De lengte van een cyclus kan verschillen. De meest voorkomende lengte is tussen de 23 en 35
dagen. Elke variatie in lengte van de menstruatiecyclus doet zich meestal voor in het gedeelte voor de
ovulatie (wat de folliculaire fase wordt genoemd). Bij de meeste vrouwen is de periode tussen de
ovulatie (wanneer een eicel vrijkomt van de eierstok) en de ongesteldheid tussen de 12 en 16 dagen
lang (dit wordt de luteale fase genoemd).
Fase 1 Voorbereiding op de ovulatie
Aan het begin van je cyclus produceert de hypofyse in je hersenen follikelstimulerend hormoon (FSH).
Dit is het belangrijkste hormoon dat is betrokken bij het stimuleren van je eierstokken om volwassen
eitjes te produceren. Follikels zijn de holtes in je eierstokken die met vloeistof zijn gevuld. Elke follikel
bevat een onontwikkeld eitje. Het FSH stimuleert een aantal follikels om te ontwikkelen en het
hormoon oestrogeen te produceren. Je oestrogeenpeil is het laagst op de eerste dag van je
menstruatie. Vanaf dan neemt het steeds toe terwijl de follikels groeien.
Terwijl een aantal follikels beginnen te ontwikkelen, zal één follikel 'dominant' worden en zal dit eitje
groeien in de groter wordende follikel. Op hetzelfde moment zorgt zal de stijgende hoeveelheid
oestrogeen in je lichaam ervoor dat de baarmoederwand verdikt met voedingsstoffen en bloed. Zo
heeft het bevruchte eitje alle voedingsstoffen en steun die het nodig heeft om te groeien, als je
zwanger wordt. Een hoog oestrogeenpeil wordt ook in verband gebracht met het verschijnen van
'spermavriendelijk slijm' (vruchtbaar baarmoederslijm). Dit is een dunne, gladde afscheiding die wazig
wit is. Sperma kan gemakkelijker door dit slijm zwemmen en kan er gedurende verschillende dagen in
overleven.
Fase 2 De ovulatiecyclus begrijpen
Ovulatie
De hoeveelheid oestrogeen in je lichaam neemt nog steeds toe en veroorzaakt uiteindelijk een snelle
stijging van luteïniserend hormoon (de LH-toename). Door deze LH-toename scheurt de follikel en
wordt het volwassen eitje losgelaten van de eierstok, om af te dalen naar de eileider. Dit proces wordt
ovulatie genoemd.
Veel vrouwen denken dat ze ovuleren op dag 14, maar 14 is een gemiddelde. De meest vrouwen
ovuleren op een verschillende dag in de menstruatiecyclus. Jouw ovulatie dag zal variëren van cyclus
tot cyclus. Sommige vrouwen kunnen een pijnscheut voelen wanneer ze ovuleren, maar velen voelen
helemaal niets en niets wijst erop dat je ovuleerd.
Na de ovulatie
Nadat het eitje is vrijgekomen, gaat het via de eileider naar de baarmoeder. Het eitje kan tot 24 uren
overleven. De levensduur van sperma wijkt meer af, maar bedraagt meestal 3-5 dagen. De dagen
voorafgaand aan de ovulatie en de dag van de ovulatie zelf zijn je meest vruchtbare dagen waarop je
dus het gemakkelijkst zwanger wordt. Zodra je hebt geovuleerd, begint de follikel een ander hormoon
te produceren: progesteron.
Progesteron zorgt ervoor dat je baarmoederwand zich verder voorbereidt op een bevrucht eitje.
Intussen begint de lege follikel in de eierstok te krimpen, maar blijft deze verder progesteron
produceren en begint deze ook met oestrogeen te produceren. Je kunt symptomen krijgen van
premenstruele spanning (PMS), zoals gevoelige borsten, opgeblazen gevoel, lethargie, depressie en
geïrriteerdheid tijdens deze fase.
Voorbereiden op de volgende menstruatie…
Terwijl de lege follikel krimpt, als het eitje niet is bevrucht, neemt de hoeveelheid oestrogeen en
progesteron af. Zonder de hoge hoeveelheden hormonen om deze te behouden, wordt de dikke
baarmoederwand afgebroken en afgestoten door je lichaam. Dit is het begin van je menstruatie en het
begin van je volgende menstruatiecyclus.
Als het eitje bevrucht is, kan het zichzelf met succes in de baarmoederwand nestelen. Dit gebeurt
meestal ongeveer een week na de bevruchting.
Zodra het bevruchte eitje is ingenesteld, begint je lichaam het zwangerschapshormoon te produceren,
humaan choriongonadotrofine (HCG), waardoor de lege follikel actief blijft. Deze blijft de hormonen
oestrogeen en progesteron produceren om te voorkomen dat de baarmoederwand wordt afgebroken,
totdat de placenta (die alle voedingsstoffen bevat die een embryo nodig heeft) voldoende groot is om
de zwangerschap te onderhouden.
