Titre de l’ouvrage:
Auteur(s):
Par: saar-noum10 • 5 année de cela
Par: SanneGudde • 6 année de cela
Quelques exemples de cette série de questions pratiques
1.
Hoe ziet de verwerking van vruchten tot vruchtenconserven eruit? (in stappen)
Réponse: 1. Niet-eetbare delen worden verwijderd 2. Wassen 3. Sorteren 4. Verpakken 5. Toevoegen suikeroplossing (opgiet) 6. Exhausteren (ontluchten) 7. Pasteuriseren 8. Koelen en opslaan
2.
Van welk soort appels kan appelmoes worden gemaakt?
Réponse: Kleine/niet geheel gave appels Rijpe appels (soms een beetje rot) Geen rode schil (bruinkleurig)
3.
Wat doen te sterk gekleurde appels met de appelmoes?
Réponse: Hierdoor wordt de appelmoes te donker
4.
Wat doen on- of overrijpe appels met appelmoes?
Réponse: Hierdoor wordt de appelmoes te dun
5.
Hoe ziet het productieproces van appelmoes er uit?
Réponse: 1. Reinigen/wassen 2. Snijden 3. Garen 4. Vermalen tot moes in een passeermachine 5. Mengen met suiker, citroenzuur en ascorbinezuur 6. Afvullen in bik of pot 7. Pasteuriseren 8. Afkoelen, opslaan en naar consument
Quelques exemples de cette série de questions pratiques
1.
Van welke vitamines heb je bij zwangeren meer nodig? en hoeveel?
Réponse: Vitamine A: 800 mcg Vitamine E: 10 mg vitamine b1: 1,4 mg - b2: 1,4 mg - b3: 17 mg - b6: 1,9 mg - b11: 400 mcg - b12: 3,2 mcg Vitamine D: 10 mcg suppletie Vitamine C: 85 mg
2.
Van welke vitamines heb je bij borstvoeding geven meer nodig?
Réponse: Vitamine A: 1100 mcg Vitamine E: 11 mg vitamine b1: 1,7 mg - b2: 1,7 mg - b3: 20 mg - b6: 1,9 mg - b12: 3,8 mcg Vitamine D: 10 mcg suppletie Vitamine C: 100 mg
3.
Welke vitamines zijn belangrijk voor groei tijdens zwangerschap?
Réponse: Alle B-vitamines D A C
4.
Welke vitamines en mineralen zijn belangrijk tijdens zwangerschap voor vorming skelet?
Réponse: Vit D en C > collageen Calcium Magnesium Fluor Fosfor
5.
Welke vitamine/minerales zijn belangrijk tijdens zwangerschap voor DNA synthese/bloedtoevoer?
Réponse: Foliumzuur B12 ijzer zink eiwitten essentiële vetzuren
Quelques exemples de cette série de questions pratiques
1.
Wat is de oorzaak van diabetes?
Réponse: Een absoluut of relatief tekort aan insuline
2.
wat is insuline?
Réponse: het enige hormoon dat in staat is de bloedglucosegehalte te verlagen.
3.
Waar wordt insuline geproduceerd?
Réponse: In de betacellen van de pancreas
4.
Wat gebeurt er in het lichaam als de bloedsuikerspiegel stijgt?
Réponse: 1. Betacellen geven insuline af. --> toename omzetting van glucose in glycogeen --> toename vetsynthese --> toename snelheid van glucosetransport --> toename snelheid glucoseverbruik en vorming ATP De bloedsuikerspiegel daalt weer --> Homeostase
5.
Wat gebeurt er in het lichaam als de bloedsuikerspiegel daalt?
Réponse: Alfacellen geven glucagon af --> toename afbraak glycogeen tot glucose --> toename afbraak van vetten in vetzuren --> toename synthese en afgifte glucose Bloedsuikerspiegel stijgt weer --> homeostase
Quelques exemples de cette série de questions pratiques
1.
wat is een heuristiek
Réponse: een vuistregel om systematisch en effectief te werk te gaan een beslisregel
2.
Wat is een concept?
Réponse: een object waaraan je denkt bij bepaalde situaties
3.
welke 2 soorten attitudes heb je?
Réponse: affectieve attitudes cognitieve attitudes
4.
wat zijn affectieve attitudes?
Réponse: gevoel/emotie vb. stom, leuk, geweldig, fijn, rot
5.
wat zijn cognitieve attitudes?
Réponse: gebaseerd op kennis en denken vb. verstandig, slim, handig
Quelques exemples de cette série de questions pratiques
1.
uit welke 4 elementen bestaat het diagnostische schema?
Réponse: 1. somatische factoren 2. functionele factoren 3. sociale factoren 4. psychische factoren
2.
Wat houden somatische factoren in?
Réponse: leeftijd geslacht diagnose medicatie labwaarden antropometrie voedingsinname
3.
