1. Hout en plaatmaterialen
1.1. Inleiding
1.1.1. Definitie
Hout = natuurlijk, aangemaakt op basis van water CO 2 en zon. Het gaat om de compacte, harde stof
die gevormd is door vaten waarin plantensap stroomt, met wanden die cellulose en lignine bevatten
die de boom vormen.
1.1.2. Anatomische structuur
Drie belangrijke functies van hout:
Sterkte aan stam geven
Sap transporteren
Voedsel en andere bestandsdelen opslaan
Om dit te vervullen bestaat hout uit verscheidende cellen.
Macroscopische structuur: Dwarse doorsnede van stam vertoont concentrische ringen/groeiringen.
Vroeghout = hout in voorjaar gevormd, laathout = hout in zomer gevormd. Merg = centrum van de
stam, jonge weefsel dat dient voor transport en opslag voedsel. Kernhout = rondom merg, vormt een
mechanische en biologische weerstand voor geraamte. Spinthout = rond kernhout, ruwe sap
vervoeren tot in bladeren. Het is steeds aantastbaar. Onderscheid kern -en spinthout: visueel te
maken. Er is kleurverschil, spinthout is bleker. Ruwsap is gevormd door water en minerale stoffen.
Cambium = teellaag, nieuwe houtcellen vormen, verzekert diktegroei. Schil= gevormd door de bast
(levende laag),sappen verspreiden, en korst (dode laag),beschermd tegen omgevingsfactoren.
1.1.3. Vlakken en richtingen
Axiale richting/ draadrichting/langsrichting/lengterichting: door
of evenwijdig aan lengteas. Radiale richting/dwarsrichting: van
omtrek loodrecht naar hart.
Tangentiale richting /
raaklijnrichting: loodrecht op
as maar niet door hart.
Kopsvlak/axiale vlak:
loodrecht op as. Radiaal vlak:
vlak door hart van stam.
Tangentiaal vlak: evenwijdig
aan as maar niet door centrum.
1.1.4. Water en hout
Begrippen houtvochtgehalte: Hout wil in evenwicht zijn met luchtvochtigheid van de omgeving. Als
deze binnen bepaalde grenzen wordt gehouden dan zijn er grootte problemen met
maatveranderingen. De vochtigheid, gewicht, afmeting, eigenschappen en duurzaamheid variëren
door de luchtvochtigheid. Uitgedrukt in % en is = ((m h-m0/ m0)x100. Met mh massa nat hout, m0 droog
hout. Vochtgehalte = de massa water die het hout bevat uitgedrukt in % van droge massa (constant
gewicht). Water in hout:
Vrij water : in de celholte
Gebonden water: in celwanden volledig
,Na het drogen van hout start het uitdrogingsproces, afhankelijk verdampt enkel vrij water. Dit
verloop continue tot er geen water meer is0
Begrippen vezelverzadigingspunt: Vezelverzadigingspunt = vochtgehalte waarbij vrije water is
verdwenen en het hout enkel nog in de celwanden gebonden water bevat. Bij verder vochtverlies
komt er krimp dan veranderen ook de fysische en mechanische eigenschappen van het hout. Stelt
men nat hout bloot aan lucht dan zal het drogen tot er evenwicht is tussen vochtgehalte en
luchtvochtigheid. Het hout is dan lucht droog. Vezelverzadigingspunt = punt waar hout niet meer
zwelt of krimpt. Maatverandering van hout is te wijten aan verlies of opname van water bij
houtvochtgehalte dat lager ligt dan vezelverzadigingspunt. Afmetingen van handelshout wordt
gegeven van nat hout. Gebruiker moet dus dimensioneren om verlies door krimp en schaven te
compenseren.
Het drogen van hout: Natuurlijke droging is onttrekking op energiezuinige manier. Trage,
controleerbare droging. Opletten voor scheuren en vervorming. Artificiële droging helpt bij het
verkrijgen van lager vochtpercentage. T° heeft invloed op vochtgehalte. Houtvochtigheid heeft
invloed op groot aantal andere eigenschappen zoals duurzaamheid, bewerkbaarheid,…. Hout past
zich automatisch aan, aan de omgeving. Bij verwerking moet rekening gehouden worden
vochtgehalte, deze moet afgestemd zijn op omgeving. Anders is er kans op schimmelvorming.
1.1.5. Werking van hout
Anisotropische eigenschappen = eigenschappen zijn niet in alle richtingen dezelfde. Krimp in
longitudinale richting (richting vezels) is verwaarloosbaar. Radiale krimp is kleiner dan tangentiële
krimp. De gemiddelde verhouding tussen deze 3 is: 1/10/20 . Werking hout = resultaat van
maatveranderingen te wijten aan veranderd vochtgehalte.
1.2. Aantasting
Grootste aantasting is schimmel dit kan leiden tot houtrot. Maatregelen: wegnemen van vocht en
vervangen van aangetast hout.
1.2.1. Aantasting door het klimaat
Deze aantasting is beperkt tot het oppervlak. Gebeurt langzaam en wijzigt enkel esthetische uitzicht.
