bijdragen tot de ontwikkeling van teamgeest
➢ Culturele functie: stelt personen in staat een bepaald land beter te leren kennen en zich
er beter te integreren
➢ Ludieke functie: belangrijke factor bij de invulling van vrije tijd
o Afzonderlijke juridische discipline in ontwikkeling: proces van erkenning
▪ De steeds toenemende globalisering en commercialisering van de sportsector leidde tot een
juridisering, waarbij intrinsiek sociale contacten tussen personen een juridisch karakter krijgen
en wetgeving een plaats krijgt in sportreglementering
▪ De groeiende verhouding tussen sport en regelgeving, met een groot aantal sportrechtszaken
sinds de jaren ’90, heeft aanleiding gegeven tot het ontstaan van een sportrecht
▪ In de literatuur bestaat onenigheid over de vraag of sportrecht betrekking heeft op een
afzonderlijke rechtstak dan wel op de relatie tussen sport en recht
➢ In de Engelstalige literatuur is er een tegenstelling gegroeid tussen de klassieke toepassing
van het gemeen recht op sport (‘sport and the law’) en het sportrecht (‘sports law’)
❖ Grayson: verwijst naar een loutere toepassing van rechtsregels op sport en ontkent
het bestaan van een afzonderlijke ‘sports law’ >< Beloff: ‘lex sportiva’ => definieert
‘sports law’ als een nieuw geheel van ongeschreven transnationale normen (welke
volledig autonoom staan tav nationaal recht) dat voortkomt uit de reglementen en
praktijken van de internationale sportfederaties en de rechtspraak van het
internationaal sporttribunaal
❖ Foster: maakt onderscheid tussen ‘international sports law’ en ‘global sports law’
✓ International sports law: toepassing van beginselen van international recht
op sport
✓ Global sports law: autonome transnationale juridische orde gecreëerd door
private instellingen welke de internationale sport besturen => claim van de
sportwereld om te komen tot een privaat systeem van zelfregulering
❖ Siekmann: verdedigt de term ‘sports law’ en maakt een onderscheid tussen
enerzijds ‘lex sportiva’ (publieke aspect) en anderzijds ‘lex ludica’ (private gedeelte)
➢ Ook in de Nederlandstalige en Franstalige literatuur bestaat een gelijkaardig debat
waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen sport en recht (‘droit et sport’) en
sportrecht (‘droit du sport’)
▪ Los van de vraag of vandaag reeds kan gesproken worden over een volwaardig sportrecht kan
minstens gesteld worden dat een proces tot erkenning van sportrecht als een afzonderlijke
juridische discipline op gang kwam
▪ Ook op het niveau van de Europese Unie valt reeds geruime tijd een groeiende relatie tussen
sport en recht waar te nemen
▪ Binnen Vlaamse context wordt een onderscheid gemaakt tussen sportrecht sensu stricto en
sportrecht sensu lato
3
, ➢ Sensu stricto: heeft betrekking op het arbeidsrechtelijk statuut van de sportbeoefenaar,
de antidopingregelgeving en de ondersteuning van sportorganisaties in hun sportbeleid
➢ Sensu lato: heeft betrekking op de sociale zekerheid en het fiscaal statuut van de
sportbeoefenaar en een aantal aspecten verbonden aan de commercialisering en
exploitatie van het sportgebeuren (vb. portretrechten, mediarechten, sponsoringcontract)
o Afbakening
▪ Zeer brede waaier juridische aspecten die verband houden met het sportgebeuren
▪ Focus op sportrecht sensu stricto
• Aansprakelijkheid in de sport
o Aansprakelijkheid in de sport vormt een voorbeeld van de toepassing van algemene rechtsregels op
sportsituaties, maar niet alle schadegevallen leiden tot juridische procedures: drie casussen
▪ Berckmans t. Pijnen
➢ Feiten: beroepswielrenner Berckmans kwam in de eindspurt zwaar ten val met ernstige
kwetsuren tot gevolg en daagde de volgens hem verantwoordelijke renner rechtstreeks
voor de correctionele rechtbank
➢ In haar vonnis stelde de rechtbank dat men de regels van de algemene zorgvuldigheid en
voorzorg moet naleven ten overstaan van derden + reglement van de KBWB verbiedt het
dat renners tijdens de spurt van hun lijn afwijken om te verhinderen dat een andere
