Organisatie en management: Organisatiekunde
De evolutie van organisatie en management
Organisatiekunde= een wetenschap die zich bezighoudt met het bestuderen van het
gedrag van organisaties, de factoren die dit gedrag bepalen en de wijze waarop organisaties
het meest doeltreffend bestuurd kunnen worden.
Het gedrag van de organisaties→ de wijze van optreden en reageren van
organisaties.
2 aspecten van de definitie organisatiekunde:
1. Descriptief aspect: beschrijving van het gedrag van organisaties met motieven en
gevolgen
2. Prescriptief aspect: een advies over te volgen handelwijze en organisatie-
inrichtingen
Interdisciplinariteit= organisatiekunde bevat veel elementen die afkomstig zijn uit andere
wetenschappen/ vakgebieden.
Besturing= Richting geven aan processen binnen een organisatie.
De processen vinden plaats in het kader van een structuur, het vormgeven en aanpassen
van deze structuur is een belangrijk onderwerp van besturing.
De mate waarin de besturing slaagt wordt aangegeven met het begrip ‘doeltreffendheid en
effectiviteit’.
Doeltreffendheid= de mate waarin de besturing slaagt
Voorbeeld van internationale handel → handelsroute, de zijderoute is een van de
oudste. Deze route verbond europa met het Midden- oosten en Azië.
Sinds het ontstaan van de internationale handelsbedrijven is het aantal multinationale
ondernemingen flink gegroeid.
Redenen:
- Nationale overheden hebben hun macht opgegeven
- Technologische ontwikkelingen → verkorten van afstanden en
optimaliseren van communicatie
- Beschikbaar maken van financiële middelen zorgt ervoor dat ondernemingen snel
kunnen inspelen op mondiale ontwikkelingen.
Belangrijke personen en denkrichtingen in de geschiedenis van organisatiekunde:
- Socrates en Plato:
Stelden theorieën op over leidinggeven, taakverdeling en specialisatie.
- Niccolo Machiavelli:
Geeft richtlijnen die vorsten, en andere leidinggevende, van nut kunnen zijn.
Richtlijnen zijn gericht op behoud van macht en uitbreiding ervan.
- Mercantilisme:
, Tot in de 2e helft van de 18e eeuw overheerste deze denkrichting. Het bezit van geld
en goud was de enige welvaart bron.
- Adam Smith:
Grondlegger van moderne economie. Geeft aan dat productieve arbeid de bron is
van welvaart, door arbeidsverdeling kan de productiviteit van de arbeid sterk worden
verhoogd.
- Taylor: Scientific management
Werd grondlegger van Scientific management.
Grondlegger van een meer systematische benadering van bedrijfsvoering.
Richtte zich op productiebedrijven.
Hoofdpunten van Scientific management:
● Wetenschappelijke analyse van de werkzaamheden en het uitvoeren van
bewegingsstudies.
● Vergaande taakverdeling en training van de arbeiders, waarbij elke handeling
en beweging precies is voorgeschreven. (arbeider krijgt routine)
● Hechte vriendschappelijke samenwerking tussen leiding en arbeiders.
● Bedrijfsleiders zijn verantwoordelijk voor het analyseren van en het zoeken
naar werkmethoden en het scheppen van productievoorwaarden
● De juiste man op juiste plaats door zorgvuldige selectie
● Invoeren van prestatiebeloning met als doel te komen tot lagere
productiekosten.
Achtbazenstelsel: Arbeidsverdeling voor de leiding van de productieafdeling of
werkplaats:
- Tijd en kosten
- Werkinstructies
- Bewerkingen en hun volgorde
- Werkvoorbereiding en uitgifte
- Onderhoud
- Kwaliteitscontrole
- Technische leiding
- Personeelsbeheer
Taylor richtte zich vooral op de productieafdeling.
- Henri Fayol: General management- theorie
Een van de eerste die gesteld heeft dat management een vak is dat geleerd kan en
moet worden. Ontwikkelde een wijze waarop organisaties in hun geheel bestuurd
zouden moeten worden.
