100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting begrippen en definities - Introduction to Sociology, ISBN: 9780815353850 Inleiding Sociologie (400114-B-5) $3.25   Add to cart

Summary

Samenvatting begrippen en definities - Introduction to Sociology, ISBN: 9780815353850 Inleiding Sociologie (400114-B-5)

2 reviews
 26 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

De belangrijkste begrippen en definities, uitgeschreven per hoofdstuk van alle hoofdstukken van het boek introduction to sociology voor het vak inleiding sociology. totaal aantal pagina's: 10

Preview 2 out of 10  pages

  • Yes
  • October 15, 2021
  • 10
  • 2021/2022
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: fennasteemers • 2 year ago

review-writer-avatar

By: ikmirjam1997 • 2 year ago

avatar-seller
SOCIOLOGIE BEGRIPPEN
PART 1
HOOFDSTUK 1 - questions
1.1
- INDIVIDUEEL PERSPECTIEF: menselijk gedrag uitgelegd adhv persoonlijk geval
- SOCIOLOGISCH PERSPECTIEF: menselijk gedrag uitgelegd adhv sociale oorzaken
- SOCIALE CONTEXT: omgeving van personen
- SOCIAAL FENOMEEN: collectief menselijke gedrag

- PROXIMATE OORZAKEN: oppervlakkige factoren van probleem
- ULTIMATE OORZAKEN: diepere factoren van probleem

- MACROLEVEL: hoogste level (landen, groepen landen)
- MESOLEVEL: directe omgeving (familie, buurten, scholen, organisaties)
- MICROLEVEL: laagste level (individuen en gedrag)

1.2
- SOCIALE PROBLEMEN: problemen die vele raken en waar vele bezorgd over zijn. Gaat tegen waarden in

1.4
- NORMATIEVE VRAGEN: vragen met waardeoordelen
- WETENSCHAPPELIJKE VRAGEN: vragen zonder waardeoordeel (gevraagd door sociologen)
 BESCHRIJVENDE, THEORETISCHE (begrijpen), TOEPASSELIJKE

1.5
- VRAGEN MET PRECIZIE: geen vage vragen
- VRAGEN MET RELEVANTIE: wetenschappelijke en maatschappelijke relevante vragen

- LITERATURE REVIEW: bekijken welke theorieën en observaties al bekend zijn, achtergrondkennis

- VALSE THEORETISCHE VRAAG: theoretische vraag met doel iets verklaren wat niet bestaat

- PRIVÉ SOCIOLOGIE: manier waarom mensen in dagelijkse leven zin hebben in sociale wereld
- ACADEMISCHE SOCIOLOGIE: manier waarop academische instellingen sociale wereld beschrijven/uitleggen

- CUMULATIEVE WETENSCHAP: voortborduren op eerdere studies

HOOFDSTUK 2 - theories
2.2
- THEORIE SCHEMA: tool met proposities, condities, hypotheses, observaties, uitgeschreven set van
mondelinge verklaringen
- DEDUCTIEF VERKLARINGSSCHEMA: vorm van uitleg over fenomeen door gebruik te maken van proposities en
condities
 PROPOSITIE: universele verklaring over causale verband tussen 2+ concepten
 CONDITIE: aanname over specifieke setting die proposities relateert aan observaties en hypothesen

- HYPOTHESE: toetsbare uitspraak, testbare voorspelling, afgeleid uit een theorie. Werkt in tegenovergestelde
richting van verklaren fenomeen

2.3
- EMPERISCHE SUCCES THEORIE: mate van empirische bevestiging van een theorie. Hoe hoger, hoe meer
bruikbaar -> theorie in lijn met bevindingen
- INFORMATIE CONTENT: De mate van informatie-inhoud. Hoe hoger de informatie-inhoud van een theorie,
hoe nuttiger ze is.

, - THEORETISCHE PRECISIE: de mate waarin de theorie mogelijkheden uitsluit van wat er zou kunnen gebeuren
met betrekking tot een bepaald geval.

2.4
- SCOPE VOORWAARDEN: reeks voorwaarden waarop bep. theorie van toepassing is

2.5
- CONCEPTEN/THEORETISCHE VARIABELEN: hypothetische abstractie die bepaalde categorieën bevat.
= bouwstenen theorie
1 abstracties: verwijzen naar aantal specifieke gevallen, we hebben algemeen idee wat het is.
2  hypothetisch: mentale constructies, ideeën over realiteit.
3  attributen: maakt onderscheid tussen dingen in werkelijkheid (bv eten vs niet-eten)

- TYPOLOGIE: wanneer concept per ongeluk wordt gezien als theorie (manier om werkelijkheid te classificeren)

2.6
- AFHANKELIJKE VARIABELE: variabele met effect op andere variabele (de onafhankelijke)
- ONAFHANKELIJKE VARIABELE: variabele die wordt beïnvloed door andere variabele (de onafhankelijke)

2.7
- THEORIE TOOL: tool die theorie systematisch weergeeft (theorie schema’s, conceptuele/formele modellen)
 CONCEPTUEEL MODEL: overzicht van relaties tussen versch. concepten *
 FORMEEL MODEL: type theorie-instrument waarin theorie wordt uitgedrukt met geformaliseerde taal

*- VOLLEDIGE BEMIDDELING: de impact van X op Y wordt volledig verklaard door een derde variabele, Z, zodat

X op geen andere manier Y beïnvloedt dan via Z.
*- GEDEELTELIJKE BEMIDDELING: de impact van X op Y wordt gedeeltelijk verklaard door een derde variabele,
Z, zodat X via Z invloed heeft op Y, maar ook via andere variabelen.
*- DIRECT CAUSAAL VERBAND: verband tussen X en Y waarbij X direct effect heeft op Y
*- BIDIRECTIONELE RELATIE/FEEDBACKRELATIE: relatie tussen X en Y zodanig dat veranderingen in X resulteren
in veranderingen in Y en veranderingen in Y resulteren in veranderingen in X
*- MODERATION EFFECT/INTERACTIE-EFFECT: relatie tussen X en Y is afhankelijk van variabele Z:


HOOFDSTUK 3 - methods
3.1
- EMPERISCHE WETENSCHAP: data gebruiken en realiteit observeren
 BESCHRIJVEND ONDERZOEK: onderzoek met als doel nauwkeurige beschrijvingen van sociale verschijnselen
te geven
 VERKLAREND ONDERZOEK: onderzoek met als doel hypothesen testen
 VERKENNEND ONDERZOEK: onderzoek met als doel nieuwe verschijnselen ontdekken en nieuwe theorieën
maken

3.2
- MEETKWALITEIT: kwaliteit van metingen die afhangt van validiteit en betrouwbaarheid
 VALIDEIT: mate waarin metingen theoretische concept weerspiegelen dat ze moeten weten *
 BETROUWBAARHEID: mate waarin meetinstrument zelfde resultaat geeft bij herhaling **

*- OPERATIONALISERING: vertalen van theoretische variabelen (concepten) naar empirische (indicatoren)
*- SIMPELE CONCEPTEN: theoretisch concept dat gemakkelijk kan worden gemeten met empirische variabelen.
*- COMPLEXE CONCEPTEN: theoretisch concept dat uit verschillende dimensies bestaat (bv criminaliteit).
*- CONCEPTUALISERING: bij complexe processen de differentiatie van versch dimensies van variabelen

**- STANDAARDISATIE: precies met identieke procedures, vragen, antwoordcategorieën en andere aspecten
van het meetinstrument.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller emmahamm. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

77254 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.25
  • (2)
  Add to cart