Kan afgezwakt worden door bescherm -en/of afwerksystemen of ontwerpmaatregelen. Ook de
waterafvoer dient verzorgt te worde. Ontbreken de maatregelen ontstaan er diepe barsten.
Verwering = chemische en fysische ontleding van celwandskelet onder atmosferische invloed zonder
gelijktijdige schimmelaantasting. Gevolgen UV-licht:
Dunne houtlamellen: vervorming, brosheid, …
Optreden verkleuring
1.2.2. Biologische aantasting: plantaardig
Schimmels: langere vormen van plantaardige zgn. fungi. Ze beschadigen hout door de opbouwstoffen
af te breken en op te nemen. Hierdoor verliest hout zijn gewicht en sterkte. (=houtrot)
Bruinrot = schimmels breken cellulose in hout af. Is donker van kleur. Vaak scheuren aanwezig in
kubusvormig patroon. Droog hout laat zich tot poeder wrijven. Het oppervlak blijft min of meer
onaangetast.
Witrot= schimmels breken cellulose en lignine af, heeft lichtere kleur en ziet er vezelachtig uit.
Schimmels tasten enkel nat hout aan. Schimmelsoorten:
Zwammen= levende organismen. Voeden zich met organische koolstofverbindingen uit hout. Ze
ontwikkelen uit sporen en verspreid door luchtstroom, insecten,… . ze ontwikkelen pas bij enkele
voorwaarden:
, Voldoende vocht
Geschikte ondergrond
Gunstige t°
Voldoende zuurstof
Zwamaantasting in hout kan leiden tot:
Stijging vochtgehalte
Verandering kleur
Geurontwikkeling
Wijziging zuurtegraad
De zwam veroorzaakt een massaverlies, verlies volumieke massa, stijging pereusheid en daling
mechanische sterkte. Er zijn andere soorten zwammen die zich voeden met producten die afgezet
werden in celruimten en dus niet et cellulose en lignine. Zij veroorzaken dan ook geen beschadiging.
De huiszwam: dit is zwam di het hout door rot kan vernielen. Deze is bijzonder vraatzuchtig. Vrij
stevig en past zich goed aan het klimaat van woning aan. Niet in natuur, ook niet op hout dat is
blootgesteld aan sterke wisselingen van t°, regeninslag of zonne- straling. Ontwikkelt best in
homogene constante vochtige atmosfeer met weinig ventilatie. Het macroscopische uitzicht verschilt
sterkt naargelang leeftijd. Het aangetaste houtoppervlakte is donkerbruin en vertoont segmentering.
Het komt licht en broos over.
De kelderzwam: deze verspreid zich niet zoals de huiszwam. Deze tast zowel verwerkt als opgeslagen
hout aan. Het komt vaak voor in hout dat door lekkage inwater nat is geworden of hout van begane
grondvloeren wanneer dit te nat verwerkt werd of door wateropname uit grond. Komt in gans
noordelijke en centraal Europa voor. Zowel loof – als naaldhout wordt aangetast en het hout is
zwart- bruin met kubische barsten nadien.
De blauwschimmel: gekenmerkt door zwartblauwe verkleuring die hout diep aantast. De nadelen
zijn alleen esthetisch. Het blauw wordt veroorzaakt door verschillende schimmeltypes met
soortgelijke structuur en leefwijze. Het eerste verblauwingstype komt voor in zagerijen bij vers
gekapt hout dat niet snel genoeg gedroogd wordt. De verkleuring kan voorkomen worden.
Aantreffen bij grenen, vuren, beuken. De verkleuring is permanent maar heeft gaan invloed op
mechanische eigenschappen. Een dekkende afwerking laag is enige oplossing om aantasting teniet te
doen. Tweede soort verblauwing treft men aan het oppervlakte van buitenschrijnwerk aan dat slecht
beschermd word door inefficiënte afwerking laag: zwartachtige vruchtlichamen, speldenkop,
ontwikkelen zich onder afwerking laag, op den duur scheuren. Hierdoor vochtopneming
plaatsvinden, hierdoor schimmels. Gewoonlijk blijft aantasting oppervlakkig en kan verwijderd
worden door schuurbeurt of raspen. Na drogen is een schimmelwerende behandeling handig.
Oppervlakteschimmels: deze voeden zich met andere dingen dan hout. Meestal gaat het om
schimmels die zich ontwikkelen op het vochtige oppervlakte van het hout. Ze voeden zich met
huisstof en komen op ieder vochtig oppervlakte. De nadelen zijn van esthetische aard. Deze
bestrijden we door in 1e fase een goede ventilatie en verwarming te voorzien zodat luchtvochtigheid
daalt. Fase 2 gaat men vochtigheid opsporen en blijvend wegwerken. Sporen kunnen verwijderd
worden met vochtige doek of stofzuiger. Schimmelwerende oplossing is mogelijk om oppervlakte te
beschermen totdat hygiënische omstandigheden terug normaal zijn. Ze hebben geen invloed op
mechanische eigenschappen van hout.