Wat gebeurt er bij de bevruchting?
Het orgasme van de man gaat gepaard met een ejaculatie. Daarna beginnen de zaadcellen een
wedloop naar de eileider, waar zich de te bevruchten eicel bevindt. Deze eicel blijft echter maar een
paar uur in leven, op z’n hoogst één dag. Dan sterft deze af en kan niet meer bevrucht worden. De
tijd, waarin de bevruchting plaats kan vinden, is dus beperkt. De eicel geeft constant bepaalde
chemische stoffen af die de zaadcellen aantrekken en hen de juiste weg wijzen.
In de eileider zwemmen de mannelijke zaadcellen stroomopwaarts tegen de spierbewegingen in, die
de eicel naar de baarmoeder transporteren. Alleen de sterkste en snelste zaadcellen bereiken de
eicel. Ze gaan met de ‘kop’ tegen de eicel aan liggen, maar alleen die zaadcel, die het eerst is
aangekomen lukt het hier naar binnen te dringen. Want direct nadat er eentje is binnengedrongen,
wordt de wand van de eicel ontoegankelijk voor andere zaadcellen.
Binnen in de eicel zoeken de celkernen van de ei- en zaadcel elkaar op en wanneer ze bij elkaar
komen, versmelten ze met elkaar tot een nieuwe gemeenschappelijke celkern. Deze celkern bevat nu
alle erfelijke informatie van vader en moeder. Het binnendringen van de zaadcel en het versmelten
van de kernen inclusief hun chromosomen (dragers van de erfelijke informatie) is de eigenlijke
bevruchting
De bevruchte eicel noemt men de zygote. Zij vervolgt haar weg naar de baarmoeder en begint zich te
delen en te groeien. Ongeveer vijf dagen na de bevruchting komt de bevruchte eicel in de baarmoeder
aan en nestelt zich daar in. De zwangerschap is begonnen.
Week 1 en 2, vanaf de eerste dag van je menstruatie tot aan je eisprong, ben je nog niet zwanger,
maar rijpt de eicel. De eicel, die na je eisprong bevrucht wordt, nestelt zich in week 3 in, in het
baarmoederslijmvlies.
Week 4
Het embryo heeft zichtbaar de vorm van een 'oerbeestje'. De hersenen
ontwikkelen zich en ook de ruggengraat is bezig zijn vorm aan te nemen. De staart van het oerdiertje
bevat de beginselen van de toekomstige wervels. Na een paar dagen trekt de kolom zich omhoog en
verdwijnt de staart. Het hart, dat er nu uitziet als een balletje vlak onder het hoofd, maar in
werkelijkheid een u-vorm heeft, begint te pompen en pompt bloed naar de lever en de
lichaamsslagader. Het slaat ongeveer 60 keer per minuut. Het hoofd begint zich nu ook te
ontwikkelen. Het embryo is nog niet groter dan een speldenknop, maar de mond, ogen, oren en
hersenen zijn al in aanleg aanwezig. De kieuwbogen ontwikkelen zich tot kaken en gedeelten van het
gezicht, zoals wangen en de hals. Het embryo ontvangt stoffen van de dooierzak, die voor de
aanmaak van bloedcellen zorgen. De navelstreng maakt contact met de placenta. De placenta kan
zich gaan ontwikkelen, maar is in dit vroege stadium nog niet werkzaam.
Week 5
Het hoofd zal zich iets oprichten. De ogen, neus en mond beginnen zich nu
duidelijk af te tekenen. De ogen zijn al zo ver ontwikkeld dat het netvlies zich begint te vormen. Ook
het gehoorkanaal en trommelvliezen worden gevormd. De ledematen ontwikkelen zich verder en gaan
schijfjes vormen. De beentjes en voetjes groeien iets langzamer dan de armpjes en handjes.
Week 6
Het embryo is inmiddels gegroeid tot 15 mm. Het transformeert langzaam tot een
herkenbare menselijke vorm. De ogen in aanleg hebben zich gevormd als kleine kuiltjes en zijn bedekt
met huid. Hieruit zullen de oogleden zich vormen. Het hoofd begint ook al duidelijke sporen van een
gezicht te vertonen. De neus, oogjes en mond zijn duidelijk herkenbaar in de contouren van het
embryo. Het oor is zich behoorlijk aan het ontwikkelen, zo wordt o.a. het gehoorkanaal aangelegd. Dit
gebeurt allemaal inwendig, uitwendig is nog niets te zien van een oor. De ribben beginnen nu te
groeien en het hart klopt nu twee maal zo snel als dat van de moeder: zo'n 140 tot 150 slagen per
minuut.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur verzorgendemandy. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €10,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.