Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es lié à rien
logo-home
Complete uitgebreide samenvatting Blok 3.5 Psychometrie H1 t/m H11 €6,99   Ajouter au panier

Resume

Complete uitgebreide samenvatting Blok 3.5 Psychometrie H1 t/m H11

  • Cours
  • Établissement
  • Book

Complete en zeer uitgebreide Nederlandse samenvatting van de hoofdstukken 1 t/m 11 van het boek "Furr & Bacharach - Psychometrics: An Introduction".

Aperçu 1 sur 62  pages

  • Non
  • H1 t/m h11
  • 10 mars 2017
  • 62
  • 2016/2017
  • Resume

7  revues

review-writer-avatar

Par: conchita_oosterling • 5 année de cela

review-writer-avatar

Par: queenny_014 • 6 année de cela

review-writer-avatar

Par: pzijawudinov • 6 année de cela

Traduit par Google

Good comprehensive summary only a fair amount of spelling errors making it sometimes difficult to read ..

review-writer-avatar

Par: CLC • 6 année de cela

review-writer-avatar

Par: iekehaarsma • 6 année de cela

review-writer-avatar

Par: Inferno • 6 année de cela

review-writer-avatar

Par: BovandeVen • 5 année de cela

avatar-seller

Questions d'entraînement disponibles

Fiches 5 Fiches
Gratuit 8 vendus

Quelques exemples de cette série de questions pratiques

1.

Meneer de Jong wilt graag onderzoeken wanneer studenten beter leren. Hij vraagt zich af of studenten de stof voor het tentamen beter tot zich nemen wanneer zij de colleges live bijwonen of ze later online terugkijken. Om dit te onderzoeken verzamelt hij data van 300 studenten waarbij hij de prestaties op het tentamen van blok 2.2 van de studenten die de colleges bijwoonden vergelijkt met die van de studenten die de colleges terugkeken. Kijkend naar de resultaten blijkt dat de studenten die de colleges bijwoonden gemiddeld 0,9 punten hoger scoorden op het tentamen dan de studenten die de colleges terugkeken. Dit verschil was significant. Kan meneer de Jong uit deze resultaten uitgaan van een causaal verband? A) Nee, er is geen causaal verband omdat het verschil tussen de prestaties van de groepen niet groot genoeg is. B) Nee, er is in dit onderzoek te weinig sprake van het manipuleren van variabelen waardoor er derde variabelen aan de orde zouden kunnen zijn. Aan de andere assumpties wordt wel voldaan. C) Ja, aan alle voorwaarden voor causatie wordt voldaan. D) Nee, in het onderzoek van meneer de Jong is sprake van het bidirectionele probleem omdat er geen rekening is gehouden met temporal order

Réponse: Antwoord De voorwaarden voor causatie zijn: • Er is een relatie tussen oorzaak (X) en gevolg (Y): als X verandert, verandert Y (covariation). Aan deze voorwaarde wordt voldaan: er is een relatie tussen oorzaak (manier van college kijken) en gevolg (prestatie) aangetoond. Het verschil in prestatie t.a.v. de colleges bijwonen of online terugkijken was significant. (Studenten die college’s bijwoonden behaalden hogere scores.) • Veranderingen in X gaan altijd vooraf aan veranderingen in Y (temporal order), - er zijn geen plausibele alternatieve oorzaken voor Y. Aan deze voorwaarde wordt ook voldaan: de volgorde van het bekijken van college’s en het tentamen zijn in het experiment vastgesteld. Er is dus geen sprake van dat de prestatie op het tentamen het wel of niet bekijken van de college’s beïnvloedt. (Antwoord D is dus niet correct) • Er zijn geen plausibele alternatieve oorzaken voor Y. Aan deze voorwaarde wordt niet voldaan (Antwoord C is dus niet correct): in dit onderzoek worden er geen variabelen gemanipuleerd. Meneer de Jong deed namelijk alleen een passieve observatie door de verschillen tussen bepaalde al bestaande groepen studenten te vergelijken. Het “derde variabele probleem” zou hier dus aan de orde kunnen zijn. Zo zou motivatie bijvoorbeeld een derde variabele kunnen zijn wat ervoor zorgt dat studenten die gemotiveerd zijn, de college’s willen bijwonen en door deze motivatie ook beter presteren op het tentamen. (Antwoord B is correct) De grootte van het verschil tussen de prestaties van de twee groepen heeft niks te maken met causatie. (Antwoord A is dus niet correct)

2.

