Geschiedenis en ethiek van de film
1. Je verwerft kennis over de belangrijkste ontwikkelingen en stromingen in de
filmgeschiedenis vanaf het ontstaan van het medium tot en met de jaren vijftig in
de VS en Europa, op gebied van filmproductie, -distributie, -vertoning en
esthetiek. Voor elke periode of stroming maak je kennis met historische context,
actoren, films en esthetische conventies.
2. Je verwerft inzicht in de behandelde periodes en stromingen. Je kunt de
belangrijkste fasen en evoluties van het filmmedium onderscheiden en de
politieke, sociale, culturele en economische functies en inbedding ervan
ontleden. Je kunt periodes en stromingen vergelijken. Je leert film in zijn
cultureelhistorische context plaatsen en je hebt oog voor uiteenlopende
historische analyses.
3. Je kunt esthetische en filmhistorische inzichten toepassen op een concrete film
of een reeks films.
H1 Film en geschiedschrijven
Het belang van film als medium
Film is een marginaal aspect geworden. Minder films worden gemaakt, dalende
bioscoopbezoek en ze hebben een grotere concurrent namelijk de ‘nieuwe’
media.
Neen!
Thomas … zei dat het de eerste schakel is van een keten. Dat wil zeggen dat
films nog steeds gemaakt worden en tot voor kort in de bioscoop worden
gelanceerd. Vroeger waren films alleen te zien in de bioscoop, door TV is dit
verspreid. Nu door streamssites.
Synergie: het samenkomen van verschillende kanalen. Je merkt dat de discours
met de bioscoopfilm samenhangt met kwaliteit en hyperproduction.
Film als tijdbeeld: als we een historische film bekijken, dan leren we over de
periode waarover het is gemaakt, maar meer over de periode waar het op dat
moment gemaakt is geweest. Romeinse film in ’20, dan leer je meer over de ’20.
Productie, distributie, vertoning, representatie, beleving en regulering: een
samenvatting van de grote keten van audiovisueel film wordt gegeven. Een
audiovisuele product moet gemaakt worden. Productie is relevant. Distributie;
hoe de films zich verspreiden. De vertoning is een factor die heel vaak en lang
vergeten werd. Representatie daarentegen, de manier hoe films op beeld komen,
dat zie je in historische onderzoek in de orde gezet. Minste aandacht is vaak naar
de beleving, dus de kijkers. Een grote filmhistoricus zei dat het lijkt alsof
filmgeschiedenis geschreven is zonder dat er publieke bij waren. Nu is er veel
veranderd. Maar het leek dat men zich alleen focuste op de film zelf. Het element
hoe mensen beleving geven aan film is cruciaal. Het belang van filmgeschiedenis
om onze om hedendaagse multimediale maatschappij te begrijpen. Je hebt
verschillende modellen hierin. Je hebt studies errond.
,Definitie van film
Drager/technologie
= pellicule (draad van meters DVD, PC, USB = nu werken ze
lang) volledig digitaal (van
Televisie postproductie tot vertoning)
Videocassette
Vorm, inhoud en betekenis /esthetiek
Als er wordt gesproken over genres (animatie, live action,…) dat zijn esthetische
en inhoudelijke categorieën. Als we dat horen dan weten we wat dat betekenen.
Ouder volk zal dat niet meteen begrijpen. We zullen doorheen het verhaal het
vaak hebben over genres en formats.
Filmcultuur
Als je je filmgeschiedenis kent kun je zaken beter plaatsen en de evoluties
herkennen. Ze maken deel uit van filmcultuur (niche, marginaal, artistiek, avant-
garde) maar dat kan liggen aan de vertonningscontext. In de UGC is er een
verschillende soort vibe dat je krijgt als je naar een film kijkt. Dit maakt niet uit of
het goed of slecht is, los hiervan!
Soorten geschiedschrijving
Klassieke filmgeschiedenis
Historische overzicht ‘grand story’; we kijken naar de archieven. De
filmwetenschappers hadden weinig toegang tot bepaalde films. Ze hadden het
steeds over films dat ze ooit hadden gezien, wat een zeer inaccurate beschrijving
was. De desire was er wel en deze nieuwe dynamiek is in de jaren 80 gebeurd.
