In dit document staan alle aantekeningen van de hoorcolleges Grondslagen van het Recht, inclusief de evaluatiecolleges. Aan het eind van het vak heb ik nog aanpassingen en toevoegingen gemaakt aan de hand van de werkgroepen.
GRONDSLAGEN VAN HET RECHT:
HOORCOLLEGES
[Publicatiedatum]
Hoorcollege 1
03-09-2018
Het Nederlandse recht bestaat uit het privaatrecht (tussen rechtspersonen onderling) en het
publiekrecht (waarbij minstens één van de partijen een overheidsinstantie is). Het
publiekrecht is verder nog te verdelen in het strafrecht en het bestuursrecht.
Naast het Nederlandse recht maken we gebruik van het Europese recht en het
internationale recht.
Onder recht verstaan we het positieve recht: het geheel van (door bevoegd gezag (in
Nederland de Eerste en Tweede Kamer)) gestelde en afdwingbare regels dat in een
samenleving geldt.
Echter is er ook nog de reflectie op het fenomeen recht en dit omvat nog meer dan alleen
het positief recht. Het gaat hierbij over rechtvaardigheid.
Denk bij de verschillen aan de twee Engelse vertalingen van ons woord ‘recht’: ‘law’ en
‘right’. Het positieve recht bestaat uit laws, het fenomeen recht uit rights.
Voor verduidelijking hebben we naar de casus over het juridisch vaderschap gekeken. Hierbij
is het transouder arrest naar voren gekomen: een vrouw was ooit een man en had zijn
sperma laten invriezen voorafgaand aan zijn transitie tot vrouw, daarna maakte zij met haar
vriendin een kind, maar kon ze niet juridisch worden gerekend tot biologische vader van het
kind omdat een vader volgens het Nederlandse recht een man is. De rechter heeft ervoor
gekozen om via het Europese recht de vrouw als biologische ouder te erkennen. Hierbij zien
we dat recht doen niet per se hetzelfde is als het positieve recht toepassen.
1
, GRONDSLAGEN VAN HET RECHT:
HOORCOLLEGES
[Publicatiedatum]
Hoorcollege 2
10-09-2018
Voor de denkbeeldige casus over de grotverkenners, waarbij mensen in een grot vast komen
te zitten en besluiten iemand van de groep te doden en op te eten om te overleven, bekijken
we eerst twee andere zaken:
1. The United States vs Alexander Holmes (1842): Holmes maakt deel uit van de
bemanning van een schip dat zinkt. Eén van de reddingsboten is te zwaar en daarom
besluit Holmes om jonge mannen overboord te laten gooien. Als dit later bekend
wordt, wordt Holmes aangeklaagd en ligt de nadruk bij de aanklacht op het feit dat
hij de beslissing zelf heeft gemaakt zonder overleg. De publieke opinie en het
ontbreken van een eerlijke selectie procedure geven samen de doorslag en Holmes
wordt schuldig verklaard.
2. R vs Dudley and Stephens (1884): na schipbreuk en weken op zee zonder drinkwater
of voedsel, wordt besloten om de man die er het slechts aan toe is en toch wel zal
sterven, op te eten. De publieke opinie steunt de beslissing van de bemanning, maar
de rechter besluit dat de morele regel om niet te doden nooit verbroken mag
worden.
Wat kan in zulke zaken doorslaggevend zijn?
1. Een eerlijke selectieprocedure;
2. De extremiteit van een situatie;
3. Het offer voor een groter goed (één leven voor meerdere levens);
4. Het verschil in absolute en relatieve waarde van een leven;
5. Moraal;
6. De publieke opinie;
7. Een gratieverzoek.
In de zaak van de grotverkenners zijn er vijf rechters met verschillende visies op de zaak.
Zaken waarover uiteenlopende ideeën bestaan worden hard cases genoemd. De
grotverkenners zaten 32 dagen vast in een grot waar geen planten groeiden en geen dieren
leefden. Op de twintigste dag hadden zij contact met de buitenwereld, en hoorden dat hun
bevrijding nog minstens tien dagen zou kosten. Medische specialisten vertelden ze dat ze
waarschijnlijk zouden sterven in de tussentijd. Toen werd gevraagd of ze het wel zouden
overleven als ze iemand zouden opeten, werd er ingestemd, maar niemand wilde de vraag
beantwoorden wie er opgegeten zou worden, en het communicatiesysteem ging uit. Roger
Whetmore had voorgesteld om met dobbelstenen te bepalen wie het slachtoffer zou
worden, deinsde op het laatste moment terug maar moest zich aan de afspraak houden, en
hij werd het zelf. De anderen werden veroordeeld voor moord.
- Truepenny: Truepenny houdt het vonnis in stand omdat de veroordeling volgens de
feiten klopt met het positieve recht, maar hij vindt het geen rechtvaardig vonnis, dus
2
, GRONDSLAGEN VAN HET RECHT:
HOORCOLLEGES
[Publicatiedatum]
hij sluit zich aan bij het gratieverzoek. “Recht vereist veroordeling, gerechtigheid
vereist vrijspraak”.
- Foster: Foster vindt dat in extreme situaties, het gewone recht ophoudt te bestaan,
en dat omdat de grotverkenners zich buiten de jurisdictie van Negwarth bevonden,
het recht van Negwarth hier niet van toepassing is maar alleen de afspraak die in de
grot is gemaakt. Dit is het natuurrecht. En als het recht van Negwarth wel toegepast
moet worden, vindt Foster dat de zaak moet worden gezien als situatie met
noodweer. “Je moet het recht altijd zo interpreteren dat het moreel rechtvaardig is.”
Kritiek op Foster: je kunt niet vaststellen waar de grens tussen het positieve recht en
de State of Nature over werd gegaan of wanneer dit rechtvaardig zou
moeten/mogen, en als er willens en wetens wordt gedood kun je volgens het
positieve recht niet spreken over noodweer.
- Tatting: Tatting weigert te beslissen omdat alle voors kunnen worden
uitgebalanceerd met tegens en vice versa.
- Keen: Keen benadrukt een scheiding van recht en rechtvaardigheid. Dit is volgens
hem geen morele vraag maar een juridische vraag. Ook wil hij het gratieverzoek
buiten de rechtszaal houden om zo de scheiding der machten in stand te houden.
Keen is een natuurpositivist.
- Handy: Handy vindt de publieke opinie belangrijk omdat recht in overeenstemming
moet komen met visies en gevoelens. “Recht is een middel om tot een gewenst
resultaat te komen.” Dit is het rechtsrealisme.
Foster en Handy willen vrijspraak, Truepenny en Keen bevestigen het vonnis, en Tatting
onthoudt zich van oordeel.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Yara99. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.84. You're not tied to anything after your purchase.