Gegeven zijn de volgende twee stellingen: Stelling I: Een voordeel van het within-subjects design is dat individuele verschillen geen invloed hebben op het resultaat van de analyse. Stelling II: Tijdsgerelateerde effecten zijn nadelen van het within-subjects design. Welk van de genoemde stellingen is waar? A) Beide stellingen zijn waar B) Stelling I is waar, stelling II is niet waar C) Stelling I is niet waar, stelling II is waar D) Beide stellingen zijn niet waar

Réponse: Alleen antwoord A is correct. Bij een within-subjects design hebben individuele verschillen geen invloed op het resultaat van de analyse. Het is namelijk niet zoals bij het between-subjects design dat deze individuele verschillen extra variantie opleveren. Bij het within-subjects design wordt deze variatie er uitgehaald, omdat dat een deel van de verklaring van de scores oplevert waardoor er minder “onverklaard” overblijft. Een ander voordeel van het within-subjects design is dat je minder proefpersonen nodig hebt omdat je meer power hebt. Stelling I is dus waar. Wel is het zo dat bij een within-subjects design tijdsgerelateerde effecten kunnen optreden zoals leer/geheugen effecten of dat door de tijdsduur en de meerdere condities proefpersonen moe kunnen worden. Om deze reden is counterbalancing van belang bij onderzoek met een within-subjects design. Op die manier spelen andere factoren zoals “in het begin alles geven”, “gewenning aan de manier van tentamineren”, “moeheid”, “laatste sprint” een minder grote rol. Stelling II is dus waar.

3.

In een onderzoek worden drie groepsgemiddelden met elkaar vergeleken. Om dit te toetsen wordt de volgende nulhypothese opgesteld: H0: 1 = 2 = 3 De toets die wordt uitgevoerd om de algemene hypothese te toetsen is de F-toets en er wordt getoetst op een significantieniveau van 0.05. De F-toets resulteert in p = . 001 Welke conclusie kan er worden getrokken met betrekking tot de nulhypothese? A) De nulhypothese moet verworpen worden want de drie groepsgemiddelden verschillen alle drie significant van elkaar. B) De kans dat er een verschil is tussen de groepen is erg klein (p < 0.05) dus de nulhypothese kan niet verworpen worden. C) De nulhypothese moet verworpen worden omdat de kans op het gevonden resultaat erg klein is indien de nulhypothese werkelijk waar is. D) De nulhypothese moet verworpen worden omdat één van de drie groepsgemiddelden significant verschilt van de andere twee.

Réponse: Antwoord C is correct. De nulhypothese van een ANOVA stelt dat de drie groepsgemiddelden aan elkaar gelijk zijn. Als dit zoals in dit geval niet zo is, levert de ANOVA een significant resultaat op, dan is de kans om zulke grote verschillen tussen de groepen te vinden, of nog extremere verschillen, als de nulhypothese waar is heel klein. (Antwoord C is dus correct.) De p-waarde geeft dus de kans dat het resultaat wordt gevonden indien de NULhypothese waar is, niet de kans dat er een verschil is (Antwoord B is dus incorrect.) In dit geval is de kans dus heel klein dat het gevonden verschil wordt gevonden als alle drie de gemiddelden in de populatie eigenlijk precies gelijk zijn. Er kan daarom vanuit gegaan worden dat deze niet gelijk zijn. Echter is er niets bekend over welke groep afwijkend is, of dat ze alle drie onderling sterk van elkaar verschillen. (Antwoord A en D zijn dus niet correct.) Er moet eerst een post hoc test uitgevoerd worden om hier meer over te kunnen zeggen.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Celine95. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

97338 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,99  25x  vendu
  • (7)
  Ajouter