Uitwerking bijeenkomst 4 Europees En Nationaal Constitutioneel Recht (PUB4021)
Tout pour ce livre (5)
École, étude et sujet
Maastricht University (UM)
Master Nederlands Recht
Europees En Nationaal Constitutioneel Recht (PUB4201)
Tous les documents sur ce sujet (2)
Vendeur
S'abonner
UM99
Aperçu du contenu
EUROPEES EN
NATIONAAL
CONSTITUTIONEEL
RECHT
Literatuur-aantekeningen
, Week 1: Meergelaagde rechtsordes en meergelaagde
regelgeving
Europees Nederlands Staatsrecht (hoofdstuk 1 + 2)
1 Voorwoord
- Staatsrecht niet zien als iets afzonderlijks van de staat, maar kijken naar de internationale en
vooral Europese context. Dit boek zien als aanvulling op huidige handboeken Staatsrecht,
niet als vervanging.
- ‘Wat is er in het nationale staatsrecht, geleidelijk dan wel abrupt, zichtbaar en onzichtbaar,
gebeurd en gebeurt er, als gevolg van toenemende internationalisering en Europeanisering?’
2 Inleiding
- Implementatie van richtlijnen zorgt voor bepaald percentage binnen nationale wetgeving.
- Ook invloed HvJ en EHRM. Daarnaast andere EU-besluiten, zoals aanbevelingen, besluiten,
adviezen, gedelegeerde handelingen, conclusies van de Europese Raad, alsmede gesloten
verdragen door de EU.
- Spill-over: bij de implementatie van EU-recht gaat de harmonisatie verder dan strikt
genomen is voorgeschreven of de wetgever laat zich bijvoorbeeld inspireren om tot
vrijwillige harmonisatie over te gaan door regels met die van andere landen in
overeenstemming te brengen.
- Ook toezichthouders en agentschappen die EU-recht controleren.
- Nationaal staatsrecht bekijken met Europees perspectief:
1. Nationale constitutionele procedures zijn niet meer puur autonoom (nationale
instanties met EU-bevoegdheden)
2. Beleidsvrijheid van nationale bestuursorganen en wetgever worden beperkt
(voetbalclub mag door gemeente niet zomaar worden gesteund volgens EU-recht)
3. Beïnvloeding door het EU-recht van die gebieden waar het strikt genomen niet over
gaat (bv. Algemene wet gelijke behandeling)
4. Nationale discussies en relevante kwesties worden beïnvloed door kennis en inzicht
in buitenlandse ervaringen (benchmarks en best practices elders)
- ‘Hoe ziet multi-level governance er vanuit het perspectief van een nationale staat nu uit?’
3 Drie ‘gescheiden’ werelden: nationaal/internationaal/Europees?
3.1 Inleiding: vervlechting
- EU en lidstaten verweven door ministers die in beide zitting hebben. Hoe is Europees recht in
het nationale recht relevant geworden en welke bevoegdheden zijn afgestaan?
3.1.1 Grondwettelijke bepalingen
- Enabling clauses: bepalingen die aangeven of, dat en hoe, en welke, soevereine
bevoegdheden een staat mag overdragen aan een internationale instantie.
- Nederland heeft geen verdere grenzen gesteld aan deze overdracht, alleen een twee derde
meerderheid (art. 91 lid 3 Gw).
- Core-sovereignty: Bundesverfassungsgericht (BVerfG) geeft aan dat bepaalde bevoegdheden
nimmer mogen worden overgedragen.
3.1.2 Globalisering en vervlechting
1
, - Globalisering: tendens naar toenemende internationale vervlechting en wederzijdse
afhankelijkheid en beïnvloeding, met een corresponderende afname van nationale
autonomie, juridisch dan wel feitelijk.
- EU formeel internationale organisatie, maar veel federale kenmerken: toekenning en deling
van bevoegdheden, beschermingen van de staten, onafhankelijke rechter (HvJ), en organen
die de burgers vertegenwoordigen (Europees Parlement) en de constituerende entiteiten
(Europese Raad en de Raad).
3.2 Federale organisatie
- EU is internationale verdragsorganisatie. Staten dus meesters van de verdragen, maar toch
veel kenmerken die aan federale staten worden toegerekend:
o Bevoegdhedenverdeling tussen EU en lidstaten. Exclusieve bevoegdheden voor de
EU.
o EU-recht prevaleert boven nationaal recht en nationale rechters passen EU-recht
toe.
o Bevoegdhedenverdeling kan slechts worden aangepast bij verdragswijziging met
instemming van alle lidstaten.
o Onafhankelijke instantie controleert bevoegdhedenverdeling (Hof van Justitie).
o Burgers zijn rechtstreeks vertegenwoordigt in het Europees Parlement.
o Lidstaten worden vertegenwoordigd in de (Europese) Raad.
o Commissie vertegenwoordigt de belangen van de EU
o Lidstaten werken loyaal mee aan effectuering van het EU-recht (art. 4 lid 3 VEU)
3.2.1 Loyale samenwerking
- Sincere cooperation/’comity’: beginsel van loyale samenwerking in federale stelsels.
- Waar zijn de effecten van dit beginsel (art. 4 lid 3 VEU) terug te vinden?
1. Rechtspraak van het HvJ over rechtsmiddelen voor nationale rechters om de
effectieve werking van het EU-recht te verzekeren.