1.2.3. Biologische aantasting: dierlijke:
Hout aantastende insecten kunnen slecht overleven in zeer nat hout. Er is ook een soort die kan
leven en voortplanten in zeer droog hout. Deze drooghout boorders zijn gevaarlijker in gebouwen
aangezien er meerdere generaties kunnen leven. De houtvochtigheid heeft invloed op de snelheid
van de aantasting. Een bepaald insect valt echter slecht een aantal houtsoorten aan en heeft bepaald
, klimaat nodig. In geval van insectenaantasting zullen ook maatregel hiervoor getroffen moeten
worden. Er is groot verschil tussen hout aantastende insecten, in ons klimaat vooral kevers (larven).
De levenscyclus van insecten: na paring legt wijfje eitjes in barsten en/of vraatgangen in hout.
Vervolgens ontstaat larve die zich naar oppervlakte begeeft. Het volwasseninsect gaat vervolgens het
dunne laagje oppervlakkig hout weg duwen en dan herhaalt de cyclus. Deze typische
uitvliegopeningen (kleine gaatjes) betekenen niet dat aantasting nog gaande is.
Ontwikkeling- en groeivoorwaarden: houtsoort is al dan niet gevoelig voor insectenaantasting.
Bepalend hiervoor zijn de natuur van het insect en natuurlijke houtsoort. De t° dient tussen 12 en 35°
te bevinden. Daarbuiten stopt voedingsopname, vermenigvuldiging en mobiliteit van insecten. T°
boven 60° zijn dodelijk.
Soorten hout aantastende insecten: in België zijn die ernstige beschadiging veroorzaken beperkt tot
4 soorten: huisboktor, kleine houtworm, grote houtworm of bonte knaagkever en spinthoutkever.
Omvang en detectie: mate aantasting hangt af van de duur van de larvestadium en aantal
generaties. BV.: kleine houtworm en houtboktor zijn belangrijke aantasters zij beschadigen aan
constructiehout en leven lang. Spinthoutkevers brengen ook grote aantasting mee in vloeren en
meubels. De schade door grote houtworm is beperkter en hangt af van voorafgaande aantasting
door schimmel welke mede verantwoordelijk is voor schade. De aantasting wordt opgemerkt nadat
houtstof of boormeel uit hout valt of uitvliegopeningen te zien zijn. Als dit zo is, is schade groot.
Visuele controle is belangrijkste om aantasting vast te stellen. Aanwezigheid van uitvlieggaten,
boorgaten en boormeel in en naast hout geeft uitsluiting over het al dan niet nog actief zijn van
aantasting. Identificatie van insect gebeurt a.d.h.v. aantasting hout. (kleur, vorm, afmeting, vorm
doorgang,…).
De huisboktor: veel in onze regio. Gangen zijn van buitenaf niet zichtbaar. Bij opmerken aantasting is
deze zwaar beschadigd. Zo komt stabiliteit in gedrang. Dit is geval bij aantasting door verschillende
generaties. Hij kent wereldwijde verspreiding. Hij komt meer voor dan vroeger door gebruik centrale
verwarming en isolatie en aangezien naaldhout meer wordt gebruikt. Welke schade richt hij aan?
Aantasting leidt tot totale vernietiging van houtstructuren, dakconstructies, bodembedekking,… .
Men merkt aanwezigheid pas op nadat eerste generatie is uitgevlogen is, schade is groot.
De aantasting van hout is door constructieve maatregelen niet te voorkomen. een preventieve
behandeling is noodzakelijk.
Welk hout wordt aangetast? Uitsluitend naaldhout, het tast het spint aan. Sommige bouwstoffen
andere dan hout kunnen doorboord worden. Je herkent aantasting door ovale uitvliegopeningen met
grote as van 6 à 10 mm, die zichtbaar zijn op oppervlakte. Soms boormeel terugvinden. Onder
scheerlicht zal men soms opwelvingen van oppervlakte zien. Indien puntig voorwerp makkelijk in
hout dringt en er dun houtvlies loskomt waarbij gangen zichtbaar worden met ovale doorsneden
gevuld met meel is hier huisboktor aanwezig.
De kleine klopkever: vaak in Europa. Aanzienlijke schade aan meubels, schrijnwerk en timmerwerk.
Ook in kunstwerken. De larven hiervan ontwikkelen zich in spinthout van naald- als loofhout.
Tropische houtsoorten zijn beter beschermd hiertegen. Uitzondering multiplexsoorten. De aantasting
herkent men als larvaire stadium afgelopen is en insect weggevlogen is. Het boort een gang naar
oppervlakte. Eindigt met cirkelvormige uitvliegopening met diameter 1 à 3 mm. De schade is minder
dan bij huisboktor.
De spinthoutkever: langwerpig van vorm met bruine kleur. Larve veroorzaken aanzienlijke schade bij
meubels en schrijnwerk (plinten in bepaald loofhout). Zoel inlandse als tropische soorten. Naaldhout
niet aangetast. Men herkent aantasting door aanwezigheid kleine cirkelvormige gaatjes met
diameter 1 à 2 mm. Wanneer men aangetast hout met vingers versnippert komt fijn poeder vrij.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Jd2000. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.40. You're not tied to anything after your purchase.