Deze noemen we ‘the new revisionist film history’. Er wordt hier een stap
gezet bij de archieven (dus zich niet meer baseren op de films die ze hebben
gezien. Ze duiken de archieven in, persoonlijke notities en andere bronnen gaan
raadplegen dan puur filmische en contextuele filmbronnen. De grote werkers aan
de Klassieke Hollywood was de Bordwell van Thomas & Staiger. Ze keken niet
alleen naar de klassieke films, maar maakte een selectie (met representieve
steekproef) waarbij ze gaan zeggen dat ze films onderzoeken die lager staan,
geen esthetieke waarde hebben om de filmgeschiedenis goed te begrijpen. Niet
alleen kijken naar de filmtekst, maar ook naar de filmtekst, met de vraag hoe
kwam dit tot stand.
Ze maken een methode boek en geeft ons een waaier aan mogelijkheden en wat
zeer interessant is, is dat ze aan receptie geschiedenis deden (over publieken, de
vertoningen en wat dit betekende voor groepen en de maatschappij). De finaliteit
van The New Revisionist film History ligt bij het beter begrijpen hoe film tot stand
komt, m.a.w. de context staat nog steeds in functie van de tekst. Een andere
doorbraak van NRFH heeft te maken met de vroege cinema.
Vroege cinema
Primitieve cinema, voor de klassiek Hollywood, wat een negatieve uitspraak is.
Daarom hebben ze de benaming veranderd naar cinema of attractions. De
speculatie en beleving was belangrijk dan de film of de verhalen dat verteld,
,vandaar de naam. Het was voor het publiek speciaal om mensen op scherm te
zien bewegen. Het gaat hier over een beschrijving niet normatief begrip en een
niet gekleurde visie van wat de cinema vroeger was.
New cinema history (hedendaags)
Wat is het verschil tussen de vroege en deze? Men neemt de film niet meer als
centrum, dus het doel van de studie is niet langer in functie staat om het beter
begrijpen van de film. Er is een nadruk gelegd op de context. Men stelt hier de
vraag wat de betekenis is van een film als socio-culturele gegeven. Het gaat dus
niet over een specifieke meesterwerk, maar het gaat over wat de film betekend
in bepaalde contexten en specifieke veranderingen in de maatschappij. Er is hier
meer empirisch onderzoek, meer archieven en conceptuele inzichten. Deze
conceptuele inzichten noemen we The geographicala turn een groter besef en
belang aan de locatie. Dat is niet alleen de plek, maar ook de ruimte (naar de
bioscoop gaan naar een groot stad in India of een klein dorpje in Amerika). Men
vraagt ons af hoe de ruimte cultureel, esthetisch en sociaal construeren, dus niet
alleen de bioscoop, maar alles wat er rondhangt.
Het heeft ook methodologische aspecten, bijvoorbeeld het gebruik van kaarten
heel belangrijk is. Als je bijvoorbeeld in Antwerpen een kaart neemt en je zet alle
bioscopen erop, dan kan je nieuwe inzichten krijgen. Het zetten op een kaart
geeft je visuele inzichten die je normaal niet zou hebben, bijvoorbeeld
clusteringen van verschillende bioscopen.
Een ander element van the GT is het afzonderen van de enorme associatie die
bestaat tussen de groot stad, mobiliteit en film. Vaak worden film gezien als iets
zeer modern en een belangrijke rol heeft, maar niet alleen in de groot stad. In
kleine dorpen werd er naar de bioscoop gegaan of film gekeken. Dat kon in de
kerk zijn, maar het gebeurde. Alle dorpen hadden één of twee bioscopen en
natuurlijk is het iets anders om met je klompen de zandweg af te gaan om naar
het stad te gaan om een film te kijken of met een fancy kleding naar een prachtig
droompaleis naar een film te kijken. Je ziet een duidelijk verschil naar
filmbeleving en we moeten ze beiden analyseren. De focus is verlegt naar de
beleving, de kijkers, het publiek. Ze zijn dan senioren en andere mensen gaan
interviewen om te zien wat het voor hen betekende om in hun jonge jaren naar
de cinema te gaan. Zo heb je materiaal over wat de filmbeleving inhield. Zo krijg
je een andere visie van filmgeschiedenis door de persoonlijke beleving van
verschillende mensen. Dat maakt de studie rijk.
