2.
Naomi van 9 is een meisje wat snel schrikreacties vertoont. Ze uit zich door te gillen en weg te rennen. Bas is een jongen van 4 en kan slecht in slaap komen doordat hij piekert in zijn bed, omdat hij bang is voor mogelijke inbrekers. Wie heeft meer kans om een angststoornis te ontwikkelen en waarom?
A. Naomi, want angststoornissen komen vaker voor bij meisjes.
B. Bas, want piekeren is een kenmerk van een gegeneraliseerde angststoornis.
C. Naomi, want er bestaat een correlatie voor mensen die vaak schrikken en een angststoornis ontwikkelen.
D. Bas, want door zijn angst kan hij niet slapen. Zijn angst interfereert dus met zijn functioneren.
Réponse: Het antwoord op deze vraag is C.
A niet, want angststoornissen komen inderdaad vaker voor bij meisjes, maar dat is in deze vraag niet relevant. het heeft namelijk geen invloed op de kans.
B niet, want pierkeren is dan wel een kenmerk van een gegeneraliseerde angststoornis, maar Bas zijn angst is leeftijdspecifiek
D niet, want hier geld hetzelfde als bij antwoord B, het gedrag van Bas is leeftijdspecifiek en daarom niet klinisch, ook al interfereert zijn gedrag wel met zijn functioneren (namelijk niet kunnen slapen door zijn angst)