renner hen zou voorbijsteken: foutieve rijwijze van Pijnen maakte volgens de rechtbank
een onzorgvuldigheid uit met onopzettelijke slagen en verwondingen en een schending
van het reglement
▪ Lozano t. Desloover
➢ Feiten: bij een poging om de bal te veroveren, liep voetballer Lozano een dubbele
beenbreuk op als gevolg van een trap van Desloover waarop klacht werd ingediend
➢ Correctionele rechtbank sprak Desloover vrij van het toebrengen van vrijwillige slagen en
verwondingen want het vereiste opzet (oogmerk om te schaden) kon niet worden
bewezen, maar na herkwalificatie kwam men in beroep wel tot de vaststelling dat
Desloover rekening houdende met de risico’s inherent aan de sport door gebrek aan
voorzichtigheid of voorzorg onopzettelijke slagen en verwondingen had toegebracht want
een normaal en zorgvuldig voetbalspeler zou in dezelfde specifieke omstandigheden geen
trap geven op het steunbeen in plaats van op de bal wanneer een andere speler de bal
probeert te intercepteren => op basis daarvan werd hij veroordeeld
➢ Hof van Cassatie vernietigde de uitspraak omwille van procedurele redenen en verwees
de zaak naar een ander hof van beroep dat Desloover vrijsprak: het hof onderzocht of
Desloover in de bewuste spelfase een fout beging die een normaal en zorgvuldig speler in
dezelfde omstandigheden niet zou hebben begaan en stelde daarbij dat de spelregels van
de beoefende sport een belangrijk doch geen beslissend criterium vormen om de
schuldvraag op te lossen => het hof oordeelde dat de zorgvuldigheidsnorm niet werd
overschreden en dat het neerkomen van het been op het steunbeen van Lozano te wijten
was aan een ongelukkige en onvoorzienbare samenloop van omstandigheden die deel
uitmaken van de normale risico’s die inherent zijn aan de beoefening van de sporttak
▪ Criquielion t. Bauer
➢ Feiten: kritieke fase in de eindspurt van het wereldkampioenschap wielrennen waarbij
Criquielion ten val kwam na contact met Bauer
➢ In hoofdorde werd opzettelijke slagen gevorderd en in alternatieve orde onopzettelijke
verwondingen, maar Bauer werd voor beide vrijgesproken
4
, ❖ Omtrent de tenlastelegging van het toebrengen van opzettelijke slagen stelde de
rechtbank dat de beeldopnames met de nodige omzichtigheid geïnterpreteerd
dienden te worden en dat er onvoldoende eenduidige elementen voorhanden
waren om de these te bevestigen
❖ De zorgvuldigheidsnorm dient steeds te worden gekaderd in het
causaliteitsbeginsel, rekening houdende met de context van de zaak: de rechtbank
concludeerde dat het toebrengen van onopzettelijke slagen niet bewezen was
o Krachtlijnen van de aansprakelijkheid: samengevat
▪ Groot aantal mogelijke aansprakelijkheidsvorderingen: tussen sporters onderling, tussen sporter
en toeschouwer, tussen sporter en zijn club, tussen sporter en organisator,…
▪ Onderscheid tussen burgerrechtelijke en strafrechtelijke aansprakelijkheid
➢ Wat de verhouding tussen sport en het strafrecht betreft, wordt aangenomen dat de wil
van de wetgever een rechtvaardiging vormt van de sportbeoefening die aanleiding geeft
tot (on)opzettelijke slagen en verwondingen: sport is als dusdanig niet onderworpen aan
het strafrecht MAAR dat leidt niet tot immuniteit voor strafrechtelijke vervolging
➢ Bij de beoordeling van de fout en dus ook de aansprakelijkheid speelt de algemene
zorgvuldigheidsnorm een belangrijke rol: belang van zowel de beoordeling van de
feitenrechter als van de concrete omstandigheden van de zaak
➢ Wat de risico’s eigen aan de sport betreft, wordt de risicoaanvaarding niet als afzonderlijk
leerstuk erkend maar wel als een feitelijk beoordelingselement gehanteerd ifv de
eventuele aansprakelijkheid: een miskenning van de regels is op zich onvoldoende om
aansprakelijkheid vast te stellen maar kan wel een invloed hebben op de beoordeling
• Wedstrijdvervalsing
o Situering
▪ Wedstrijdvervalsing of ‘matchfixing’ kwam pas recentelijk op de voorgrond: fenomeen dat als de
voornaamste bedreiging van de sport wordt beschouwd
