In deze samenvatting vind je alle te kennen leerstof voor het 3e hoofdstuk de structuurgerichte benadering van het vak gezins-en contextbegeleiding aan de opleiding orthopedagogie aan hogent.
Deze samenvatting bevat alle te kennen leerstof uit zowel het boek, de de les en de powerpoint aangevuld ...
• Minuchin en zijn structuralisme : geïnspireerd door Piaget
→ Aandacht voor het geheel; de relaties tussen fenomenen onderling, hun
relatie met het geheel en de regels betreffende die relaties
3.2 3 sleutelbegrippen : proces, structuur en functie
3.2.1 Proces
Wat?
• Datgene dat het gezin aan jou toont
→ Therapeut vraagt vaak toon eens hoe dat gaat, doet dat nu een keer, laat
eens zien,…
→ Om te zien wat er op dat moment gebeurt maar ook op de kleine
momentjes daarrond en de spontane gebeurtenissen
Ogenschijnlijk onbelangrijke gebeurtenissen
• Spontane gebeurtenissen zeggen veel meer dan wat men effectief zegt
→ Kan veel informatie halen uit een onbewaakt moment
→ Op onbewaakte momenten waant het gezin zich onbespied en geeft het
zichzelf bloot
Laat eens zien
• Soms : grote verschillen tussen wat gezinsleden zeggen en echt doen
→ Vandaar vaak : laat eens zien, doe het eens voor, doe dit nu eens,…
28
, 3.2.2 Structuur
Wat?
= Komt tot uiting in de interactiepatronen van gezinsleden rond een bepaalde functie
• Systeem heeft een aantal functies en men gaat zich daarrond organiseren om die
te kunnen uitvoeren
→ Verschillende functies worden waargemaakt in concrete acties en
interacties. Om erachter te komen wat de onderlinge structuur is van
sociaal systeem : moeten transactiepatronen kennen waarmee systemen
hun functie uitoefenen
Vb : Opvoeden van kinderen en hen van alles bijleren is een
functie van het gezin. Gezinsleden gaan zich daarrond
structureren zodat de kinderen kunnen opgevoed worden, en elk
gezin ontwikkelt zich een eigen structuur
Repertoire van structuren
• Wisselt naargelang gezinsfunctie
→ Gebruikt andere structuren voor andere functies
• Binnen een functie is er sprake van een basis-of dominante structuur
→ Voorkeursreactiepatronen voor voorspelbaarheid
• Biedt voorspelbare gezinssituatie
• Rigide of flexibel
→ Structuur kan snel veranderen want is een momentopname
Structuur van gezin is een verklaringsmodel
• Structuur van een gezin kan dienen als verklaringsmodel om bepaalde zaken uit
te leggen en richting te krijgen waar we naartoe gaan naar het gezin om te kijken
welke zaken we kunnen veranderen om te verbeteren
→ Is een verklaringsmodel van iets van één specifieke situatie die we
hebben gezien of meegemaakt binnen het gezin : momentopname
Structuur als werkhypothese
• Kunnen met die structuur en die momentopname van het verklaringsmodel
werken en we verder hiermee kunnen om stappen te ondernemen om
verbetering voor het gezin te krijgen
29
, 3.3 De gezinsstructuur en pathologie
3.3.1 De gezinsstructuur beschrijft geen pathologie
Wat?
• Het is niet zo dat als we een bepaalde structuur zien in een gezin er daardoor
een stoornis of een probleem is binnen dat gezin
→ Het is niet zo dat een structuur goed of slecht is en daarom al dan niet
gekoppeld is aan een stoornis
Vb : Kijken of een structuur op dat moment, voor dat gezin goed is of
niet voor dat gezin of zij hier goed kunnen functioneren
Vb : Een kluwengezin is misschien goed op dat moment voor deze
familie als hun peutertje 2 jaar is, maar eens het kindje 12 jaar is, is de
kans groot dat deze structuur niet meer goed is
Een disfunctionele structuur
• Niet adequaat zijn van een bepaalde structuur om de gezinsfunctie naar behoren
uit te oefenen in een welbepaalde context
Gezinsstructuren : functioneel of disfunctioneel
• Criteria om te bepalen of een gezin functioneel of disfunctioneel is
1. Grenzen : intern/extern
- Open of gesloten grenzen
2. Hiërarchie/ subsysteemdifferentiatie
- Waar staan gezinsleden op de ladder
3. Betrokkenheid
- Hoe betrokken ben je bij elkaar
4. Aanpassing/flexibiliteit
- Hoe goed kan een gezin omgaan met veranderende situaties
3.3.2 De gezinsstructuur veroorzaakt geen pathologie
Wat?
• Vaak : gezinsstructuur als oorzaak van een pathologie bij een kind
→ Fout : gezin is niet oorzaak maar een onderdeel van complexe interacties
• Moeten een circulaire visie hebben : wijze waarop gezin functioneert houdt het
probleem in stand maar tezelfdertijd heeft dat probleem een even grote invloed
op het gezinsfunctioneren
→ Netwerk van op elkaar ingrijpende interacties
30
, 3.4 Kenmerken van een functioneel systeem
3.4.1 kluwen en los-zand gezinnen
Een loszand gezin
= Een loszand gezin is een gezin waar je komt en gaat, niemand weet hoe het echt met
jou gaat, wat je doet,… Je hoeft geen informatie met elkaar te delen
• grenzen rond gezin : erg star en volledig onafhankelijk van elkaar
→ zeer autonome leden en problemen nauwelijks opgemerkt
→ gebrek aan betrokkenheid en onderlinge steun
→ ten koste van samenhorigheidsgevoel
• grenzen rond gezin erg gesloten maar naar buitenwereld heel open
→ Wat er binnen in ons afspeelt wordt niet naar gevraagd en niet geuit
→ Kan te laat zijn als iemand binnen systeem hulp nodig heeft
Een kluwen gezin
= Een gezin die heel dicht op elkaar zitten, waar heel veel uitwisseling is en waar
gezinnen vaak niet graag hebben waar er interacties zijn met de buitenwereld
• Onderlinge grenzen tussen gezinsleden : vaag
→ Iedereen weet alles van elkaar
→ Geen ruimte voor privacy
• Domein van ouders : onvoldoende afgegrensd voor domein van kinderen
→ Onduidelijk wie leidinggevende functie heeft
• Binnen het systeem is de betrokkenheid zeer groot
→ Overbetrokkenheid ten koste van autonomie
→ Naar de buitenwereld zeer gesloten/ bijna ondoorlaatbaar
Subsysteem van de echtgenoten
• Binnen een systeem kunnen we nog kleinere systemen afbakenen
Vb: broers en zussen vormen een kindersubsysteem
Vb: een partnersysteem – ouders
• Wanneer 2 volwassenen zich verenigen : subsysteem van partners
→ Inboeten aan individualiteit : moeten stukje eigen individualiteit afgeven om
in relatie te gaan
• Ook deze subsystemen hebben grenzen
31
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller thyrajanssens. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.24. You're not tied to anything after your purchase.