Aanvankelijk en technisch lezen, spellen en schrijven
Tous les documents sur ce sujet (1)
Vendeur
S'abonner
JudithBruins
Avis reçus
Aperçu du contenu
Aanvankelijk en technisch lezen
Hoofdstuk 1.
Lezen is meestal een functionele taalvaardigheid. Gemiddeld worden er per week zo’n 110 minuten
aan leesonderwijs besteed.
Lezen is een ondersteunende taalactiviteit als het de bedoeling heeft om de leesvaardigheid van de
leerlingen te vergroten. Het gaat dan om de traditionele lessen. Het onderwijs in lezen.
Lezen is een functionele taalactiviteit als de leerlingen hun leesvaardigheid moeten toepassen. Dat
gebeurt in het dagelijks leven, maar ook bij schoolvakken als rekenen. Dit noem je ook schools
functioneel.
Vormen/domeinen van leesonderwijs.
Technisch lezen.
De vaardigheid om geschreven taal om te zetten in gesproken taal. Dit kan door het hardop
verklanken van een tekst of door het innerlijk verklanken. Het gaat in beide gevallen om decoderen.
Het Nederlands heeft een alfabetisch schriftsysteem. Elke spraakklank wordt weergegeven door één
teken. Hierin bestaan drie moeilijkheden.
1. Het herkennen van spraakklanken in een woord. Spraakklanken worden in onze taal niet
weergegeven, maar alleen spraakklanken die betekenisverschil tussen woorden kunnen
veroorzaken. Deur en neus, de eu klinkt anders maar dat maakt geen verschil in betekenis.
Bij bos en boos maakt het voor de betekenis wel uit of je de o of de oo gebruikt.
2. Er zijn niet genoeg letters om alle fonemen weer te geven. In groep 3 leren de kinderen alle
36 basisgrafemen.
3. De koppeling tussen fonemen en grafemen is niet eenduidig. Daarom worden er in het begin
van het leesonderwijs alleen maar klankzuivere woorden aangeboden.
Begrijpend en studerend lezen.
Het achterhalen van de betekenis van een tekst. Begrijpend lezen kan niet zonder technisch lezen.
Het omzetten van grafemen in fonemen legt zo’n beslag op het werkgeheugen dat ze niet in staat
zijn het gelezen te interpreteren. Bij studerend lezen moet ook de lezer ook de inhoud van de tekst
kunnen vastleggen in bv samenvattingen.
Belevend lezen.
De emotionele betrokkenheid van de lezer staat centraal. Het wordt ook leesbevordering genoemd.
,Fasen in het leesonderwijs.
Voorbereidend lezen.
Activiteiten waarbij de kinderen zelf niet lezen, maar die wel op de een of andere manier kinderen
voorbereiden. Dit kan op alle domeinen zijn. Dit wordt ook beginnende geletterdheid genoemd.
Aanvankelijk lezen.
De fase waarin de kinderen de foneem-grafeemkoppeling leren.
Voorgezet lezen.
Als kinderen alle letters kennen. Het gaat om het vergroten van het leestempo, het automatiseren
van leesstrategieën en het realiseren van een goede voordracht.
Manieren van leesonderwijs.
Bij het stillezen lezen de kinderen zachtjes voor zichzelf. Jonge kinderen hebben hier moeite mee,
vaak hebben zij het nodig om de tekst hardop te verklanken. Bij het hardop lezen ligt de nadruk op
een goede voordracht.
Een individuele vorm is de leeskring, waarbij een leerling een stuk tekst voorleest aan andere
kinderen om hen duidelijk te maken wat er zo leuk is aan dat boek. Een special vorm is forum lezen.
Hierbij fungeert een groepje kinderen als een forum dat aan de rest van de klas een tekst voorleest.
Visies op leesonderwijs.
Ondersteunend of functioneel.
Als je het aanvankelijk lezen ziet als ondersteunende taalactiviteit, besteed je vooral aandacht aan
het aanleren van de letters en de je veel oefeningen in het analyseren van woorden. Als je het
technisch lezen vooral ziet als een functionele taalactiviteit leg je de nadruk op situaties waarin het
voorlezen een duidelijke functie heeft en voor kinderen betekenisvol is.
Methodisch of niet methodisch.
Het belangrijkste verschil tussen methodes ligt in de vraag of je kinderen ook letters moet aanbieden
die nog niet eerder zijn behandeld. Sommige scholen werken met niet-methodisch leesonderwijs.
Men probeert vooral aan te sluiten bij de natuurlijke leesontwikkeling van kinderen. Dit wordt
natuurlijk leren lezen of functioneel leren lezen genoemd.
Geïsoleerd of geïntegreerd.
Een geïsoleerde methode legt de nadruk op het verbeteren van de leestechnieken. Bij een
geïntegreerde methode gaat het ook om schriftelijke taalontwikkeling, begrijpend lezen etc.
Sturend of kindvolgend.
Leesonderwijs wordt gestuurd door de methode. Er zijn opvattingen die meer kindvolgend zijn en
pas beginnen met leesonderwijs wanneer het kind daar aan toe is.
, Hoofdstuk 2.
Informatieniveaus
Voor informatieverwerking worden de volgende niveaus onderscheiden.
Visueel niveau
Het gaat om speciale kenmerken van woorden herkennen. Ook de frequentie speelt een rol. De
letter x komt weinig voor, dus een woord met de x wordt snel herkend. Een woord met veel dezelfde
letters wordt makkelijker herkend dat een woord met allemaal verschillende letters. In de beginfase
van het leren lezen maken kinderen het meest gebruik van informatie uit de afzonderlijke letters.
Met iets meer leeservaring gaan kinderen af op clusters van letters. Bij het aanvankelijk lezen maken
kinderen gebruik van het visuele niveau.
Morfologisch niveau
De morfologie van een woord is de manier waarop een woord is opgebouwd. Een lezer zal het woord
vertrouwelijk sneller kunnen lezen als hij het woord trouw herkent. Als je voorvoegsels of
achtervoegsels herkent, zal het leesproces sneller verlopen.
Semantisch niveau
De betekenis van woorden bij het lezen betrekken. Geoefende lezers kunnen ontbrekende woorden
zo invullen op basis van de context.
Syntactisch niveau
Hier gaat het om de relaties tussen woorden, woordgroepen en zinnen. De volgorde van de woorden
in een zin kunnen bepalend zijn voor de betekenis. Ook het gebruik van verwijswoorden. ‘Natasha
huilt, haar poes is dood’. Haar kun je alleen interpreteren door het in verband te brengen met
Natasha.
Modellen over lezen
Over de manier waarop de niveaus van informatieverwerking een rol spelen, bestaan verschillende
opvattingen en modellen. Deze geven het verloop van het leesproces weer.
Bottom-upmodel
De lezer begint met het waarnemen op visueel niveau. Eerst herkent hij de letters, daarna de
opbouw van zinnen en woordgroepen en als laatste wordt er betekenis aan toegekend. In
werkelijkheid verloopt het leesproces anders, omdat je bij het lezen niet precies waarneemt wat er
stat, maar woorden en woordgroepen aanvult op grond van je ervaring.
Top-downmodel
De leerprocessen starten op de hoge informatieniveaus. De waarneming van de afzonderlijke letters
en woorden wordt sterk beïnvloed door de verwachting die een lezer heeft op grond van zijn kennis
van de taal en de werkelijkheid. Een lezer kijkt dus heel globaal naar een tekst.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur JudithBruins. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.