▪ De belangrijkste reden voor deze evolutie ligt bij de commercialisering van de sport en de
wereldwijde groei van de sportweddenschappen, in het bijzonder het online gokken
▪ Beoogde economisch voordeel kan direct of indirect zijn, waarbij een onderscheid gemaakt kan
worden tussen wedstrijdvervalsing omwille van weddenschapsmotieven en wedstrijdvervalsing
omwille van sportieve motieven
o Initiatieven ter bestrijding van wedstrijdvervalsing
▪ Vermits wedstrijdvervalsing in zijn huidige context en proportie een recent fenomeen betreft,
zijn de initiatieven ter bestrijding van deze problematiek veelal nog in ontwikkeling
▪ Zowel d sportsector als organisator van sportwedstrijden als de overheid hebben er belang bij
dat er een ‘zuiver product’ kan worden aangeboden: samenwerking tussen de verschillende
betrokken actoren
o Juridische context
▪ Juridisch landschap wat de bestraffing van wedstrijdvervalsing betreft, is zeer divers
▪ Onderscheid tussen drie groepen landen
➢ Landen zoals België die algemene regelgeving inzake corruptie of fraude hanteren
❖ Concreet ligt de juridische basis voor de vervolging en bestraffing van
wedstrijdvervalsing in de bepalingen van het Strafwetboek inzake private omkoping
❖ Daarnaast kunnen feiten inzake wedstrijdvervalsing in België eventueel ook worden
vervolgd obv de regelgeving inzake financiële fraude, criminele organisaties,
diefstal, afpersing en witwaspraktijken
➢ Landen zoals het VK dat met zijn Gambling Act specifieke regelgeving voorziet
5
, ➢ Landen die de bestraffing van specifieke sportinbreuken in hun regelgeving voorzien
o Versterkte samenwerking in de strijd tegen wedstrijdvervalsing
▪ Verschillende initiatieven in de strijd tegen wedstrijdvervalsing: waarschuwingsmechanismen,
ethische codes en preventiecampagnes
▪ Sterke samenwerking tussen de sportorganisaties en de publieke overheden
▪ Initiatieven die de problematiek van wedstrijdvervalsing op de internationale agenda plaatsten
en waarbij een aantal maatregelen vooropgesteld werden
▪ Wat de publieke overheden betreft, blijkt het Europese continent een voortrekkersrol te spelen
➢ Vanuit de Raad van Europa in 2008 goedkeuring gegeven mbt een resolutie omtrent
ethiek in de sport waarin de problematiek van wedstrijdvervalsing, corruptie en illegaal
gokken in de sport als een nieuwe uitdaging vermeld werden
➢ Aanbeveling in 2011 die een definitie van wedstrijdvervalsing omvat en de lidstaten van
de Raad van Europa oproept om een beleid en maatregelen uit te werken met als doel
wedstrijdvervalsing te voorkomen en te bestrijden
➢ In opvolging van deze aanbeveling werd in 2014 de Conventie inzake het manipuleren van
sportwedstrijden goedgekeurd: beschermen van de integriteit en ethiek van de sport
❖ Met respect voor de autonomie van de sport
❖ Dubbele doelstelling
✓ Voorkomen, detecteren en sanctioneren van het manipuleren van nationale
en internationale sportwedstrijden
✓ Promotie van nationale en internationale samenwerking tussen de betrokken
publieke overheden, sportorganisaties en organisatoren van
sportweddenschappen
o Kansspelwetgeving: het is aan de sporters verboden om deel te nemen aan enig kansspel indien de
betrokkene een rechtstreekse invloed kan hebben op het resultaat ervan
• Sport en gender
o Nieuwe Belgische transwet uit 2017: medische ingrepen niet langer vereist om de genderidentiteit ook
juridisch door te trekken
o Overlegtool transgenderpersonen in de sport
o Basisprincipes zijn het gelijkheidsbeginsel en het verbod op discriminatie
o Zaak Caster Semenya
▪ Zuid-Afrikaanse atlete met hoge testeronwaarden
▪ Nam deel aan een geslachtstest waaruit bleek dat zij over een gen beschikte waardoor haar
geslachtsklieren zich zouden hebben ontwikkeld tot inwendige testikels: hyperandrogene vrouw
▪ Atletiekfederatie stelde nieuwe regels op over testeronwaarden: atletes die als vrouw door het
leven gingen, mochten geen testeronwaarden hebben vergelijkbaar met die van mannen
▪ Hyperandrogene vrouwen moesten dan maar een behandeling ondergaan en middelen nemen
