Gestalte: Totaalbeeld, geheel meer dan samengestelde delen. Staat ook in relatie tot
externe determinanten die zowel van objectieve, reële als van transcendente,
immateriële aard kunnen zijn.
Vb. Gebouwen: meer dan muren met ramen en vensters en deuren. Meer dan
afzonderlijke beschrijfbare en meetbare eigenschappen.
Materialiseren: Arch is in zijn essentiële functie en betekenisvol vormgeven aan
materie en tegelijk vorm en ruimte genereerd. -> onafscheidelijk van elkaar
Betekenis word vooral politiek gestuurd. Nu ook minder formele actoren:
Middenveld en burgerbewegingen.
Grootste activist van de omgeving is de mens:
Macroschaal Stedenbouw en ruimtelijke planning
Mesoschaal gebouwen
Microschaal interieur
Lopen in elkaar over.
1.2. Vitruvius
3 fundamentele componenten
∴ Utilitas= nuttigheid -> Functie
∴ Venustas= vormschoonheid -> Vorm
∴ Firmitas= stevigheid -> constructie
∴ + Wonen
∴ + omgeving
Bouwproces en maatschappelijk proces: mens in zijn omgeving woont
Ruim geïnterpreteerd als zowel de fysische als de psychosociale die zowel endogeen
d.i. vanuit het privatief wonen als exogeen d.i. vanuit het publiek wonen. -> dorp,
gemeente, stad.
1.3. Baukultur
= Wanneer dat maatschappelijk proces van het wonen en bouwen herkenbaar is aan
de regio of volk
= Omvat elke menselijke activiteit die de gebouwde omgeving veranderd. Met
betrekking op de natuurlijke omgeving. Omvat bestaande gebouwen, inclusief
monumenten en andere elementen van het cultureel erfgoed en het nieuwe.
Er is dringend behoefte aan een nieuwe adaptieve benadering om onze gebouwen
vorm te geven. Een benadering die:
∴ Verankerd is in cultuur
∴ Sociale samenhang opbouwt
∴ Ecologisch en duurzaam
∴ Bijdragen aan gezondheid en welzijn
Dan heb je kwaliteitsvolle Baukultur
,1.4. Constructie
= De materialisering van de vorm en de functie, tot het gestalte. Factoren die
bepalend, determinerend zijn voor materiële omzetting van functie naar vorm en
ruimte
Materialisering = in deze, voornamelijk een fysische proces.
! Constructie behoort tot het domein van de positieve wetenschappen
Algemeen
∴ Wiskunde en meetkunde
∴ Fysica
∴ Statica
∴ chemie
Toegepast
∴ Materiaalkunde
∴ Sterkteleer
∴ Bouwfysica
∴ Draagstructuren
∴ Grondmechanica
∴ HVAC (Heating, ventilation, air-conditioning)
∴ Geluid en akoestiek
∴ Ecologie
Technologisch (uitvoering)
∴ Bouwsystemen
∴ Technische instalaties
∴ Bouwmethodiek
∴ Bouweconomie
∴ Bouwproces
⇒ In constructie komen alle eigenlijk samen maar wel ingedacht met het wonen.
1.5. Tektoniek
Architectonisch denken= geïntrigeerd en synthetisch deze wetenschappen toepassen
in architectuur; Logisch en bouwtreffend denken.
° Tektoniek staat in zijn primaire betekenis voor de opbouw van geologische
structuren: Bergen, valleien, verschuiving en beweging aardplaten
° Op deze tektonische platen wordt nu verder gebouwd. Gewicht; zwaartekracht;
aardplaten -> krachten: latendaling.
Secundaire betekenis: Logisch systeem waarmee de lasten doorheen het gebouw
nar de bodem afdalen = Draagstructuur
° Derde betekenis: de bouwsystemen die de materialen en de structuur logisch tot
een samenhangend geheel construeert uitgaande van de karakteristieken van
beide en waarbij de materialen en hun topologie de aspiraties van de menselijke
beleving of de bewoning dienen.
Verschil architectonisch en architecturaal
Architectonisch: betrekking hebbend op de bouwkunde
Architecturaal: betrekking hebbend op de bouwkunst
, Tektonisch consequent ontwerpen: de vormgeving en de intrinsieke kwaliteiten van
de materialen en de structuur aanwendt, er minstens rekening mee houdt.
2. Stuctuur
2.1. Structuur
Hoe zicht krijgen op lastendaling?
Essentie: gebouw in een statisch evenwicht. Alle krachten op elk afzonderdeel in
evenwicht zijn en bij uitbreiding het gehele gebouw in rust verkeerd.
Krachten -> vectoren; kracht, richting en grootte zijn belangrijk.