General management- theorie legt verbanden tussen de managementgebieden en
de managementtaken.
Richtte zich vooral op het management in het algemeen.
- Max Weber: Bureaucratie
Houdt zich bezig met overheidsorganisaties en grote bedrijven vanuit een
sociologische invalshoek.
Kenmerken van een ideale bureaucratie:
● sterk doorgevoerde taakverdeling
● hiërarchische bevelstructuur
● afgebakende bevoegdheden en verantwoordelijkheden
● onpersoonlijke relaties tussen functionarissen
● werving op basis van bekwaamheden, kennis in plaats van vriendjespolitiek
● bevordering en beloning op basis van objectieve criteria en procedures
● uitvoering van werkzaamheden volgens vaste routineregels
● vastlegging van alle gegevens in schriftelijke stukken
● macht van functionarissen aan restricties gebonden
Hij zag bureaucratie als perfect middel om doelen te bereiken en een
organisatievorm die zo perfect in elkaar steekt dat het zichzelf in stand kan houden.
vb. De afdeling personeelszaken verwijdert in binnengekomen sollicitaties de
verwijzingen naar de persoon om puur op basis van kennis, vaardigheden en
ervaring te selecteren.
- Elton Mayo: HR beweging
Onderzocht het verband tussen verbetering van werkomstandigheden (vb. verkorting
van werkdag) en de productiviteit.
Naast objectieve factoren zijn er ook subjectieve factoren bepalend voor het
resultaat, zoals aandacht, zekerheid, het bij een groep horen en waardering.
● Subjectieve factoren: Aandacht, zekerheid, bij de groep horen en waardering.
Deel uitmaken van een groep was volgens Mayo de belangrijkste.
- Rensis Likert: Revisionisme
, Revisionisme is synthese tussen scientific management en human relations.
● Scientific management: Organisatie zonder mensen
● Human relations: Mensen zonder organisatie
● Revisionisme: Mensen en organisatie
Hij benadrukte de noodzaak van een revisie van de uitgangspunten van de
GR- beweging → term revisionisme ontstond.
Poging tot overbrugging van de 2 tegengestelde hoofdstromingen →
Likert, Herzberg, McGregor, Blake en Mouton.
- Frederick Herzberg:
Zijn theorie was geënt op de behoeftehiërarchie van de psycholoog Maslow. Maslow
onderscheidde 5 niveaus van behoeften, naar de bevrediging waarvan elk mens
volgens hem streeft:
● Fysiologische behoeften
● Behoefte aan zekerheid en veiligheid
● Behoefte aan acceptatie
● Behoefte aan erkenning
● Behoefte aan zelfontplooiing
Herzberg pastte deze theorie toe op het gedrag van mensen in organisaties.
Hij kwam tot de conclusie dat er sprake is van satisfiers/ motivatoren en dissatisfiers/
hygiënefactoren.
Satisfiers → factoren die leiden tot werktevredenheid. Het zijn
werkintrinsieke factoren zoals erkenning en zelfontplooiing.
Dissatisfiers → leiden tot werkontevredenheid. het zijn werkextrinsieke factoren
zoals de werkomstandigheden en het salaris.
- McGregor:
Ontwikkelde een benadering waarin hij twee visies op de mens in de organisatie
tegenover elkaar stelde, Theorie X en Theorie Y.
Theorie X → gaf aan hoe de meeste organisaties in die tijd functioneerden.
Theorie Y → hij gaf zijn eigen visie op hoe mensen in een organisatie
zouden moeten samenwerken.
De X en Y theorie zeggen iets over de mensenbeelden.
- Kenneth Boulding: Systeembenadering
Organisaties zijn een geheel van samenhangende delen.
Synergie → als alle afdelingen bij elkaar groter is dan de optelsom van hun
individuele resultaten.
Een systeem wordt bestuurd met behulp van informatie die wordt teruggekoppeld
naar de verschillende subsystemen.
Aanname systeem benadering → een integrale benadering van
managementproblemen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jeskalouter. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.92. You're not tied to anything after your purchase.