om hun testeronwaarden te doen zakken
▪ TAS-panel oordeelde over de redelijkheid, noodzakelijkheid en proportionaliteit van de regel en
kwam tot de conclusie dat de reglementering discriminerend was en verwees daarbij ook naar
de neveneffecten van hormoonbehandelingen
6
, HOOFDSTUK II. STRUCTUREN, BRONNEN EN GESCHILLENBESLECHTING
• Inleiding
o Het sportrecht is geëvalueerd naar een complex gegeven met vele actoren met vaak uiteenlopende
belangen: structuren van de sport zijn vaak nauw verwant met de organisatie van de sport op
verschillende niveaus
o Naast de klassieke bronnen van het recht (wetgeving, rechtspraak, rechtsleer) vormen ook de door de
sportverenigingen vastgestelde reglementen een belangrijke bron
▪ Deze reglementen hebben betrekking op de organisatie van de sport en omvatten een aantal
rechten en plichten van de sportbeoefenaars
▪ LET OP: reglementen zijn enkel geldig en afdwingbaar voor zover zij niet strijdig zijn met het
gemeen recht
• Structuren in de sport
o Sportstructuren
▪ Sport wordt veelal in verenigings- of clubverband uitgeoefend: nemen de juridische vorm aan
van een vereniging zonder winstoogmerk => uitgangspunt is de vrijheid van vereniging
▪ In Europa worden de structuur en kenmerken van de sport vaak benoemd onder de term
‘Europees sportmodel’ en tegenover het Noord-Amerikaanse sportmodel geplaatst
➢ Europees versus Noord-Amerikaans sportmodel
Kenmerken Europees sportmodel
❖ Europees sportmodel gekenmerkt door piramidestructuur
✓ Waarbij de clubs aangesloten zijn bij een regionale sportbond, welke op zijn
beurt deel uitmaakt van een nationale federatie
✓ De verschillende nationale federaties zijn aangesloten bij een
overkoepelende organisatie op Europees niveau, welke onder toezicht staat
van een internationale federatie
❖ Het Europees sportmodel kent een bijzonder systeem van promotie en degradatie
waarbij ploegen in principe obv louter sportieve successen kunnen opklimmen
vanaf het allerlaagste regionale niveau tot de top van de Europese competities
❖ Daarbij wordt het Europees model gekenmerkt door een sterke basis op clubniveau
(de zogenaamde ‘grassroots approach’) en een sterke vrijwilligerswerking
❖ Het Europees sportmodel wordt ten slotte gekenmerkt door een sterk
nationaliteitsgevoel met internationale competities tussen nationale ploegen
Kenmerken Noord-Amerikaans sportmodel
❖ Het Noord-Amerikaans sportmodel wordt gekenmerkt door een sterke scheiding
tussen amateur- en professionele sport, een grote rol voor scholen en colleges, een
gesloten competitie, een sterke commercialisering en collectieve arbeidsregelingen
met aanzienlijke beperkingen tav teams en spelers
➢ Vroeger scherpe tegenstelling, nu evolutie van het Europees model die ook kunnen
worden teruggevonden in het Noord-Amerikaans model
❖ De tegenstelling tussen het Europees en het Noord-Amerikaans sportmodel werd in
het verleden vrij sterk gesteld, waarbij op Europees beleidsniveau opgeroepen
werd tot maatregelen om het Europees sportmodel te vrijwaren
7
, ❖ Onder invloed van een aantal ontwikkelingen (vb. toenemende commercialisering
van de sport en de betrokkenheid van nieuwe actoren) blijkt het onrealistisch om
een eenvormig model voor de organisatie van de sport in Europa te definiëren
❖ Hoewel een aantal kenmerken van het Europees model behouden blijven, groeien
beide sportmodellen die een aantal gelijkenissen kennen naar elkaar toe
SCHEMA
EUROPEES NOORD-AMERIKAANS
Piramidestructuur Amateur versus professionals
Promotie obv sportieve verdienste en degradatie Rol scholen en colleges
Vrijwilligers en verenigingswerkers: economische Gesloten competitie
belangen die vasthingen aan de sport waren vroeger
zeer beperkt
Nationale identiteit Commercialisering
Internationale competities Beperkingen teams en spelers: ploegen mogen slechts
een beperkt percentage van hun budget besteden aan
lonen
Negatieve uitwassen Collectieve onderhandelingen
• Verhouding tav de publieke overheden: verhouding tussen sport en de overheid