Wat houden functionele factoren in?
Réponse: knijpkracht loopsnelheid beweging
4.
wat houden sociale factoren in?
Réponse: financiele mogelijkheden werk opleidingsniveau woon en gezinssituatie
5.
wat houden psychische factoren in?
Réponse: motivatie stress ziekte inzicht cognitieve stoornissen psychische stoornissen
Quelques exemples de cette série de questions pratiques
1.
Waarom kost de zorg voor vrouwen vaak iets meer?
Réponse: I.v.m. zwangerschap
2.
Welke 4 stelselwetten zijn er?
Réponse: 1. Zorgverzekeringswet 2. Wet langdurige zorg 3. Jeugdwet 4. Wet maatschappelijke ondersteuning
3.
Wat is de zorgverzekeringswet en wat is het doel?
Réponse: Iedereen in NL is verplicht om een basisverzekering te hebben Doel: gericht op genezing (cure)
4.
Hoe wordt de ZVW gefinancieerd?
Réponse: - iedereen betaalt premie > overheid betaalt de premie tot 18 jr. - iedereen heeft een eigen risico - mensen met laag inkomen krijgen zorgtoeslag
5.
Uit welke 2 kanalen krijgen zorgverzekeraars hun inkomen?
Réponse: 1. Burgers en werkgevers 2. Zorgverzekeringsfonds
Quelques exemples de cette série de questions pratiques
1.
Hoe is de DTD tot stand gekomen?
Réponse: - in 2004 werd er een haalbaarheidsstudie gedaan door TNO - sins 2007 is de NVD in gesprek met ministerie - in 2008 zei minister dat verwijzing niet meer van deze tijd is - sinds 2011 is dietist direct toegankelijk
2.
Wat voor vragen stel je tijdens een screening?
Réponse: - waar kan ik u mee helpen?/waarom bent u hier? - wat is de oorzaak achter uw klachten? - bent u al onder behandeling bij een andere medisch specialist? - gebruikt u medicatie?
3.
Wat is de mededingingswet?
Réponse: Wordt gekeken of er sprake is van misbruik van economisch machtposities
4.
Wat is de functie van de PDCA-cyclus?
Réponse: Op deze manier evalueer je of de zorg die je levert goed is
5.
Waarom aandacht aan kwaliteitszorg?
Réponse: - goede zorg - efficiente werkwijze - vermijden van overbodig handelen - meer inzicht in eigen werkwijze - tevreden klanten - meer inzicht in anderen
Quelques exemples de cette série de questions pratiques
1.
Waar heb je ATP voor nodig?
Réponse: - maken van bouwstoffen en cellen - lichaam op temperatuur houden - spieren samentrekken - transport van stoffen door celmembranen
2.
Wat heb je nodig om ATP te maken?
Réponse: Zuurstof
3.
Wat is glycolyse?
Réponse: de afbraak van glucose tot pyruvaat
4.
Waar vindt glycolyse plaats?
Réponse: In het cytoplasma
5.
Wat gaat er in bij glycolyse? En wat gaat er uit?
Réponse: In: glucose 2 ATP Uit: 4 ATP, 2 NADH, 2 pyruvaat
Quelques exemples de cette série de questions pratiques
1.
Wat is de voedingstoestand
Réponse: de conditie van het lichaam als gevolg van enerzijds de inname, absorptie en benutting van voeding en anderzijds van ziektefactoren
2.
Wat is het basaalmetabolisme?
Réponse: BMR. alle energie die je lichaam verbruikt in rust
3.
Welke 3 dingen zijn bij elkaar het dagelijkse energieverbruik? %
Réponse: BMR 60-70% PAL 20-35% TEF 5-10%
4.
Waardoor wordt het energieverbruik allemaal beinvloed?
Réponse: - VVM - geslacht - lichaamstemperatuur (hogere lichaamstemperatuur = hoger BMR) - leeftijd (hogere leeftijd = lager BMR) - hoeveel je eet - hoeveel je beweegt (PAL waarde stijgt) - erfelijke factoren - endocrien systeem
5.
Hoe ziet de normale lichaamssamenstelling er uit?
Réponse: 25% Vetmassa 75% VVM (skelet-en bindweefsel, extracellulair vocht, actieve celmassa)
Quelques exemples de cette série de questions pratiques
1.
wanneer doe je SNAQrc?
Réponse: in verpleeghuis
2.
wanneer doe je SNAQ?
Réponse: in ziekenhuis
3.
wanneer doe je SNAQ65 ?
Réponse: bij thuiswonende ouderen
4.
wanneer doe je SGA?
Réponse: bij nieraandoeningen ivm vertekend gewicht door oedeem
5.
wanneer doe je MUST?
Réponse: voor alle doelgroepen/specialisaties, is nauwkeuriger met BMI
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur noortjek. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.
4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)
100169 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours
Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans
