Begrip
Jeugdbeschermingsrecht sensu lato/in brede zin
geheel van juridische regels die het welzijn en de ontplooiing van jongeren beogen te
bevorderen en te waarborgen
burgerrechtelijk statuut vd mija
welzijnsrecht
sociaal recht
onderwijs
strafrechtelijke bescherming
verbod kinderarbeid
jeugdgezondheidszorg
…
Wordt eerder gezien als jeugdrecht deze term, niet jeudbeschermingsrecht
Jeugdbeschermingsrecht sensu stricto !!!
« Het geheel van juridische regels betreffende de overheidsinterventie, d.m.v. specifieke instellingen
of voorzieningen, met het oog op bijstand aan jongeren wier welzijn of ontplooiing onvoldoende
wordt gewaarborgd door het gezinsmilieu en de algemeen-maatschappelijke voorzieningen. »
Hoe maatschappij omgaat met jongeren die problemen hebben
Die waarborg moet in eerste instantie komen v het gezin
En sl algemeen-maatsch voorziening bieden… soms niet genoeg dus ingrijpen vanuit
overheid
Randgebieden bv bijslag vr kinderen met handicap
Begrip jeugdbeschermingrecht BWJI art 5 – BEVOEGDHEIDSVERDELING!!
Cursus: koepelterm vr oa jeugdhulprecht, jeugddelinquentierecht (MOF), administratief
sanctierecht vr mija, beschermingsrecht vr geesteszieke mija & het interventierecht tav
ouders met oog op bescherming mija
Omschrijving
Twee soorten hulpverlening (niet onderscheiden obv VOS en MOF !!)
buitengerechtelijke/sociale/vrijwillige
gerechtelijke/gedwongen
Twee (drie) doelgroepen (mengeling mogelijk)
VOS’sen (woordje opvoeding weg) Decr int jeugdhulp art2, p7, 54°
Bv jrb dwingend wijze maatregelen opleggen dr gemandateerde voorziening of vordering
OM art 47 D IJH
MOF’ers (nog niet volledige schuldinzicht) jeugdelinquentiedecreet art 2 7°
(geesteszieken)
Twee bevoegdheidsniveaus BWHI !
federaal
gemeenschappen
, Rood: fed bevoegdheid
Geel: gemeenschaps
Tussenpositie: gemandateerde jhv (tssn vrijwillig en gerechtelijk)
,Beginselen
Recht sui generis (enige in zijn soort)
Geen aparte rechtstak
Onderdeel publiekrecht
Band met andere rechtstakken
Strafrecht
Sociaal recht / welzijnsrecht
Verder: burgerlijk recht (algemeen juridisch statuur v mija en ouders bepaald),
procesrecht (procedure jeugdrecht), mensenrechten…
Functioneel rechtsgebied
Procedureel, materieel en principieel verband tssn SR en JDR
pr : strafprocesrecht geldt, behoudens afwijkingen in het JBR zelf
m : strafrechtelijk misdrijfbegrip met afwijking vh moreel element = als misdrijf
omschreven feit
princ : mensenrechten, enkele (straf)rechtelijke bepalingen,..
Gevolgen en beperkingen ‘sui generis’-karakter
- Typische strafrechtelijke figuren in beginsel niet v toepassing of eigen invulling
- Rekening houden met gegeven dan recht dynamisch gegeven is
Respect voor de rechten van het kind
Van rechtsobject naar rechtssubject
Vb: van absolute vaderlijke macht naar doelgebonden ouderlijk gezag
Belang vd mija = eerste overweging (art. 3 Kinderrechtenverdrag)
Behoud van band met ouders én gezonde ontwikkeling in veilige omgeving (EHRM, 6 juli
2010)
Vaag, evolutief en waardegebonden
‘Machtsgevoelig’
Concrete gegevens
Veronderstelt participatie en behoorlijke rechtswaarborgen
Gezinsgerichtheid
Gezin = « natuurlijke en fundamentele kern vd maatschappij »
Gezin = « eerste verantwoordelijke voor opvoeding, ontwikkeling en welzijn vh kind »
Kinderrechtverdrag art18, art 27 & art 5
Art 203p1 BW
Hulpverlening: gericht op gezinsmilieu
Voorkeur voor minst ingrijpende maatregelen
Gericht op behoud in / terugkeer naar het gezin
Niet te allen prijze
Betrekken ouders bij reactie op jeugddelinquentie
, Subsidiariteit
Opvoedingsverantwoordelijkheid
1° ouders (& gewone leefomgeving: vrienden, buurt, familie…) art5 kinderrechtenverdrag
2° algemeen-maatschappelijke voorzieningen (onderwijs…)
3° specifieke jeugdhulp
Vrijwillige (aanvaarde) > gerechtelijke hulpverlening
M.b.t. jeugddelinquentie
1° buitengerechtelijke afhandeling art 40,lid 3,b KRV
2° vrijheidsberoving = ultimum remedium art 37, b KRV
3° minst ingrijpende maatregelen voor kortst mogelijke duur
- JDD: art3p3&p5 X art20p2 X art29p2 – voorrangsregeling
Minst ingrijpen in persoonlijke levenssfeer, maar in bepaalde gevallen plaatsing v eerste keer
mogelijk
Niet langer dan noodzakelijk en op geregelde tijdstippen evaluatie ( art 25 KRV)
Art 8 EVRM: gezingsgrichte werking positieve staatsverplichting / subsidiariteit negatieve
staatsverplichting (verbod inmenging)
Differentiatie van de interventies / hvaanbod
‘Multifunctionele’ organisaties
‘Open’ categorieën in hulpverleningsvormen / -modules bv art 48 p1 D IJH
Toelaten van experimenten
Belang ‘individualisering’ en afstemming op hulpnood
Jeugddelinquentie : grotere diversiteit maatregelen !!
- Nieuwe vlaams decreet : kruisverwijzing art37,p2 Jeugdbeschermingswet
Problemen
Beheersing aanbod
Kenbaarheid aanbod
Afwezigheid duidelijk aanspreekpunt
Plaatstekort en wachtlijsten
Van bijzondere jeugdbijstand integrale jeugdhulp
Essentieel hulpverlenend karakter
België internationaal bekend voor ‘beschermingsmodel’ accent op verlenen hulp en
bijstand aan de jongere, gericht op behoud of herstel vd maatschappelijke integratie en
participatie
Ook jeugddelinquentie : toekomstgericht ingrijpenin belang vd ontwikkeling vd jongere
Evoluties
Jeugdhulp: meer nadruk op eigen kracht, vermaatschappelijking en participatie
Jeugddelinquentie: meer nadruk op rechtswaarborgen, op positie slachtoffers en op
verantwoordleijkheid
Criterium bevoegdheidsafbakening
- Behoud beschermingsmodel, aangvuld met sanctionerende, maatschappijbeveiligende
en herstelrechtelijke elementen verantwoordelijkheidsmodel