o Algemeen
▪ Sportwereld is in se een private wereld en komt soms bijna in conflict met de overheden
▪ Simplistisch geschetst zijn er twee uitersten: tweedeling tussen Zuid- en Oost-Europa (landen die
een interventionistisch sportwetgevingsmodel kennen) en Noord- en West-Europa (landen die
een niet-interventionistisch sportwetgevingsmodel kennen)
o Autonomie en specificiteit van de sport
▪ Twee belangrijke concepten in de relaties tussen de sportsector en de publieke overheden
▪ Autonomie
➢ De autonomie van de sport is nauw verwant met de vrijheid van vereniging en het recht
van deze verenigingen om eigen structuren op te zetten en eigen reglementen uit te
vaardigen: de mate waarin sportsector onafhankelijk is, eigen regels en structuren heeft
➢ Wordt gerespecteerd door de overheid, maar is wel voorwaardelijk want de sportsector
zal rekening moeten houden met het gemeen recht
➢ Onderscheid tussen horizontale en verticale autonomie
❖ Horizontale autonomie
✓ Onafhankelijkheidsautonomie tav de overheid
✓ Duidt op de onafhankelijkheid van de sportorganisaties: zowel wat hun
organisatie, reglementen als tuchtrechtspraak betreft tav de publieke
overheden MAAR deze autonomie wordt in de regel erkend zolang de
sportverenigingen het gemeen recht naleven
✓ Het feit dat publieke overheden steeds vaker overgaan tot het subsidiëren
van de sport en daaraan een aantal controlemechanismen koppelen, wordt
soms als een beperking van deze autonomie gepercipieerd
❖ Verticale autonomie
8
, ✓ Duidt op de verhouding tussen sportverenigingen op een lager niveau tav
sportverenigingen op een hoger niveau binnen eenzelfde sport
✓ Het feit dat de spelregels voor een bepaalde sport wereldwijd van toepassing
zijn, vormt een belangrijke beperking van deze autonomie: wet versus
reglement maakt de sportmaterie complex
✓ Binnen de sportwereld zelf bestaat er ook een hiërarchie tussen het IOC,
internationale sportorganisaties en nationale bonden
▪ Specificiteit
➢ De specificiteit van de sport wordt veelal naar voor geschoven als argument in het
pleidooi van de sportsector voor een bijzonder statuut voor de sport, waarbij het gemeen
recht niet of niet onverkort zou toegepast kunnen worden: in België valt daarbij op dat
voor sport een afzonderlijke gunstigere regeling inzake socialezekerheidsbijdragen en
fiscaliteit bestaat
➢ Komt voort uit de vroegere rechtspraak van het HvJ waarbij werd geoordeeld dat sport
onderhevig is aan het Europees recht voor zover het een economische activiteit betreft,
maar omwille van de specificiteit van de sport kan het Europees recht niet onverkort
worden toegepast
❖ Het Europees niveau vormt nog steeds een belangrijk forum waar het ruimere
debat omtrent de verhouding tussen sport en recht gevoerd wordt
❖ De oorsprong van de idee dat sport een aantal bijzondere kenmerken heeft welke
de toepassing van de rechtsregels kunnen beïnvloeden, gaat terug tot de vroegere
situatie waarbij sport een loutere vrijetijdsbesteding was en de sportsector zich
volledig autonoom van de publieke overheden organiseerde
❖ In het Europees debat is de specificiteit van de sport te herleiden tot de vroegere
rechtspraak van het Hof van Justitie en de poging van het Hof om uit te leggen
waarom het Europees recht niet speelt tav de samenstelling van nationale ploegen
✓ Walrave-zaak: “Het discriminatieverbod heeft geen betrekking op de
samenstelling van sportploegen, met name in de vorm van nationale ploegen,
daar de opstelling deze ploegen alleen van belang is voor de sport en als
zodanig buiten de economische activiteit staat.”
✓ Donà-zaak verfijnde deze stelling: “De bepalingen inzake vrij verkeer van
personen en diensten verzetten zich niet tegen een regeling of praktijk
waarbij buitenlandse spelers van deelneming aan bepaalde wedstrijden
worden uitgesloten om niet-economische redenen die verbad houden met het
specifieke karakter en het kader van deze wedstrijden en waarbij het dus
uitsluitend om de sport als zodanig gaat.”
