Pathologie Ziekteleer
Biopsie Klein stukje weefsel wegnemen
Autopsie Overleden patiënt onderzoeken
Pathogenese Hoe een ziekte is ontstaan
Etiologie Oorzaak van de ziekte
Symptomen Ziektetekens
Diagnose Welke aandoening is het?
Differentiaaldiagnose Symptomen kunnen tot allerlei diagnoses leiden
Ziekteverloop Acuut (snel verloop, dringend), chronisch (slepend, duurt lang) of
recidiverend (opnieuw optreden van symptomen)
Therapie = behandeling: curatief (totaal behandelen/ genezen), palliatief (verzachtend
of verlichtend) , symptomatisch (richten op symptomen niet de oorzaak)
Prognose Vooruitzicht, evolutie
Preventie Iets voorkomen, profylaxis
Negatief, positief resultaat Negatief resultaat: positieve boodschap voor patiënt
Positief resultaat: negatieve boodschap voor patiënt
Diagnosestelling:
Anamnese Bevraging
Lichamelijk/klinisch/fysisch Eerste indruk, palpatie, meten/wegen, bekloppen,…
onderzoek
Investigaties Onderzoeken: scans etc
antecedenten Voorgeschiedenis van de patiënt en de familie, ziektes/ operaties
Heteroanamnese Info bij iemand anders vragen dan bij de patiënt
Palpatie Betasten
Percussie Bekloppen
Auscultatie Met de stetoscoop
PPA Palpation per anum
PPV Palpation per vanium
Faeces Staaltje stoelgang
MRI Magnetic resident imagine
EKG Elektro cardiografie
EMG Elektro meografie = voor spieren
EEG Elektro encografie = voor hersenen
Dermatologie huidziekte
Epiderm Opperhuid met hoorn laag en basale laag
Hoorn laag alles boven de basale laag, droge huid, hier vallen de schilfers af
Basale laag essentieel ontstaat nieuwe huid
Derm Lederhuid met bindweefsel (onder de opperhuid), bindweefsel, capillairen,
zenuwen
Hypoderm onderhuid
Macula vlek (huidverkleuring zonder verhevenheid of verharding)
(ertheem= rood/ cyanose= blauw/ oker= bruin/ vitiligo= wit)
Vesikel Blaasje kleiner dan 0,5 cm gevuld met vocht bv herpes
Zoster Zona of windpokken: zona zijn gordels, een streek die is aangepast, bij
windpokken sta je helemaal vol
Simplex koorstblaasje
Bulla Blaar groter dan 0,5 cm gevuld met vocht (grote vesikkel)
Bv Lyell syndroom, stevenson Johnson syndroom)
Papel Oppervlakkig in de epiderm gelegen
verhevenheid die je niet enkel ziet maar ook voelt
Nodule Een papel die dieper in de huid ligt, gelegen in derm of hypoderm
Pustel Oppervlakkige ettercollectie
Abces Diepe ettercollectie
Ulcus Onderbreking van epiderm en gedeelte derm
1
, Bv decubituswonden
Scabies Schurft
Urticaria Optreden van rode/ jeukende vlekken (lijkt op neteljeuk)
Eczema = jeukende kleine vesikels zowel atopische als contact eczema
Angio-oedeem Huid die gezwollen is (geen afwijking)
Auto immuniteit Falen van het immuunsysteem om ons te beschermen, het valt het eigen
lichaam aan of overdrijven naar de buitenwereld: antilichamen tegen gras etc
Ontsteking/ inflammatie Natuurlijke reactie vh lichaam op irritatie (werking immuunsysteem)
Rubor Roodheid
Color Warmte
Tumor Zwelling
Dolor Pijn
Anorexie Geen eetlust
Uitwendig mechanisme Door de huid en slijmvliezen kunnen we ons verdedigen naar de
buitenwereld
Inwendig afweer Specifiek: humorale immuniteit en cellulaire immuniteit,
niet specifieke afweer: granulocyt, monocyt, interferon, complementair
systeem
Granulocyt Witte bloedcellen
Monocyt Geven aanleiding tot ontwikkeling macrofagen en die gaan de indringer
opeten
Interferon Worden aangemaakt om virussen te bestrijden
t-cellen Behoren tot de cellulaire immuniteit en die zorgt ervoor dat de indringer
vernietigd worden en dat de cellen ook kapot ga. Ze rijpen in de typus
b-lymfocyten Ze maken antistoffen die de pathogeen gaan immobiliseren (onschadelijk
maken) en maakt b-geheugencellen (beschermen ons als dezelfde indringer
terug naar boven komen)
Mechanismen ontsteking Cellulair (cellen gaan zelf op de plaats tss klemmen)
Humoraal (er niet naartoe gaan, antistoffen afschieten
Lokaal (verschillende barrieres)
Infectie Is een inflammatie door binnendringen van micro-organismen en zo ziekte
veroorzaken
Elke infectie is een inflammatie maar niet elke inflammatie is een infectie
Micro- organismen Bacteriën, virussen, funfus, protozoa en heiminth
Corticoïden Krachtigste immunseprusievum (als je da neemt ben je immuun
gecompromitteerd)
Gram positieve bacteriën Bollen (kokken) en staven en die kunnen onderverdeeld worden in aerobe of
anaerobe
Bacteriostatisc dood bacterie niet, belet dat ze vermenigvuldigen
Bactericied dood kiemen
Anaerobe Zonder lucht of zuurstof om energie op te wekken
Aeroob Kan alleen in een zuurstofrijk milieu overleven
Virale infecties Kleinste ziektekiemen die er bestaan
DNA DNA is dubbelstrengs, is opgebouwd uit volgende basen: C,G,A,T, DNA is
opgebouwd uit deoxyribose, blijft altijd in de celkern, bevat info over alle
erfelijke eigenschappen
RNA Is enkelstrengs, opgebouwd uit volgende base: C,G,A,U, opgebouwd uit
ribosomen, voornamelijk in het cytoplasma van de cel, bevat info over de
productie van 1 eiwit
Flattening the curve Mensen die besmet zijn en nood hebben aan een opname in een ziekenhuis
zo laag mogelijk houden
igM Kennismaking antilichamen
igG Geheugen antilichamen
Virale periode Klachten gerelateerd aan de actie vh virus in het lichaam
Iflamatoire periode Periode wrbij het lichaam zelf een reactie op gang brengt omdat die het
2