Media archeology (hedendaags)
Als archeologen tewerk gaan bij het bestuderen van film, dan focussen ze zich op
de materialiteit, de aanwezigheid van apparaten. Kittler is de grondlegger
hiervan, een Duitse wetenschapper. Hij heeft het bijvoorbeeld over de
maatschappelijke rol van de Grammofoon, de tijdmachine, en ook de film. Een
deel is dus benaderd over de film zelf. Kittler heeft het dan over de manier
waarop communicatie wordt vastgelegd en wat de impact is van technologie. Hij
zag technologie als verlengstuk van het menselijke lichaam zei men, maar Kittler
zei dat het niet één werd me de mens. Het ligt op zich en heeft een impact op de
mens. Er zijn heel wat kunstenaars die reflecteren naar de technologie en gaan
een visuele benadering hanteren om artistieke praktijken te verrijken.
, Soorten geschiedenis: invalshoek
Je kan kijken naar verschillende dimensies bijvoorbeeld kijken naar de biografie,
industrieel verhaal brengen met focus op de economie, focus op de esthetisch,
focus op de technologie met interactie met de esthetiek of kijken naar de brede
sociale, culturele en economische ideologische verhaal, … . De film is geen
spiegel van de maatschappij, het gaat over een interatie die men moet plaatsen
in een context (die vaak nationaal zal zijn).
Soorten digitale middelen
Een voorbeeld hiervan is the media history digital library was een enorme
database is van boeken en magazines over film en media. Hier kan je lezen in
geuren en kleuren hoe het is om in de cinema te zitten. Je kan ook statistieken
bekijken die de lengte van de shots bijvoorbeeld meten.
Soorten continue herziening
Wat ook gebeurd is een continue zelfreflectie binnen de film. Recent zijn er twee
belangrijke elementen naar voor gekomen die een herschrijving van de
geschiedenis noodzakelijk maken. Dit heeft te maken met de enorme gender bias
(niet alleen in de filmgeschiedenis tbh). Men wil aantonen hoe er achter de
schermen en op andere niveaus in de geschiedenis veel vrouwen actief waren,
terwijl ze in de klassiek geschiedschrijven helemaal onbekend zijn. The Woman
Film Pioneers Project probeert de belangrijke rol van de vrouw in de film aan te
tonen.
Een andere element is hoe wit de geschiedenis was van de film. Hier is ook een
enorm gebrek aan kennis, dat de laatste 10 jaar stillaan een inhaalbeweging aan
het maken. The American Film Project probeert dit ook te doen (alleen in Europa
en VS). De dekolonisering krijgt ook een grote beweging binnen het veld van de
filmstudies ook aan de orde.
Dit zijn vragen die gesteld zijn geweest door (cf. Bordwell & Thompson) bij het
lezen van Cook zijn boek.
o Hoe is het gebruik van film veranderd over de tijd heen? De organisatie, de
vorm, de stijl en genres (commercieel gegeven)
o Hoe hebben de voorwaarden van de filmindustrie het gebruik van het
medium beïnvloeden? Film is als centraal gegeven en zij hebben het over
productie, distributie en vertoning.
o Wat zijn de internationale trends in gebruik, natuurlijk vooral Europa en
VS? Interactie van de economie, technologie, beleid en esthetiek.
o Ontstaan van de film? Wie heeft het uitgevonden en waar? Het is een groot
verhaal, groot discours waarbij er een heldendom denken binnen sluit. Je
hebt één figuur, een witte man natuurlijk, die film heeft uitgevonden. Men
viert hem, terwijl het gaat over de maatschappelijke, economische,
ecologische, culturele processen waardoor bepaalde media doorbreekt. We
willen de compliciteit van de media doorbreken en ons niet laten vangen
door simpliciteit. De grand narratieve, de held, die leiden tot de klassieke
Hollywood cinema, is maar één verhaal. Je kan ook een heel ander verhaal