✓ Bosman-zaak: bevestiging door het HvJ van (1) de specifieke situatie van
nationale teams en (2) het grote maatschappelijke belang van de sport
Hoewel de stelling dat wedstrijden tussen nationale ploegen buiten de economische activiteit staan reeds ten tijde
van de Walrave-zaak in twijfel kon getrokken worden en vandaag manifest onjuist is, stemt deze overeen met het
algemeen gevoel dat de samenstelling van nationale ploegen een zaak is van ‘national pride and identity’ welke
enkel de sportfederaties aanbelangt en waartegen het Europees recht zich niet verzet. Daarmee gaf het HvJ aan
dat sport op een aantal vlakken een bijzondere positie inneemt wat de toepassing van het Europees recht betreft.
➢ Bij gebrek aan een eenduidige definitie van de specifieke kenmerken van sport kan
verwezen worden naar de verschillende aspecten die in dit verband reeds naar voor
gebracht werden: a contrario redenering: niet-economisch => in de jaren ’70 en ’80 was
sport nog geen grote economische activiteit
9
, ❖ De niet-economische aard van sport wordt benadrukt om het Europees recht geen
toepassing te laten vinden
❖ Zo argumenteerde de Belgische Voetbalbond in de Bosman-zaak dat alleen grote
Europese clubs als ondernemingen kunnen worden beschouwd en dat clubs zoals
deze van Bosman een te verwaarlozen economische activiteit verrichten + ook in de
zaak Deliège werd door de sportbonden de nadruk gelegd op de amateurstatus
❖ MAAR deze argumenten werden door het HvJ steeds weerlegd waarbij het Hof
benadrukte dat een inperking van de werkingssfeer van de Europese rechtsregels
niet kan aangewend worden om elke sportactiviteit van de werkingssfeer van het
verdrag uit te sluiten DUS sport kan niet zomaar en zeker niet altijd volledig buiten
de toepassing van het Europees recht vallen
❖ De a contrario redenering wordt steeds minder bruikbaar want enerzijds
evolueerde de sportsector naar een belangrijke economische sector en anderzijds
breidden de bevoegdheden van de Europese Unie zich in de loop der jaren uit naar
minder of niet-economisch getinte materies
❖ Naast de argumentatie omtrent het al dan niet economisch karakter van sport
worden tal van aspecten gelinkt met de specifieke kenmerken van sport
➢ Kenmerken: onderscheid tussen een theoretische, sociologische en politieke benadering
enerzijds en een meer pragmatische benadering waarbij de eigenlijke bijzonderheden van
sport in overweging genomen worden anderzijds
❖ Sociologische en politieke stroming
✓ Benadrukt de verschillende elementen die samenhoren in de sport en
verwijst zowel naar de multifunctionele aard van de sport (vb. stimuleren
sociaal contact en gezondheidsbevorderend karakter) als naar de aard van de
sportcompetities, de eigenlijke spelregels => meer dan alleen het fysieke
element (de wens om het Europees sportmodel te vrijwaren sluit hierbij aan)
❖ Pragmatische stroming
✓ Terug te vinden bij de Europese Commissie en het HvJ waardoor het ook
meer invloed heeft op de nationale rechters: EU-recht wordt toegepast op de
sport, maar wel rekening houdende met specifieke kenmerken van de sport
✓ Belangrijke overwegingen in dit verband betreffen het feit dat deelnemers
met gelijke kansen moeten kunnen aantreden en het belang van het
vrijwaren van de onzekerheid van het resultaat: dit houdt nauw verband met
de interdependentie die tussen de tegenstanders dient te bestaan
✓ Onzekerheid van het resultaat is vereist: concurrentie moet kunnen worden
gegarandeerd om het juist interessant te kunnen houden
✓ Daarbij aansluitend werd ook het belang van het goede verloop van de
sportcompetities en de rol die hierbij voor de sportfederaties weggelegd is
erkend (vb. in de zaak Lehtonen erkende het HvJ het belang van
transfertermijnen voor het goede verloop van sportwedstrijden)
➢ Conclusie: de erkenning van de specifieke kenmerken van sport kan NIET leiden tot een
algemene uitsluitingspositie van sport
Ondanks het ontbreken van een sluitende definitie of omschrijving van de specificiteit werden de specifieke
kenmerken van sport door het HvJ en de Commissie meermaals in overweging genomen om het Europees recht
niet onverkort toe te passen. Daarbij staat tevens vast dat de erkenning van de specifieke kenmerken van sport niet
kan leiden tot een algemene uitsluitingspositie van sport, waarbij sport volledig buiten het toepassingsgebied van
het Europees recht komt te staan.
10