Deze samenvatting gaat over alle leerstof gegeven in het hoorcollege (2uur/week) en is dus geschikt voor Biologen en Bio-ingenieurs. Alle figuren zijn overgenomen uit de slides en waar nodig aangepast om duidelijk te maken wat leerstof is. De rode zinnen en vraagtekens zijn onderwerpen waarvan de p...
Samenvatting Dierkunde (2uur)
H1: Inleiding tot het dierenrijk
1) De oorsprong van dieren: (700- 800 mya)
▪ Eerste leven = 1 miljard jaar na het ontstaan van de aarde
-> aarde: 4,5 miljard jaar, Stromatolieten (lagen cyanobacteriën): 3,5 miljard jaar
▪ Snowball earth: Eerste fotosynthese -> CO2, CH4 uit atmosfeer -> daling broeikasgas
effect -> temperatuur daalt
▪ Precambruim: Eerste complexe organismen: Ediacara Fauna = meercellige (dieren)
▪ Cambrische explosie = O in oceaan -> plots leven in zee -> actief/ complex: antennes,
tentakels, ogen, …
▪ Nauwste verwant met dieren = Fungi (gem. voorouder: 1,1 miljard jaar geleden)
-> De gemeenschappelijke voorouder van alle dieren = Sphaeroca, een koloniale
choanoflagellaat: Organisme dat bestaat uit meerdere cellen met elk een kraag en flagel.
De flagel creëert stroming om eten tegen de plakkerige kraag te zuigen = fagocytose
Waarom dieren bestuderen?
▪ We zijn afhankelijk van dierlijke grondstoffen
▪ Dieren zijn modellen voor werkingen van het menselijke lichaam
-> Experimenteren op muizen met nieuwe medicijnen.
▪ A.d.h.v. hun evolutie leren waar we zelf vandaan komen
▪ Biologische erfgoed beschermen -> uitsterven van bepaalde soorten vermijden
Dieren: de meest diverse groep organismen -> 10 000 000 dierensoorten
Oorzaak: Dieren leven van andere organismen Vb: op 1 boom zitten 20 insectensoorten
De insecten zijn de meest diverse groep samen met de spinnen en weekdieren.
,2) Basiskenmerken van een dier:
▪ Eukaryoot: Celkern met DNA, organellen aanwezig.
▪ Meercellig: Bestaan uit meerdere cellen -> taakverdeling.
▪ Heterotroof: Nemen organische materie op die gemaakt werden door andere
organismen door voedselopname of het eten van organismen.
▪ Geen celwand: Hun lichaam wordt samengehouden door proteïnen zoals collageen en
intercellulaire verbindingen.
▪ Unieke weefsels: Spier- en zenuwweefsel.
▪ Geslachtelijke voortplanting (meestal): Onbeweeglijke eicel, beweeglijke spermacellen.
Maar ook parthenogenetische dieren. (maagdelijke voortplanting)
▪ Typische embryonale ontwikkeling: Van 1 cel naar meerdere gespecialiseerde cellen*
▪ Hox genen regelen de ontwikkeling: Bepalen het type structuur en waar het zich vormt.
-> Vorming van poten, vinnen, … *
*Typische embryonale ontwikkeling:
Zygote -> morula (dochtercel) -> blastula (holle sfeer) -> gastrula (met oerdarm)
2 of 3 Kiembladen (oerweefsels): ectoderm + endoderm (+ mesoderm)
1) Ectoderm: Opperhuid, nagels, centraal zenuwstelsel, …
2) Endoderm: Darmen, longen, maag, …
3) Mesoderm: Spieren, skelet, hart, … (ontstaat in coeloomholte tussen endo -en ectoderm)
Diploblastische: 2 embryonale kiembladen -> Porifera = sponzen, Cnidaria = neteldieren
Triploblastisch: 3 embryonale kiembladen -> hogere dieren
* Hox genen:
- Meer hox-genen = grotere complexiteit vb: vleugels, segmenten, …
- Bepalen het bouwplan van het organisme
- Reguleren de expressie van andere genen.
,3) Grote lijnen van de evolutionaire stamboom:
uitvinder: Carolus Linnaeus
Classificatie: soorten in groepen verdelen
Taxonomie: Benoemen van soorten in hiërarchische categorieën
Fylogenie: Studie van de geschiedenis van taxa, opstellen evolutionaire stambomen.
Cladistiek: Analysemethodes op basis van gemeenschappelijke kenmerken (= synapomorfieën)
vb: Hebben van haar, carnivoren, intrekbare klauwen.
– Monofyletische clade: Alle levende afstammelingen van één gemeenschappelijke
voorouder. vb: Zoogdieren
– Parafyletische groep: Niet alle afstammelingen van de gemeenschappelijke voorouder
horen hierin. vb: Amnioten = reptielen + de andere afstammelingen
– Polyfyletische groep: Groep waarbij de gemeenschappelijke voorouder niet hoort.
-> bestaat niet. vb: vliegende dieren
Evolutionaire stamboom: opgemaakt op basis van: levende organismen fossielen, anatomie,
morfologie, DNA, gedrag -> Afhankelijk van waar je naar kijkt heb je verschillende
stambomen
Morfologische/ anatomische stamboom: op basis van uitwendige/ inwendige kenmerken.
, Morfologische/ anatomische boom: 4 monofyletische groepen:
1) Parazoa >< Eumetazoa:
Parazoa: Hebben nog geen weefsels en organen, enkel gedifferentieerde cellen. vb: Porifera
Eumetazoa: Hebben wel weefsels en organen. vb: alles behalve Porifera
3) Acoelomata >< Coelomata:
Acoelomata: Geen lichaamsholte, het blastocoel is opgevuld. vb: Platyhelminthes
Coelomata: De lichaamsholte is opgevuld met vocht. vb: mens
– Pseudocoelomata: Het coeloom is niet volledig afgelijnd door mesoderm. vb: Nematoda
– (Eu)coelomata: Een echt coeloom, volledig afgelijnd door mesoderm. vb: Mossel, insecten
Coeloom: De voornaamste lichaamsholte bij dieren, waarin de organen liggen.
Het beschermt, vormt een hydroskelet en zorgt ervoor dat de organen kunnen bewegen.
4) Protostomia >< Deuterostomia: verschillen qua klieving, coeloomvorming en bestemming
van de oermond (blastroporus)
Protostomia: Spirale klieving -> tweelingen onmogelijk, schizocoelie = mesoderm splitst en
vormt zo zit het coeloom, blastoporus -> mond. vb: Molusken, annelidia, …
Deuterostomia: Radiale klieving -> tweelingen mogelijk, enterocoelie = het archenteron
vormt het coeloom, blastroporus -> anus. vb: chordata
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur ellasermon. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour $9.76. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.