2. Verplichting om samen te werken en af te zien van eigen optreden dat het
gemeenschappelijke EU-beleid in gevaar brengt.
3. Voor het stellen in gebreke van staten wanneer ze niet voldoende meewerken aan
de vervulling van de taken van de Commissie.
4. Wanneer staten private actoren in hun land moeten bestrijden die negatieve impact
hebben op de fundamentele EU-rechten.
5. Bij actuele problematiek wat betreft staatssteun en de noodzaak deze terug te
vorderen (Starbucks in Nederland).
3.2.2 Nationale soevereiniteit en democratie
- Soevereiniteitsoverdrachten en verplichtingen namens loyale samenwerking zouden in strijd
zijn met statelijke soevereiniteit of (nationale) democratie. Maar: staten hebben ingestemd
met het lidmaatschap en de verdragen dus naar formeel nationaal constitutioneel recht is er
niks aan de hand. Democratieaspect is vooral een discussie over de verhouding tussen
statelijke democratie en de uitdrukking van de volkswil in nationale parlementen.
3.3 De complexe dubbele legitimiteit
- Duale legitimiteit in de Europese democratie. Enerzijds het Europees Parlement dat per vijf
jaar rechtstreeks verkozen wordt. Daarnaast de nationale parlementen die controle houden
op de nationale regeringen. De duale legitimiteit is complex omdat:
1. De nationale praktijk maakt in welke mate de tweede poot vorm krijgt.
2. Beide legitimiteiten zijn tegengesteld. De ene heeft een nationale focus, de andere
een Europese. Lastige dubbele pet voor nationale parlementen: 1) maker en
2
, controleur van nationale kwesties en 2) bijdrage leveren aan de EU. Op z’n minst
gezegd een lastige dubbele pet.
- Europese Raad heeft aan terrein gewonnen wat betreft legitimiteit t.o.v. het Parlement.
Europese Raad werkt met consensus. Dit vertraagt soms wel door eigenbelang.
- ‘Output legitimacy’: oplossingen spelen een rol bij het verkrijgen van legitimiteit.
- De Europese Raad ontwikkelt beleid, de Commissie is instrumenteel aan het omzetten van
dat beleid in de noodzakelijke wetgeving.
- Europese Raad heeft meer invloed gekregen, maar legitimiteit is niet toegenomen door:
1. Tijdens crises veel en lang vergaderen, burger denkt dat er geen urgentie is.
2. Bijeenkomsten zijn niet openbaar, geen indruk van grote transparantie.
3. Tijdsduur vaak niet evenredig aan ernst van de crisis, geen daadkrachtige actie.
4. Legitimerende controle van nationale parlementen komt niet van de grond.
5. Belangen van lidstaten lopen niet parallel met de gemeenschappelijke koers.
- Doordat er in de Europese Raad al consensus ontstaat, kunnen nationale parlementen hier
achteraf vaak weinig meer aan veranderen. Ook Frans-Duitse onderonsjes schaden de
politieke slagkracht, net zoals rijkere landen t.o.v. armere.
- Paradox: juridisch nemen nationale democratie en soevereiniteit af bij een toenemende
internationalisering van kwesties, maar feitelijk nemen ze toe als staten zich aaneensluiten
om die internationale nieuwe werkelijkheid het hoofd te bieden.
3.4 Veelgelaagde rechtsordes (multi-level governance)
- Maatschappelijke problemen worden niet vanuit één entiteit gereguleerd, maar vanuit
meerdere publiekrechtelijke entiteiten. Dit wijst niet per definitie op hiërarchie, maar op
verschillende actoren met verschillende bevoegdheden.
- Juristen proberen di te beheersen door te spreken van voorrang, suprematie en hiërarchie
van regels. Internationaal recht (dus ook EU-recht) prevaleert boven nationaal recht (art. 93
jo. 94 Gw en EU-rechtspraak). Binnen de nationale staat is er hiërarchie en suprematie van
de Gw.
- Afdwingen internationale suprematie: infractieprocedure (art. 258 VWEU), procedure art. 7
VEU en sancties op grond van het Fiscal Compact.
- Het goed blijven nagaan van verschuivingen van bevoegdheden is belangrijk, vanwege de
democratie, maar ook om te verzekeren dat macht beperkt en gecontroleerd blijft.
4 Soevereiniteit?
4.1 Inleiding
- Wat is het soevereiniteitsaspect en hoe helpt het ons verder? Soevereiniteit speelt een grote
retorische rol bij EU-discussies. Juridisch bestaat er gedeelde soevereiniteit.
4.2 Soevereiniteit: één woord, meerdere betekenissen
- Betekenis Van Dale: oppermachtige heerschappij, hoogste staatsgezag
- Betekenis bijvoeglijk naamwoord: van geen hoger gezag afhangend: oppermachtig
- ‘Sovereign equality’, ‘mythology of sovereignty’. Soevereiniteit van staatshoofden bestond
sinds de Romeinse tijd (Ulpianus). Daarna bij de soevereine vorsten.
- Volkssoevereiniteit: legitimiteit van de staat vindt zijn juridische grondslag bij het volk.
- ‘Sovereignty of parliament’: gedachte van geregelde en regelmatige verkiezingen.
- ‘Individual sovereignty’: autonomie van personen over de inrichting van hun persoonlijk
leven.
4.3 De EU
3
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur UM99. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.