! Som van alle translatiekrachten = 0
! Som van alle rotatiekrachten = 0
Structuur= De materialisering van het systemisch stelsel van translatie- en
rotatiekrachten. Gebouw moet weerstand (reactie) kunnen bieden aan de krachten
(actie). De nodige tektonische massa op de juiste plaats aanbieden om de
inwerkende krachten te dragen en over te brengen. In de bouwen spreekt men dan
ook over draagstructuur.
Ordening: vaak wordt om de structuur begrijpelijker te maken die tektonische massa
volgens afleesbare ordening gepositioneerd.
2.2. Eisen voor een draagconstructie
Structuur moet aan de fundamentele eisen voldoen maar ook aan:
∴ Sterk: niet bezwijken onder belasting
∴ Stijf: niet teveel vervormen
∴ Stabiel: niet wegschuiven, kantelen, kippen, instorten
∴ Duurzaam: functie niet verliezen tijdens de verwachte levensduur.
,2.3. Bouwsysteem en bouwmethode
Bouwen of Bouw= Herkenbare manier van bouwen. Bedacht vanuit tektoniek als
vanuit de uitvoeringstechniek. Zo wordt ook het aspect bouweconomie ingeladen.
Uitvoerders= aannemers
! De aannemers beheersen een bepaald bouwsysteem
∴ Zich daartoe bekwaamd hebben
∴ Daarvoor geëquipeerd zijn let de nodige installaties en materiaal.
∴ Geschikt, competente vakmensen kunnen inzetten
∴ Daarmee een economische positie in de markt hebben weten te veroveren
Bouwmethode= duidt alleen op de zuivere uitvoering van werken zonder daar
tektonische beschouwingen bij te maken.
! Voorbeeld: vrij te kiezen bouwmethode voor een appartementsgebouw
Sommige aannemers zijn gericht op metselwerk andere op ter plaatse gestort
beton. De architect maakt volgens een bepaald bouwsysteem een ontwerp
maar laat aan de aannemer de keuze qua bouwmethode. Bijvoorbeeld tussen
traditioneel metselwerk en gietbouw in beton.
2.4. Massiefbouw
= De lasten worden verticaal naar de fundering en de bodem afgedragen langsheen
de massieve bouwdelen die zoveel massa bezit dat zij in staat is de lasten te dragen
en over te brengen.
! Ramen: te weinig massa -> opl: muur in boogvorm/ondersteunende balk
(Latei, balk, linteel) = De belasting overdragen naar penanten.
Verticale continuïteit= lastendaling is een vereiste, met andere woorden muren
staan steeds boven elkaar.
Vloeren liggen op dragende muren. Muren zijn dus dragend en scheidend. De overige
wanden zijn niet dragend.
2.5. Uitvoeringstechnieken voor massiefbouwmethoden
Stapelbouw= (Meestal hanteerbare) elementen op elkaar gestapeld en onderling
geconsolideerd
Gietbouw= Beton ter plaatse gestort in een kust die dan na verharding voldoende
draagkrachtig is. De instalatie van de bekisting is arbeidsintensief en dus duur. Enkel
in groepswoningbouw en utiliteitsbouw waar eer systematiek en/of repetitie is.
Montagebouw= Pre-fab massieve bouwelementen die op de werf gemonteerd
worden. Voorontwerp intensiever en diepgaander maar een snelle bouw (5X)
, ∴ In beton: betonen elementen worden verbonden door stekwapening op te
gieten met een stelmortel (nat) of bouten, moeten en hoekijzers (droog).
Ramen kunnen al worden ingewerkt. Zwaar, moeilijk transport, 1 gladde kant
∴ In beton door semi-prefabricatie: Zowel voor muren als voor vloeren worden
in de prefabricage blijvende bekistingselementen van glad zichtbeton, 5cm
dik, met nodige wapening en verbindende tralieliggertjes in prefabricage
vervaardigd. Worden door beton aan elkaar gekoppeld. Vloeren = predallen;
muren= premuren.
! Geschikt voor schijvenstructuur= muren vormen evenwijdige schijven die
eventueel als verdiepingshoge balken kunnen fungeren. Vaak in
appartementen.
∴ Montagebouw in CLT: houtbouwmethode, vloeren en wanden uit clt of
kruislaafhout. Pre-fab. Grote elementen en sneldrogende montage.
2.6. Skeletbouw
Kolommen en balken vormen de dragende structuur = dragend geraamte
Vloeren en wanden zorgen voor een functionele indeling en de enveloppe.
Tektonische gezien = raamstructuur
Dragende en scheidende functie zijn van elkaar losgekoppeld. Typisch is het
geordende stelsel van lineaire onderdelen die samen komen in knopen.
Knopen -> scharnieren (geen momenten opnemen) of stijf zijn. (zowel momenten als
dwarskrachten opnemen.
Middelhoge (10< h> 25m) -> meestal in staal of beton
Hoge gebouwen (>25m) -> altijd in staal of beton
(Kan in hout maar word zelden gedaan)
vaak in groepswoningbouw of utiliteitsbouw
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur sterrevdbergh. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,59. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.